De Automatische Externe Defibrillator (AED)

De Automatische Externe Defibrillator of AED kan mensenlevens redden als mensen een hartstilstand hebben gehad. Tegenwoordig zijn defibrillatoren (AED's) te vinden in elk dorpshuis of verenigingsgebouw. De defibrillator (AED) kan eenvoudig bediend worden omdat de instructies door het apparaat zelf gegeven worden.

Hartstilstand: reanimeren is de oplossing

Iemand die een hartstilstand heeft gehad moet zo snel mogelijk worden gereanimeerd om de levenskansen zo hoog mogelijk te krijgen. Dat kan door handmatige reanimeren, maar ook door het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator (AED).

Zoveel mogelijk AED's zorgen voor zo min mogelijk doden na hartstilstand

Volgens deskundigen zouden er zoveel mogelijk AED’s moeten zijn, zodat de kans op reanimatie zo groot mogelijk is. Sommigen betwijfelen dat omdat ze denken dat mensen als kasplantjes uit zo’n proces komen, maar dat komt niet overeen met de werkelijkheid. Er zijn namelijk nauwelijks mensen die in erg slechte staat zijn die een hartstilstand vervolgens overleven. Als het slecht gaat na een reanimatie, overlijden die mensen toch nog vaak. Wie echter goed herstelt, kan gewoon weer veel zaken doen die hij of zij daarvoor ook al deed. Het punt is alleen dat het nooit aan iemand te zien is of iemand hersteld is van een hartstilstand. Dat staat namelijk niet op zijn of haar voorhoofd geschreven. Alleen de heel kleine groep die heel slecht uit een reanimatie komt of die overlijdt, is vaak wel duidelijk te zien. Zo loopt 1 op de 100 mensen bij reanimatie na een hartstilstand iets op dat ze daarvoor niet hadden. Dat kan bijvoorbeeld een hersenbeschadiging zijn die is opgelopen door zuurstofgebrek. Maar dit is maar een heel kleine groep. De grootste groep die wordt gereanimeerd leeft vervolgens op een plezierige manier door na een hartstilstand.

Reanimeren: zo snel mogelijk na een hartstilstand

Na een hartstilstand is een zo snel mogelijke reanimatie van levensbelang. Met een aanwezige AED kunnen kostbare seconden of zelfs minuten gewonnen worden. Bij de AED wordt zo snel mogelijk een elektrische schok toegediend die het hartritme normaliseert. Het feit dat zo’n apparaat op steeds meer plaatsen hangt en toegankelijk is, maakt dat er ook veel meer mensenlevens kunnen worden gered. Dit blijkt ook uit cijfers van de Hartstichting. In 1995 overleefde 9 procent van de mensen met een hartstilstand een reanimatie buiten het ziekenhuis. Anno 2010 is dat 20 procent en dat is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de AED. Per dag worden 3 mensen gered door inzet van de AED. Dat zijn er duizend in een jaar. Het gaat dan om mensen die vervolgens weer volledig in het leven staan.

Veel AED’s worden nooit gebruikt

Overigens is het wel een feit dat veel van de AED’s nooit zullen worden gebruikt. Ze hangen namelijk overal, maar er is niet altijd iemand met een hartstilstand die geholpen moet worden. Bovendien hangen sommige AED’s achter slot en grendel en kan er alleen gebruik van worden gemaakt als er iemand in de buurt is die het apparaat mag bedienen.

Hoe werkt de AED?

1. Zodra duidelijk is dat iemand gereanimeerd moet worden, moet de AED worden aangezet.
2. Als dat is gebeurd, vertelt het apparaat precies wat er moet gebeuren
3. Elke AED is weliswaar anders, maar elke AED moet worden aangesloten met elektrodes op de borst van degene met een hartstilstand
4. Het apparaat gaat vervolgens aan de hand van het eventuele hartritme na of er elektrische schoks nodig zijn en hoe sterk die moeten zijn
5. Als de schok vrij snel na het intreden van de hartstilstand wordt gegeven is de kans groot dat het hart weer begint te pompen
6. Als iemand niet direct weer bijkomt, vertelt de AED aan degene die het apparaat bedient wat er moet gebeuren. Zo wordt aangegeven welk ritme van de handmatige reanimatie moet worden gevolgd, wanneer er beademd moet worden en of de hartmassage harder moet.