Inenten of vaccineren en voor wie bedoeld
Inenten of vaccineren is een stof in een lichaam spuiten als bescherming tegen bepaalde ziekten. Vaccineren komt tegenwoordig vooral voor bij kinderen en bij volwassenen die verre reizen maken en bij ouderen of mensen die vanwege een beroep een hoger risico lopen. De term vaccineren is afkomstig van het Latijnse woord vaccinia dat koepokken betekent.
Oorsprong vaccineren
De verklaring van de term ligt in een methode die aan het eind van de achttiende eeuw door Edward Jenner werd toegepast om pokken te voorkomen. Hij ontdekte dat mensen tegen het verkrijgen van pokken konden worden beschermd door hen met koepokken te besmetten. Daardoor bouwden ze weerstand op tegen de gewone pokken.
Pokken voorkomen door pokken te krijgen
De Britse arts Edward Jenner kwam in 1796 tot die ontdekking doordat hij opmerkte dat melkmeisjes die besmet waren geweest met koepokken geen gewone pokken meer kregen. Maar vóór de tijd van de ontdekking van Jenner was het al gebruikelijk dat boeren op het platteland in Turkije zichzelf beschermden tegen pokken door in aanraking te komen met de pokkenblaasjes van iemand die aan een milde vorm van pokken leed. Zij kregen dan zelf ook een milde vorm van pokken en bouwden daarna bescherming op. Die methode was echter niet geheel zonder risico en liep wel eens fataal af.
Antistof of ziekteverwekker
Bij het vaccineren is de ingeënte stof bedoeld om in een lichaam een afweersysteem op te bouwen tegen bepaalde ziekten waardoor het lichaam beter bestand is tegen de ziekteverwekkers. Vroeger werd onderscheid gemaakt tussen inenten en vaccineren. Bij inenten werd een antistof en bij vaccineren een verzwakte ziekteverwekker ingespoten waardoor het lichaam werd aangezet tot immuun worden voor bepaalde ziekteverwekkers.
Actieve immunisatie
De antistoffen die een baby mee krijgt tijdens de zwangerschap blijven tot ongeveer twee maanden na de geboorte aanwezig. Door daarna vaccins te geven ontwikkelt de baby zelf antistoffen tegen bepaalde ziekten. Daardoor ontstaat bescherming tegen ziekten die anders ernstige gevolgen kunnen hebben. Het zelf aanmaken van antistoffen heet actieve immunisatie.
Passieve immunisatie
Bij inenting door stoffen die onmiddellijke bescherming tegen een ziekte bieden wordt dat passieve immunisatie genoemd. Een injectie met direct werkende afweerstoffen heeft alleen nut als iemand reeds besmet is met een ziekte. Die stoffen verdwijnen weer snel uit het lichaam. Soms wordt een combinatie van actieve en passieve immunisatie toegepast bijvoorbeeld bij een tetanusbesmetting.
Rijksvaccinatieprogramma voor kinderen
Nederland en België kennen een rijksvaccinatieprogramma voor kinderen. Zij ontvangen met dat programma volgens een bepaald schema diverse inentingen. Die vaccinaties zijn bedoeld ter bescherming van zowel de kinderen als de gehele bevolking tegen ernstige infectieziektes.
Vaccinaties voor reizigers
Voor sommige reizen worden inentingen tegen bepaalde ziekten aangeraden of is dat zelfs verplicht. Die verplichting bestaat in het geval naar landen wordt gereisd waar gele koorts voorkomt. Andere reizigersvaccinaties zijn DTP (difterie-tetanus-polio), hepatitis A en buiktyfus. Bij reizigers is een prik preventief bedoeld om in het verre land geen ziekte of besmetting op te lopen.
Jaarlijkse griepprik
Ook voor bepaalde doelgroepen bestaan belangrijke vaccinaties. Een van die groepen bestaat uit ouderen en mensen met longproblemen en met suikerziekte. Voor deze groep is het mogelijk jaarlijks een griepprik te ontvangen omdat zij bij het krijgen van griep meer risico lopen op ernstige gevolgen.
Verhoogd risico
Vaccinaties worden ook dikwijls gegeven in die gevallen waar mensen een verhoogd risico lopen. Zo lopen bijvoorbeeld mensen in de gezondheidszorg een hoger risico voor besmetting met hepatitis B. Door vaccinatie kunnen zij immuun gemaakt worden voor die besmetting.
Bijwerkingen
Bij nagenoeg alle inentingen kunnen bijwerkingen optreden maar in de meeste gevallen zijn die zeer mild. De bijwerkingen wegen ruimschoots op tegen wat niet gevaccineerde mensen kunnen meemaken door een ziekte op te lopen.
Lees verder