Verpleegkunde, wat houdt het in?
In Nederland werken vele verpleegkundigen. Maar wat houdt verplegen nou eigenlijk in. En welke opleidingen kun je hierin volgen?
Wat is verplegen in het algemeen?
De verpleegkundige ondersteunt en beïnvloedt beroepsmatig de vermogens van de zorgvrager bij feitelijke of potentiële reacties op gezondheids- en/of daaraan gerelateerde bestaansproblemen en op de behandeling of therapie, om het evenwicht tussen draagkracht en draaglast te handhaven of te herstellen.
De kenmerken die een HBO-verpleegkunde moet hebben zijn:
- brede professionalisering
- multidisciplinaire toepassing
- wetenschappelijke toepassing
- transfer en brede inzetbaarheid
- creativiteit en complexiteit in handelen
- probleemgericht werken
- methodisch en reflectief denken en handelen
- sociaal-communicatieve bekwaamheid
- basiskwalificering voor managementfuncties
Overige kenmerken van verplegen zijn:
- de zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden
- individuele en collectieve preventie
- gezondheidsvoorlichting en opvoeding (GVO)
Je moet als verpleegkundige methodisch kunnen handelen
Verpleegkundig proces:
- verpleegkundige anamnese
- verpleegkundige diagnose
- planning
- uitvoering
- evaluatie of;
Verpleegkundig proces:
- verpleegkundige diagnose
- beoogd resultaat
- verpleegkundige interventies
- behaald verpleegkundig resultaat
Wat zijn de verschillende rollen in de verpleegkunde?
Rollen | Domein | Domeinspecificatie |
Zorgverlener | Zorg | zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden - individuele en collectieve preventie |
Regisseur | | GVO |
Ontwerperp | Organisatie | zorgprogramma |
Coach | | verpleegbeleid – kwaliteitsborging |
Beroepsbeoefenaar | Beroep | beroepsinnovatie – deskundigheidsbevordering |
Wat is het verschil in HBO en MBO verpleegkunde?
Criteria | Kwalificatieniveau 4 | Kwalificatieniveau 5 = 4+1 |
Verantwoordelijkheid | Zelfstanding plannen en uitvoeren van zorg a.h.v. standaarden | + Initiërende en coördinerende rol tav preventie, GVO en voorlichting + Consult verlenen; voorbeeldfunctie |
Complexiteit | Efficiënt en flexibel uitvoeren en plannen van zorg volgens standaardprocedures | + Bedenken van nieuwe procedures, tactisch en strategisch handelden, ontwikkelen en uitvoeren van beleid |
Transfer/toepassingsvermogen | Beroepsspecifieke en beroepsonafhankelijke kennis en vaardigheden | + Analytische, probleemoplossende en communicatieve vaardigheden + Op metaniveau reflecteren op eigen en andermans handelen |
Wat is MBO-niveau 1?
Zorghulp
Je werkt bij oudere, zieke of gehandicapte mensen die thuis of in een instelling wonen.
Wat je als zorghulp of verpleeghulp precies doet, is onder andere afhankelijk van de instelling waarvoor je werkt. Deze collega's bieden jou deskundige leiding en je helpt hen onder andere bij verzorgende taken als het wassen en aankleden van de cliënt. In de thuiszorg komen dit soort werkzaamheden minder voor, omdat je hier voornamelijk alleen bij een cliënt bent.
Boodschappen doen, stofzuigen, het bed opmaken of het klaarmaken en uitdelen van maaltijden... Je ondersteunt mensen bij het runnen van hun huishouden. Maar ook even een praatje maken over wat er allemaal gebeurd is die dag, hoort erbij. Als je werkt met mensen die in een instelling wonen, komt het bovendien voor dat je helpt met het organiseren van een verjaardagsfeest, je een eindje gaat wandelen, de krant voorleest of een spelletje meespeelt. Bij mensen thuis haal je bijvoorbeeld ook wel eens de kinderen van school of speel je met ze.
Het uitgangspunt bij je werkzaamheden is dat je cliënt zoveel mogelijk zelf blijft doen. Daarin stimuleer je de mensen voor wie je zorgt zoveel mogelijk.
En als je ziet dat er veranderingen in de leefomgeving van je cliënt zijn, geef je dit door aan je collega's. Als het nodig is, kan hieraan dan extra aandacht gegeven worden. Overigens heb je sowieso regelmatig werkoverleg met je collega's en je leidinggevende.
Wat is MBO-niveau 2
Helpende
Als helpende welzijn werk je bij mensen die zich in hun leefomgeving niet helemaal zelfstandig kunnen redden. De inhoud van je werk is afhankelijk van het soort instelling waarvoor je werkt en van de cliënten met wie je te maken hebt.
Kenmerkend aan het beroep van helpende welzijn is dat je meer bezig bent met het welzijn van de cliënt dan met de algehele
verzorging. Dit in tegenstelling tot het beroep helpende (gezondheidszorg), waarbij je juist meer licht verzorgende taken uitvoert. Voor beide beroepen geldt dat je ook allerlei huishoudelijke taken uitvoert.
Een kopje koffie zetten of de maaltijd verzorgen behoren tot de werkzaamheden van de helpende welzijn, maar bijvoorbeeld ook het gezellig maken en schoon houden van de kamer van de cliënt. Ook kun je denken aan het draaien van een bardienst in de kantine en het organiseren van activiteiten als een bingoavond of een verjaardagsfeestje.
Je werkt nauw samen met je collega's. Je bent tenslotte helpende. Dat houdt in dat je niet alleen je cliënten helpt, maar ook de andere zorgverleners en begeleiders. Je ondersteunt hen bij hun werkzaamheden en krijgt leiding van hen.
Wat is MBO-niveau 3
Verzorgende
Wat leer je?
Globaal gezegd leer je tijdens de opleiding onder andere hoe je zelfstandig en volgens een zorgplan zorg kunt verlenen in verschillende zorgsituaties. Persoonlijke verzorging zoals helpen met wassen, eten en aankleden, begeleiding en zorg voor de huishouding en leefomgeving staan hierin centraal. Ook leer je hoe je de veranderingen in de (gezondheids)situatie signaleert en hoe je de zelfredzaamheid van mensen stimuleert.
Deelkwalificaties
Deelkwalificaties die je tijdens de opleiding met een voldoende moet afronden:
- Coördinatie van zorg
- Zorg voor huishouding
- Interactie in beroepssituaties
- Plannen van zorg
- Verzorgen van verstandelijk gehandicapten
- Zorg voor ouderen
- Verzorgen barenden, kraamvrouwen en pasgeborenen
- Verzorgen van chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten, revalideren
- Ontwikkelingen in de maatschappij 1 en 2
- Basiszorg
- Preventie en GVO 1
- Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering verzorgende
Je eigen keuze!
Tijdens de opleiding kies je ook nog voor één van de volgende differentiaties:
- Kortdurende zorg
- Kraamverzorging
- Verzorgen van geriatrische zorgvragers
- Zorg voor chronisch zieken
Verzorgende IG
Als je later ook eenvoudige verpleegkundige handelingen wilt uitvoeren, kies je niet voor één van bovenstaande differentiaties, maar voor de deelkwalificatie Verplegende Elementen. Je ontvangt dan het diploma Verzorgende IG. Als je voor één van de differentiaties hebt gekozen, ontvang je het diploma Verzorgende.
Werkveld
Met de keuze voor één van deze differentiaties bereid je je goed voor op een werkveld dat jou aanspreekt. Dat betekent natuurlijk niet dat je na je opleiding alleen in dat werkveld terecht kunt. Omdat je zo breed bent opgeleid, kun je in alle zorginstellingen aan de slag. In andere werkvelden dan de gekozen differentiatie heb je in het begin meestal wel wat extra begeleiding nodig.
Verhouding theorie en praktijk
De beroepspraktijkvorming is een belangrijk onderdeel van de opleiding. Daarin doe je ervaring op en breng je in praktijk wat je op school hebt geleerd. Tijdens de beroepsopleidende leerweg besteed je zo'n 30% van je studietijd aan praktijk in de vorm van stages. Als je voor de beroepsbegeleidende leerweg kiest, ben je ongeveer 70% van de studietijd werkend aan het leren.
Wat is MBO-niveau 4
Verpleegkundige
Wat leer je?
Globaal gezegd leer je tijdens de opleiding onder andere hoe je zelfstandig verpleegkundige handelingen kunt uitvoeren in verschillende zorgsituaties. Ook leer je hoe je de zorgverlening kunt coördineren en organiseren en hoe je met zorgvragers kunt omgaan. Denk daarbij bijvoorbeeld aan mensen die in een ziekenhuis liggen, aan lichamelijk en verstandelijk gehandicapten, ouderen en zwangere vrouwen en pasgeboren kinderen.
Deelkwalificaties
- Onder de deelkwalificaties die je met een voldoende moet afronden vallen:
- Coördinatie en Continuïteit van Zorg 1
- Ontwikkelingen in de maatschappij 1 + 2
- Basiszorg
- Preventie en GVO 1
- Plannen van Verpleegkundige Zorg 1
- Verpleegtechnische handelingen 1
- Verplegen van Zorgvragers voor/na Chirurgische Ingreep 1
- Verplegen van Geriatrische Zorgvragers 1
- Verplegen van verstandelijk gehandicapten 1
- Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering verpleegkundige 1
- Verplegen van Zorgvragers met een Psychiatrische Ziekte 1
- Verplegen Zwangeren, Barenden, Kraamvrouwen, Pasgeborenen 1
- Verplegen van kinderen en jeugdigen 1
- Interactie in Beroepssituaties
- Verplegen van chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderenden 1
Je eigen keuze!
Tijdens de opleiding kies je ook nog voor één van de volgende differentiaties:
- Kraam-, kind- en jeugdzorg 1
- Psychiatrie en verstandelijk gehandicaptenzorg 1
- Chronisch zieken 1
- Klinische zorg
Met de keuze voor één van deze differentiaties bereid je je goed voor op een werkveld dat jou aanspreekt. Dat betekent natuurlijk niet dat je na je opleiding alleen in dat werkveld terecht kunt: omdat je zo breed bent opgeleid, kun je in alle zorginstellingen aan de slag.
Verhouding theorie en praktijk
De beroepspraktijkvorming is een belangrijk onderdeel van de opleiding. Daarin doe je ervaring op en breng je in praktijk wat je op school hebt geleerd. Tijdens de beroepsopleidende leerweg besteed je zo'n 30% van je studietijd aan praktijk in de vorm van stages. Als je voor de beroepsbegeleidende leerweg kiest, ben je ongeveer 70% van de studietijd werkend aan het leren.