Braille, het blindenschrift
Om te lezen heb je niet per se je ogen nodig. Blinden gebruiken hun vingers om te lezen. Gemakkelijk is dit echter niet maar het is wel de enige manier voor een blinde om zelf eens een tijdschrift of boek te lezen. Blinde mensen voelen met hun vingertoppen de puntjes in het papier. Dat heet Braille, het is naar de achternaam vernoemd van de Fransman die het blindenschrift ontwikkelde.
Geschiedenis
De Franse vertaler Valentin Haüy stichtte als eerste een Koninklijk instituut voor Jonge Blinden. Het lesmateriaal van Valentin Haüy was oud en niet echt handig. Haüy gebruikte Romeinse letters, de letters die we in Nederland ook gebruiken. Het enige verschil was dat de blindenletters uit het papier staken, zodat je ze kon voelen. De letters leken echter zoveel op elkaar dat het lezen erg traag ging.
In 1819 bedacht Charles Barbier een andere manier om te lezen namelijk met puntjes. Barbier werkte als legerofficier in het Franse leger. Hij bedacht een systeem om ’s nachts als het donker was te lezen of boodschappen te sturen. Dit deed hij door middel van puntjes. Met hoogstens twaalf puntjes maakte Barbier een letter. Niet bij elke letter werden alle twaalf puntjes gebruikt. Bij de eerst letter van het alfabet, de A, werd maar één puntje gebruikt. Hoe verder in het alfabet des te moeilijker werd de puntjescombinatie. Het nadeel van deze puntjestaal was dat het lastig te ontcijferen was.
In 1821 testten Louis Braille en zijn klasgenoten de leesmethode van Barbier. Braille vond dat die methode wel aan verbetering toe was. Er zaten verschillende nadelen aan: twaalf punten waren veel te veel, er ontbraken spellingsregels, hoofdletters, getallen en muzieknoten. Braille ging toen zelf een beter blindenalfabet bedenken en in 1825 was zijn puntentaal klaar. Zijn methode leek op die van Barbier maar was vele malen eenvoudiger. In plaats van twaalf puntjes gebruikte Braille er maar zes. Drie onder elkaar en daarnaast nog eens drie onder elkaar. Op die manier kon hij 63 verschillende tekens maken. Net als bij Barbiers blindenalfabet is de A het makkelijkst te maken. Hoe verder in het alfabet hoe meer puntjes er worden gebruikt. Om verwarring te voorkomen werden niet alle combinaties gebruikt. Je kunt namelijk niet het verschil voelen tussen een puntje op plek 1 en een puntje op plek 2.
Slechts één letter ontbrak er nog aan Brailles blindenalfabet, namelijk de letter W. In het Frans bestaat die letter niet en daarom was er voor die letter ook geen puntjescombinatie. Later werd deze letter wel aan het brailleschrift toegevoegd.
Pas vijf jaar nadat Braille zijn alfabet had ontwikkeld, werd het op het Parijse Blindeninstituut gebruikt. In het begin had Braille niet veel geluk met zijn systeem. Pas in 1854 werd het officiële blindenalfabet geaccepteerd. Louis Braille was echter al twee jaar dood.
Braille schrijven
Het schrijven in braille gebeurt van rechts naar links, zodat bij omkering van het papier de bobbeltjes van links naar rechts gelezen kunnen worden. Brailleboeken nemen wel 4 keer zoveel ruimte in als gewone boeken. Het papier moet namelijk stevig zijn zodat de puntjes voelbaar zijn en met dun papier werkt dat niet.