Gezondheidszorg: zij-instromer in de zorg
De zorg heeft te maken met een groot tekort aan gekwalificeerde mensen. Er zijn daarom verschillende programma's om zij-instromers te trekken vanuit andere sectoren waar minder werk beschikbaar is. Er worden verschillende opleidingstrajecten aangeboden. Tegelijkertijd is niet iedereen in de zorgsector even enthousiast over deze mogelijkheid omdat niet elke zij-instromer geschikt is voor het vak.
In de zorg is er een oplopend tekort aan personeel. Hier zijn verschillende redenen voor. Een reden is dat met de oplopende vergrijzing de vraag naar zorg steeds meer aan het toenemen is. Er zijn steeds meer handen aan het bed nodig, terwijl het aantal beschikbare mensen afneemt. Een tweede reden is dat veel minder mensen van nature voor een beroep in de zorg kiezen dan voorheen. In het verleden was voor met name vrouwen het een logische stap om in de zorg te gaan werken. Doordat vrouwen intussen veel meer mogelijkheden hebben op de arbeidsmarkt kiezen er ook steeds minder mensen voor de zorg. Een laatste reden is de toenemende druk in de zorg en het weinig aantrekkelijke salaris. Dit laatste herhaalt zich steeds weer. De zorg is minder aantrekkelijk waardoor mensen voor ander werk kiezen, met als gevolg dat de druk verder toeneemt voor de mensen die nog wel werkzaam blijven in de zorg.
Opleidingen voor zij-instromers in de zorg
Scholen zijn daarom met speciale overstap- en zijinstromertrajecten begonnen. Zorginstellingen werken vaak samen met scholen. Een voorbeeld van zo’n samenwerking is Reinaerde. Voor mensen vanaf de leeftijd van 25 jaar is het mogelijk om vanuit een andere beroepsgroep de overstap te maken. Zij-instromers krijgen een leerarbeidsovereenkomst, maar worden wel ingeschaald in FWG30 van de CAO Gehandicaptenzorg. Daardoor blijft het financieel aantrekkelijk om de overstap te maken. De studiekosten worden vergoed en instromers krijgen een contract van 32 uur. Zij moeten een dag in de week naar school. Hiervan krijgen ze ruim 3,5 uur vergoed. Als ze afgestudeerd zijn kunnen ze een baan krijgen binnen de instelling zelf.
Instromer in de zorgsector
Tegelijkertijd is er ook veel kritiek op al deze regelingen. Arbeidsdeskundigen denken namelijk niet dat dit de manier is om het personeelstekort in de gezondheidszorg op te lossen. Een eerste punt van kritiek is namelijk dat het tijd kost om iemand om de scholen. Voordat iemand zelfstandig in de gezondheidszorg kan werken moet hij of zij zeker een opleidingstraject van een jaar of vier hebben gevolgd. De effecten van de maatregelen zijn dus pas op de lange termijn zichtbaar. Daarbij werkt het ook demotiverend voor mensen die aan het traject beginnen dat ze eerst zo’n lange opleiding moeten volgen. Als laatste punt van kritiek wordt genoemd dat mensen makkelijk onderweg afhaken.
Mensen werven met ervaring in de zorg
Een ander nadeel is dat niet iedereen die in een andere sector werkloos raakt zomaar de overstap kan maken na de zorg. Werknemers die bijvoorbeeld uit de bouw- of transportsector afkomstig zijn hoeven helemaal niet geschikt te zijn om te gaan werken in de zorg. Zij hebben vaak een hele andere – misschien een wat hardere – instelling. Om in de zorg werkzaam te zijn is een bepaald zorgzaam gevoel vereist. Veel zorginstellingen richten zich er daarom vooral op om mensen aan te trekken die in het verleden wel werkzaam zijn geweest in de zorg, maar er bijvoorbeeld mee gestopt zijn omdat ze kinderen kregen. Het voordeel van deze mensen is dat ze snel weer kunnen worden ingezet en ook een bepaalde ervaring hebben met het werk.