De zintuigen van de mens
Zintuigen maken ons bewust van onze omgving en helpen ons bij het ontdekken van gevaar. Zonder zintuigen kunnen we moeilijk functioneren. Bij uitval van een van de zintuigen, ziet men vaak dat een ander zintuig het over neemt en daardoor sterker ontwikelt. Zo zal een blinde sterker horen en ruiken en ook de tast is gevoeliger. We hebben vijf zintuigen die wetenschappelijk vast staan. Sommigen zweren bij een zesde zintuig.
Wat zijn zintuigen
Zintuigen zijn een groepje receptoren die zeer gevoelig is voor prikkels van buitenaf. Deze prikkels worden doorgegeven naar de hersenen en omgezet in informatie. Hierdoor wordt men zich bewust van de omgeving waarin met zich bevindt. Ieder zintuig heeft een bepaalde prikkel nodig om te reageren, dit noemt men een adequate prikkel. Er zijn twee typen zintuigen.
Prikkelgevoelige zenuwcellen
Prikkels die binnenkomen vormen een impuls en worden door de zenuwcel vervoerd.
Doorgeefcellen
Prikkels die binnenkomen worden doorgegeven aan uitlopers van zenuwcellen.
Smaakzintuig
Het waarnemen van smaak gebeurt door de smaakzintuigcellen en de smaakbekers van de tong. Op de tong liggen smaakpapillen. Deze smaakpapillen onderscheiden vier smaken: zoet, zuur, zout en bitter. Voorop de tong liggen de smaakpapillen voor zoet. Daarachter, aan de zijkant en iets naar binnen toe, de smaakpapillen voor zout. Weer daarachter aan de zijkant en iets naar buiten toe, zuur. Bitter ligt als een boog over de breedte van de tong, achteraan op de tong. Alle andere smaken die we proeven worden veroorzaakt door geurstoffen in het voedsel of de drank, die via de mond bij de neus uitkomen.
Gehoor
Het gehoor wordt waargenomen met het gehoororgaan. Het gehoororgaan bestaat uit een buitenoor, een middenoor en een binnenoor.
Uitwendige gehoorgang
Deze begint bij het trommelvlies, deze sluit de uitwendige gehoorgang scheef af en is in het midden naar binnen getrokken.
Middenoor
Het middenoor is ongeveer 2 mm breed en 2 mm hoog. De binnenzijde bevat het ovale en het ronde venster, met daarboven de welving van het eerste gedeelte van het slakkenhuis. Het middenoor, ook wel trommelholte genoemd, zet zich voort in de buis van Eustachius, die in de keelholte uitkomt. Tussen het trommelvlies en het ovale venster liggen de drie gehoorbeentjes. Deze hebben de benaming van de vorm waar ze aan doen denken: hamer, aambeeld en stijgbeugel.
Binnenoor
Het binnenoor bevat het slakkenhuis en drie halfcirkelvormige kanalen, die deel uitmaken van het evenwichtsorgaan.
Horen
Geluidstrillingen worden door het trommelvlies opgevangen en doorgegeven aan het middenoor. De drie gehoororgaantjes vangen de trillingen op en geven deze door aan de vloeistof in het middenoor. In het slakkenhuis bevinden zich gehoorcellen die deze trillingen omzetten in elektrische impulsen, zodat deze doorgegeven kunnen worden aan de gehoorzenuw, die deze dan weer vervoerd naar de hersenen.
Zien
Met het oog kan de mens zien. Een voorwerp waar men naar kijkt wordt door het hoornvlies en de lens omgekeerd en verkleind op het netvlies afgebeeld. Het oog zet deze beelden die op het netvlies vallen om in impulsen. Deze impulsen worden vanuit het netvlies via de gezichtszenuw naar de hersenen vervoerd. In de hersenen worden de impulsen verwerkt, zodat men zich bewust word van datgene wat men ziet.
Zinsbedrog
Met zinsbedrog wordt bedoeld het waarnemen van kleuren, geuren, vormen, klanken etc die op een andere manier worden waargenomen dan men verwacht. Er is geen sprake van bedrog door de zintuigen, maar de hersenen zetten alles om in een creatieve verwerking. En dit klopt soms niet helemaal met de werkelijkheid.
Reuk
De neus is belangrijk om geuren mee waar te nemen, maar ook om voedsel mee te proeven. Materiaal dat geurt, geeft deeltjes af die door de lucht het reukslijmvlies bereiken. Zenuwvezels vangen de prikkels op. Deze zenuwvezels lopen via kleine openingen in de schedelbasis naar het primaire reukcentrum. De zenuwvezels geven de prikkels daar af. De prikkels gaan vervolgens via de reukstreng naar de reukdriehoek, en ook naar andere gedeelten van de hersenen. Daar word de informatie verwerkt. Geuren komen ook via de mond binnen, daarom proeven we in principe met de neus. De mens heeft ongeveer 5 miljoen reukcellen en kan hiermee circa 20.000 geuren waarnemen. Een kat heeft ongeveer 20 miljoen geurcellen en kan daarmee geuren veel beter waarnemen en van een grotere afstand.
Tastzintuig
Het vijfde zintuig dat zich dit keer niet alleen op of in het hoofd bevat, is het tastzintuig. Het tastzintuig neemt drukverschillen waar. Over het hele lichaam zitten tastreceptoren. die drukverschillen waar kunnen nemen. Wanneer de huid wordt aangeraakt, registreren de tastreceptoren dat en geven de prikkels door aan de hersenen. In sommige delen van het lichaam zitten extra veel tastzenuwen die gevoeliger zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval in de vingertoppen en in de lippen. Hierdoor kunnen we vormen en afmetingen nauwkeuriger waarnemen. Zelf tasten we alles af met onze lippen. Een baby brengt voorwerpen automatisch naar de mond om deze met zijn lippen af te tasten. Ook warmte en kou wordt waargenomen door deze receptoren.
Zesde zintuig
Een zintuig dat niet bij de eerste vijf zintuigen hoort, en ook niet medisch en wetenschappelijk is aangetoond maar wel door sommigen wordt erkend. Dit zintuig heeft te maken met buitenzintuigelijke waarnemingen zoals intuïtie en telepathie. Het zesde zintuig is uitgebreid onderzocht door Dr.J. Rhine. Er wordt beweert dat iedereen het zesde zintuig bezit, maar dat deze niet bij iedereen ontwikkelt is. Een voorbeeld van een waarneming met het zesde zintuig is, dat men ergens aan denkt en de partner het op dat moment ook onder woorden brengt. Dit fenomeen ziet met vaak onder partners die nauw samenleven. Dit valt dan onder telepathie. Of het toeval is of echt telepathie, is moeilijk te bewijzen. De wetenschap kan alleen dingen bewijzen wanneer het meetbaar en verklaarbaar is.