Bedrijfshulpverlening: volgen van een BHV-cursus
Elk bedrijf is verplicht om een of meerdere bedrijfshulpverleners in dienst te hebben, oftewel een BHV'er. Deze moeten door middel van een cursus worden behaald. De BHV'er moet de eerste hulp bieden bij ongevallen of als de veiligheid of gezondheid van mensen in gevaar dreigt te komen. Wanneer zij de cursus met succes hebben afgerond krijgen ze een diploma. Dit diploma blijft een jaar geldig. Daarna moeten ze op herhaling.
Sinds een aantal jaren moet er in elk bedrijf een bedrijfshulpverlener zijn. De afkorting daarvan is BHV’er. Deze BHV’er(s) is verantwoordelijk om als eerste te handelen in het geval dat er iets mis gaat waardoor de gezondheid en/of veiligheid van de aanwezige werknemers en anderen wordt bedreigd. In 1989 nam de Europese Unie wetgeving aan waardoor elk land gedwongen werd om maatregelen te nemen waardoor de veiligheid van werkgevers en werknemers zou verbeteren. De Nederlandse overheid vertaalde dit in de bedrijfshulpverlening. Sinds 1994 moet elk bedrijf van een bepaalde grote één of meerdere BHV’ers in dienst hebben. Des te groter een bedrijf is, des te meer BHV’ers er moeten werken. Het is ook belangrijk dat er altijd een of meerdere daadwerkelijk aanwezig zijn.
Opstellen van een risico-inventarisatie en-evaluatie
Alle BHV’ers binnen een organisatie heten de BHV-organisatie. Iedere organisatie die BHV’ers in dienst heeft met beginnen met het opstellen van een risico-inventarisatie en-evaluatie (RI&E). Daarin wordt gekeken naar alle mogelijke risico’s die het bedrijf zou kunnen bedreigen en de veiligheid van de werkgevers. Het gaat dan bijvoorbeeld om brandgevaar of de kans op een ongeval. Vervolgens moet in een plan van aanpak worden verwoord wanneer daar iets aan kan worden gedaan. In het plan van aanpak, ook wel BHV-plan genoemd, moet rekening gehouden worden met een aantal maatgevende factoren. Dat zijn de factoren waardoor het risico op ongevallen zou kunnen toenemen of afnemen. Dat wordt er bijvoorbeeld gekeken naar mogelijke brandscenario’s, de grote van de organisatie, het aantal niet zelfredzame personen (bijvoorbeeld gehandicapten en kinderen), de aanrijtijd van hulpdiensten, de deskundigheid in de organisatie en de bekendheid van werknemers met de ontruimingsprocedure.
Volgen van een BHV-cursus
Nadat dit alles is gebeurd moeten de BHV’ers worden opgeleid. De BHV’er heeft bepaalde verantwoordelijkheden. Zij moeten als eerste hulp kunnen bieden in het geval ongevallen, zij moeten brand kunnen beperken en bestrijden en zij moeten in noodsituaties alle werknemers en andere aanwezigen kunnen waarschuwen en evacueren uit het gebouw. Ook moeten zijn contact onderhouden met hulpverleningsdiensten van buiten zoals de ambulance en brandweer. Deze lopen bij rampen vaak tegen het probleem aan dat er weinig mensen zijn ter plaatse met genoeg deskundigheid. Daarom moeten de BHV’ers ook kunnen reanimeren of helpen bij brand. Dit soort vaardigheden leren BHV’ers allemaal op de cursus.
Behalen van een BHV-diploma
Iedere BHV’er is verplicht een opleiding te volgen. Dit is vastgelegd in de Arbeidsomstandighedenwet. Afhankelijk van het aantal niet redzame personen wordt bepaald hoeveel BHV’ers er binnen een organisatie moeten zijn. Binnen een bejaardenhuis kan het dus prima voorkomen dat iedereen een cursus moet volgen. De cursus duurt doorgaans twee dagen. De vakbekwaamheidscertificaten worden uitgegeven door verschillende bureaus die op hun beurt erkend zijn door de Raad van Accreditatie. Soms is het ook de brandweer die de cursussen geeft. U kunt deze bureaus die de cursussen geven ook wel via het internet vinden. Deze certificaten zijn ook internationaal erkend. Iemand die een BHV-cursus heeft gevolgd mag zich een jaar lang BHV’er noemen. Vervolgens is hij of zij weer genoodzaakt een opfriscursus van een dag te volgen.