Lensimplantaten
Lensimplantaten zijn lenzen die in het oog worden aangebracht en daar permanent blijven zitten. Het is dus niet nodig om deze lenzen na een week, een maand of na een jaar te vervangen. Lensimplantatie is vooral bedoeld voor mensen die vanwege een afwijking aan het oog/hoornvlies niet kunnen kiezen voor laseren. Hoe werkt lensimplantatie, wat zijn de voor-en nadelen, de kosten en de vergoeding?
Wat is een lensimplantaat?
Bij een lensimplantaat wordt er een permanente contactlens in het oog aangebracht. Dit is vooral geschikt voor mensen met een sterk afwijking of een te dun hoornvlies waarbij laseren niet mogelijk is. Gemiddeld komen mensen met een afwijking van -2 tot -24 en +2 tot +14 hiervoor in aanmerking. Lensimplantatie is nog een betrekkelijk jonge techniek, sinds 1998 wordt er echt gebruik van gemaakt. Hoe dit zich ontwikkelt over de lange termijn is nog onduidelijk. Toch kan wel gezegd worden dat lensimplantatie een betrekkelijk veilige techniek is. Artsen raden nooit direct lensimplantaten aan: men zal eerst bekijken of laseren of normale lenzen geen optie is. Pas wanneer dit ongeschikt blijkt, wordt lensimplantatie overwogen.
De voor-en nadelen
Iedere voordeel heeft zijn nadeel, en zo is het ook met lensimplantaten. De voordelen voor lensimplantatie zijn ruim te noemen:
- Geschikt voor mensen bij wie laseren geen optie is.
- Nooit meer een bril of losse lenzen aanschaffen.
- De oogsterkte is redelijk goed te compenseren. De meeste patiënten krijgen met behulp van lensimplantaten weer een normaal zicht.
- De operatie wordt soms vergoed i.v.m. oogsterkte-afwijkingen.
De nadelen op een rijtje:
- Een vrij kostbare aangelegenheid: ruim 2000 euro per oog exclusief vooronderzoek en nabehandeling.
- Ieder oog moet apart worden gedaan, er zijn dus twee behandelingen nodig.
- De operatie is soms vervelend, de verdoving kan pijnlijk zijn.
- Soms treedt er een ontsteking op.
- Het hoornvlies kan makkelijker beschadigen bij wrijven in de ogen.
- Meer kans op staar op latere leeftijd.
Hoe gaat een lensimplantatie in zijn werk?
Voorafgaande aan de operatie, worden eerst metingen verricht. Hierbij moeten zowel harde als zachte lenzen twee tot vier weken van tevoren al uitgedaan worden, om een zo goed mogelijke meting te krijgen. Dit heet ook wel het vooronderzoek, en hier zijn kosten aan verbonden.
Voor de behandeling wordt er een verdoving aangebracht. Meestal is dit middels een prikje, die in de oogkas wordt gezet. Dit kan bij sommigen als pijnlijk worden ervaren. Soms wordt er gekozen voor een roesje (lichte narcose). Wanneer de verdoving goed werkt, maakt de arts een klein sneetje in het hoornvlies. Door het sneetje wordt de lens in de voorste oogkamer geschoven. De arts let erop dat de lens zich goed voor de pupil bevindt, anders zou de lens niet werken. Wanneer de lens op zijn plaats zit wordt deze aan de iris vastgemaakt. Vervolgens wordt het sneetje weer gehecht. De lens bevindt zich dus vlak onder het hoornvlies en niet op het hoornvlies, zoals bij normale lenzen wel het geval is. Lensimplantaten zijn daarom niet zelf uitneembaar. Soms wordt tijdens de ingreep een gaatje in de iris gemaakt. De arts bespreekt dit van tevoren. Dit gaatje is nodig om de oogdruk normaal te houden, zodat water in het oog van de voorste naar de achterste kamer kan bewegen. De ICL-lens heeft dit gaatje al. Soms is het nodig om nog na te laseren om de sterkte optimaal te maken.
Het oog wordt na de operatie afgedekt met een oogkapje, dat je moet blijven dragen zolang als nodig is. Ook kunnen oogdruppels worden voorgeschreven. Wanneer het oog genezen is, kan begonnen worden aan het andere oog. De reden dat men nooit beiden ogen tegelijk behandeld, is de kleine kans dat het mis kan gaan. men kan dan beter één slecht oog hebben dan twee slechte ogen.
Na de behandeling kan de oogdruk stijgen. Dit is vervelend maar verdwijnt vaak vanzelf weer. Soms is een kleine ingreep nodig om de druk af te laten nemen. In een klein aantal gevallen treedt er een ontsteking op. Deze ontsteking is meestal afkomstig door een onvoldoende steriele omgeving tijdens de behandeling of geïnfecteerd materiaal waarmee gewerkt is.
Hoe lang gaat een implantaat mee?
Er zijn meerdere soorten lensimplantaten. Er is de Artisan lens, de Artiflex lens en de Implantable Contact Lens (ICL). De eerste lens, de Artisan, kan aangebracht worden tot sterkte van -24. De Artiflex kent een lagere sterkte: tot maximaal -14.5. Het voordeel van deze lens is dat deze kleiner is, waardoor het herstel veel sneller gaat. De ICL ken hetzelfde voordeel als de Artiflex. Gemiddeld gaat een lensimplantaat ongeveer 50 jaar lang mee. daarna kan deze verwijderd en eventueel vervangen worden. Het is dus niet zo dat lensimplantaten een leven lang mee gaan, zoals vaak wordt beweerd.