Bloed, levenssap van het lichaam
Vier tot zes liter bloed pulseert door het lichaam van een volwassen mens. Dat is zeven tot acht procent van het gezamenlijk gewicht. Het rode sap komt echt overal, van het puntje van de tenen tot de haarwortels. Het neemt zuurstof, voedsel, gifstoffen en nog veel meer mee op zijn reis. Toch is het bloed niet alleen een transportmiddel, maar ook een klimaatregelaar en het is een meester in het afweren van ziektes.
Wat is bloed
Een bloeddruppel ziet er uit als een donkerrode inkt. De kleur komt door de rode bloedlichaampjes. Bloed bestaat niet alleen uit vocht. In het vloeibare bloedplasma, dat voor 90% uit water bestaat, bevinden zich vaste deeltjes: de rode bloedlichaampjes (erythrozyten), de witte bloedlichaampjes (leukozyten) en de bloedplaatjes (thrombozythen). Het bloed is onophoudelijk onderweg in de bloedbaan, dat zich als een groot wegennet in het lichaam bevindt. Alle menselijke bloedvaten zijn samen ongeveer 100.000 km lang. Het bloed gaat door de longen, lever, mond, spieren, hersenen en alle andere organen en cellen. De afzonderlijke bestanddelen van het bloed hebben daarbij ieder hun eigen taak.
Wat kan bloed
Als het bloed door de longen gaat, begint het belangrijkste werk van de rode bloedlichaampjes. Ze nemen daar zuurstof op, die de mens inademt, en brengt dat naar alle cellen van het lichaam. Die cellen gebruiken de zuurstof en krijgen daardoor energie. Als afvalstof ontstaat daardoor koolstofdioxide, dat door het bloed teruggebracht wordt naar de longen en dan wordt het weer uitgeademd. De rode bloedlichaampjes worden gevormd in het beenmerg. Daar leven ze ongeveer vier maanden en dan worden ze in de milt weer afgebroken.
Als het bloed in de darm komt, worden daar de verkleinde voedingsstoffen opgenomen. Deze (bouw)stoffen komen voort uit de spijsvertering in de maag en darm, waar de voeding van de mens in kleine stukjes wordt verdeeld. Deze bouwsteentjes zwemmen in het plasma en komen in alle cellen en worden daar verder verbruikt. In ruil daarvoor reizen de giftige afvalstoffen, die de cellen niet meer gebruiken, met het plasma naar de nieren en lever, waar ze afgebroken worden.
Als een mens zich opwindt, wordt de huid rood. Er stroomt meer bloed door de aderen en de huid geeft meer warmte af. In de winter daarentegen is men vaak wat bleker: er wordt minder bloed naar het oppervlak gestuurd zodat er minder warmte verloren gaat. Op die manier zorgt het bloed ook voor de temperatuursregeling.
De witte bloedlichaampjes zijn immuuncellen en ze zijn zo ongeveer de beschermer van het lichaam. Ze beschermen het lichaam tegen ziektes door infectie. Daarvoor hebben ze verschillende manieren. Ze kunnen bijv. de binnengedrongen ziektekiemen opeten of onschadelijk maken door antilichaampjes. Er zijn veel minder witte bloedlichaampjes dan rode, maar ze zijn wel een keer zo groot en ze kunnen zich zelfstandig voortbewegen. Ze worden in het beenmerg gevormd.
De bloedplaatjes zijn dunne, kleurloze schijfjes. Ze ontstaan ook in het ruggenmerg. Als een mens zich verwondt, gaan de bloedplaatjes snel naar de plek des onheils. Ze helpen om zo snel mogelijk de wond dicht te maken, zodat het bloed kan stollen.
De weg door het lichaam
Het hart is de motor van het bloedtransport. Het pompt continue het levenssap door de bloedbaan. De bloedvaten, die van het hart weg gaan, heten arterien. Ze hebben dikke wanden en spieren. Met hoge druk wordt het bloed met iedere hartslag in de arterien geperst. Deze regelmatige drukgolf kan men voelen aan de hals, hand of pols. Hoe verder de arterien van het hart af zijn, des te meer vertakken ze zich. Ze worden dan arteriolen en uiteindelijk dunne vaten. Hier is bijna geen druk van het hart en de wanden zijn heel dun. Door deze vaten kunnen de bloedlichaampjes de meegebrachte zuurstof en voedingstoffen afgeven en kooldioxide en andere afvalstoffen weer meenemen.
Na het uitwisselen van de stoffen verwijden de bloedvaten weer. Dan worden het aderen en ze gaan terug naar het hart. Deze hele weg, die het bloed aflegt, heet de bloedsomloop. Voordat het bloed echter weer opnieuw vertrekt, wordt het door het hart eerst nog naar de longen gestuurd, om zich daar met bloed vol te tanken. Dan pompt het hart het bloed weer door het lichaam.
Ziek
Het gecompliceerde systeem van de bloedsomloop kent vele mogelijkheden, om zich tegen gevaar te beschermen. Zo hebben we de witte bloedlichaampjes om ons te beschermen tegen ziektes en de bloedplaatjes kunnen snel wonden dichten. Maar soms lukt het toch niet het leven van een mens te behouden. Zo zijn er ziektes, waarbij deze deeltjes va het bloed niet functioneren. Bij bijv. hemofilie kan het bloed geen wonden meer dichten, zodat bij ieder verwonding het gevaar bestaat dood te bloeden. Bij bloedarmoede heeft het bloed niet genoeg rode bloedlichaampjes, dus het bloed krijgt niet genoeg zuurstof. Mensen met bloedarmoede zien heel bleek. De meeste bloedziektes kunnen tegenwoordig met medicijnen verholpen worden. Bij groot bloedverlies door een ongeluk of operatie krijgt het mens bloed van andere mensen. Het belangrijkste bij zo'n bloedtransfusie is, dat het bloed van de donor dezelfde bloedgroep heeft als het bloed van de ontvanger. Anders herkennen de witte bloedlichaampjes het bloed niet en zien het als gevaarlijk, waardoor ze het zullen afstoten.
© 2011 - 2024 Nadasha, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Werking hart en bloedvatenHieronder volgt een kleine beschschrijving over de werking van het hart, de bloedomloop en de bloedvaten