Schijndood of ondode
De grootste angst van een ieder die dood gaat: om schijndood te zijn en levend begraven te worden. Hoe herken je een schijndode, of liever gezegd: hoe herken je een echte dode?
Schijndood: wat is dat?
Iemand die schijndood is, is niet hersendood. Schijndood is een toestand van diepe bewusteloosheid. De grootste angst die mensen vaak hebben, is om begraven te worden terwijl ze schijndood zijn. Wie namelijk wakker wordt in een lijkkist diep onder de grond, zal daar een langzame verstikking te wachten staan.
Optreden schijndood
Schijndood treedt vooral in bepaalde gevallen op. Zo kan je denken aan elektrocutie, waarbij alle lichaamsfuncties uitgeschakeld lijken te zijn.Bij ernstige onderkoeling kan het hart zo traag gaan werken dat het slachtoffer ook schijndood is. Ook bij verdrinking treedt wel eens de schijndood op. Vergiftiging met alcohol of andere middelen kan ook schijndood opwekken. Wanneer iemand een traumatische shock heeft opgelopen die zeer ernstig is, zoals bij een groot ongeval, kan ook schijndood optreden.
Levend begraven
De nachtmerrie van een ieder: levend begraven worden. Vroeger had men hier zoveel angst voor dat een dode niet direct begraven werd maar eerst een aantal dagen in een speciaal huisje werd geplaatst. Aan een van de vingers kreeg de vermeende dode een touwtje, dat verbonden was met een bel. Wanneer de dode weer zou herleven, dan kon deze de andere mensen waarschuwen.
Pas na een aantal dagen werd de dode echt begraven.
Hoewel dit iets is van vroegere tijden, wordt de methode wel nog steeds toegepast. Een dode mag pas begraven of gecremeerd worden na 36 uur. Eventuele schijndood kan dan voor die 36 uur opgemerkt worden. Ontbindingsverschijnselen zijn dan meestal al waar te nemen, lijkvlekken zijn al eerder te zien. Een en ander hangt wel af van de mate van bewaring van het lijk: in de koeling, zoals hier meestal het geval is, zal ontbinding langer op zich laten wachten.
Verklaring dood
De verklaring dat iemand dood is, wordt door een arts vastgelegd. Deze doet dit door middel van het nakijken van de hartslag, ademhaling en reflexen. Bij schijndood zijn de reflexen vaak uitgeschakeld. Ook is bij schijndood de ademhaling en de hartslag bijna niet waarneembaar. Gelukkig kan met de moderne medische hulpmiddelen beter gecontroleerd worden. Via een EEG kan elektrische activiteit in de hersenen worden geregistreerd.
De doodverklaring ligt niet bij de lijkschouwer. Toch komt het wel eens voor dat deze een vermeende dode op zijn tafel krijgt, die later begint te ademen of te bewegen en levend is. In gevallen waarbij schijndood eerder optreedt wordt er wel extra gecontroleerd. Door de minimale duur van 36 uur voor begraving, kan eventuele schijndood opgemerkt worden. Maar zelfs dan is er nog steeds een hele kleine kans dat iemand levend begraven wordt. Een wel hele kleine kans! Cremeren brengt overigens minder leed met zich mee als ze dan toch van je af willen: crematie gaat zo snel dat je er niet eens wat van voelt, mocht je nog levend zijn.
Lees verder