Hoeveel moet een baby drinken per dag?

Het is best lastig een bepaald ritme te vinden in het voedingspatroon van een baby. Iedereen weet dat een pasgeboren baby minder melk nodig heeft dan een kind van zes maanden. Het kan het simpelweg nog niet verwerken en heeft het nog niet nodig. Maar hoe weet je hoeveel borstvoeding je moet afkolven? En hoeveel moet je kind van een jaar per dag drinken?

Pasgeborenen / jonge baby’s

Allereerst moet er onderscheid gemaakt worden tussen borstvoedings- en fleskinderen. Als je borstvoeding geeft, heb je vaak geen idee hoeveel je kindje aan melk binnenkrijgt. Pas als je moet afkolven, is het handig te weten hoeveel milliliter je baby ongeveer binnen moet krijgen. Wat voor beide geldt: belangrijk is het goed op het kind zelf te letten. Groeit en ontwikkelt het zich goed? Dan is er meestal niets aan de hand en krijgt het voldoende vocht binnen. Elke baby is verschillend.

Borstvoeding

Bij borstvoeding is het belangrijk de eerste weken goed te letten op de luiers. In de eerste week na de geboorte zal je baby geleidelijk steeds meer melk gaan drinken. Dit is goed te zien aan het aantal volle natte luiers. Als je baby voldoende drinkt, heeft het zoveel natte luiers als het dagen oud is. Dus op de eerste dag één volle natte luier, op de tweede dag twee volle natte luiers, op de derde dag drie volle natte luiers, enz. Aan het eind van de eerste week zou je baby vier tot zes zware, volle luiers moeten hebben. Bij katoenen luiers zouden dat er ongeveer zes tot acht moeten zijn.

Ook het aantal poepluiers is een goede indicatie. Borstvoedingskinderen hebben in het begin luiers met zwarte meconium. Dit komt omdat ze de eerste dagen alleen je voormelk, colostrum, binnenkrijgen. Zodra je borstvoeding goed op gang gekomen is, zal de ontlasting van je baby ook veranderen. Dit gaat van zwart naar bruin en groenig naar mosterdgeel. Ook de hoeveelheid zal toenemen. In het begin hebben de meeste baby’s bij elke voeding wel een luier met ontlasting. Na ongeveer zes weken verandert dit patroon en kan het wel ruim een week duren voordat er weer sprake is van ontlasting. Omdat je borstvoeding geeft, hoef je nooit bang te zijn voor verstopping.

Er is geen echte vuistregel voor het aantal milliliter melk dat je baby bij je drinkt. De ene baby drinkt meer dan de andere en ook per voeding kan de hoeveelheid verschillen. Toch is het wel handig ongeveer te weten hoeveel je moet afkolven, daarna zal je zelf moeten kijken of je meer of minder moet geven. Je kunt hiervoor de volgende richtlijn gebruiken, voor een baby tot zes à acht weken:

• 150 ml melk per kilogram lichaamsgewicht delen door het aantal voedingen

Bijvoorbeeld: je baby weegt 4 kilo. Per 24 uur heeft hij dus 4 x 150 ml melk is 600 ml afgekolfde melk nodig. Per dag geef je hem 8 voedingen. Dat betekent dat hij 600 / 8 is 75 ml per voeding moet krijgen.

Bij oudere baby’s, boven de acht weken, kun je het beste zelf proberen hoeveel meer ze willen drinken. Je kunt beginnen met een fles van 150 ml en dan bijgeven met kleinere flesjes. Na drie à vier maanden zul je merken dat je baby op een maximum hoeveelheid zit per dag, de hoeveelheid energie die een baby nodig heeft per kg gewicht, neemt af.

Bij warm weer is het wel zaak een baby meer aan te leggen. Niet alleen voor extra vochttoename, maar ook omdat de moedermelk kan afnemen, omdat je meer transpireert. Zo houd je het op peil.

Flesvoeding

Bij flesvoeding kun je ook bovenstaande vuistregel gebruiken. Je kunt ook op de verpakking zien hoeveel je baby nodig heeft. De eerste zes maanden is dit ongeveer 150 tot 180 ml per kg lichaamsgewicht.

Baby’s van 6 maanden tot een jaar

De volgende vuistregel wordt gebruikt bij oudere baby’s vanaf 6 maanden tot een jaar:

• Een gezond kind heeft 100 ml vocht per kg lichaamsgewicht nodig per 24 uur.

Bijvoorbeeld: je baby weegt 7 kilo. Dan heeft het 7 x 100 is 700 ml vocht nodig per dag. Voor opvolgmelk geldt een minimum van een halve liter per dag, zodat je kleine voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt. Voor een kind van acht maanden is dat 600 ml per dag.

Ook in deze leeftijd drinkt niet elke baby dezelfde hoeveelheid. Laat je kind voldoende drinken, maar let op dat het ook niet te veel drinkt. Dit kan de eetlust verminderen. Geef ook niet te veel melk, maar houd je aan de aanbevolen hoeveelheid.

Het beste kun je je kind buiten melk geven:

• kraanwater
• mineraal- en bronwater zonder koolzuur
• thee zonder suiker
• diksap of vruchtensap
• limonade(siroop)

Geef vocht met zo min mogelijk suiker.

Problemen bij drinken

Bij oudere baby’s is het vaak moeilijk de juiste hoeveelheid vocht binnen te krijgen. Als je echt problemen hebt, hier een paar tips:

• Laat het in bad spelen met bekertjes en laat het zo wat drinken.
• Voeg bij al het vast voedsel als groente en fruit, water toe.
• laat je baby aan tafel drinken, niet tussen het spelen door een slokje.
• Warm het drinken op.
• Probeer dunne pap te geven.
• In noodgevallen: gebruik ORS, een medicijn om het verlies aan water, suikers en zouten aan te vullen.

Neem echter bij tekenen van uitdroging altijd contact op met je huisarts. Vooral bij diarree of braken, kunnen kleine kinderen heel snel uitdrogen. Je herkent het aan de belangrijke symptomen:

• minder plasluiers
• droge slijmvliezen: droge mond
• minder alert
• snelle ademhaling
• stemverlies
• ingezonken ogen
• het hartje gaat sneller kloppen
• een ingezonken fontanel
• afgenomen gewicht
• loomheid/sufheid

Overleg bij vragen over dit onderwerp altijd met het consultatiebureau of je huisarts. Die kunnen je de beste raad geven, ieder kind is immers anders.