Biomedische Technologie, een multidisciplinaire samenwerking
Onder Biomedische Technologie wordt verstaan het integreren van ingenieurs- en medische wetenschappen om diagnose en therapie van patiënten te verbeteren. Bij diagnose moet je dan denken aan bijvoorbeeld medische instrumentatie en medische beeldvorming. Therapie verwijst naar revalidatietechnologie, prothesen, orthesen, kunstorganen en implantaten. Wat heeft geleid tot het ontstaan van deze, niet meer weg te denken technologie en hoe komt een product tot stand?
De eerste prothese
De eerste prothese stamt uit 1400 voor Chr. Het is een teenprothese gevonden tijdens opgravingen in Thebe (Egypte). Het geeft blijk van een ver gevorderde beschaving, want de prothese is werkelijk een kunstwerk. Zelfs de nagel ontbreekt niet! Rond 1500 na Chr, de periode die we Renaissance noemen, komt er meer aandacht voor zowel het medische gebied als de technologie. We kennen allemaal de bekende afbeeldingen van het menselijk lichaam gemaakt door Leonardo Da Vinci. In de 20ste eeuw werken de medische wetenschap en de technologie steeds meer samen aan het oplossen van vraagstukken op medisch gebied. Dit leidt in 1970 tot de eerste heupprothese. Deze samenwerking wordt de biomedische technologie genoemd.
Een methodiek in het ontwerpen
Waar eerst de artsen zelf bezig waren met het maken van hulpstukken voor hun patiënten, blijkt al gauw dat het gewenst is meer methodiek in het ontwerpen aan te brengen. Daarvoor leggen de artsen contacten met technici, de industrie en de gebruikers. Want je kunt wel een mooi product ontwerpen, maar als de industrie het niet kan maken, dan ben je weer bij af. Of als de gebruiker zegt, dat het product hem niet helpt, dan kun je weer opnieuw beginnen. De Biomedische Technologie is dus multidisciplinair te noemen.
Het methodisch ontwerpen
Het methodisch ontwerpen bestaat uit de volgende fases:
- Analysefase waarin het probleem gedefinieerd wordt. Tijdens deze fase wordt ook het programma van eisen en wensen opgesteld. (bijvoorbeeld welk materiaal moet gebruikt worden, de levensduur, testen, prijzen etc) Een goed instrument hierbij zijn de computermodellen van het menselijk lichaam. Hiermee kunnen de bewegingen nagemaakt worden en krachten gemeten worden.
- Ideeën fase. Welke oplossingen kunnen er bedacht worden. Er wordt altijd gekeken naar meerdere oplossingen. Stel dat een oplossing niet te realiseren valt, dan kan er teruggevallen worden op een andere.
- De conceptfase. Een verdere detaillering van het idee.
- Prototype fase. Met technische tekeningen en prototypetesten.
- Productfase. Gebruikerstesten, overdracht naar industrie.
Het is uiterst belangrijk na iedere fase weer terug te gaan naar de vorige fases om te kijken of je nog steeds in lijn zit met de uitgangspunten. Om te kijken of het pakket van eisen en wensen juist is geformuleerd, is feedback van de arts uiterst belangrijk. Maar ook de industrie moet aangeven of de prijs realistisch is, of dat er nog andere toepassingen mogelijk zijn.
Samenwerken, hard nodig maar niet vanzelfsprekend
Samenwerking tussen al deze disciplines is hard nodig, maar is niet vanzelfsprekend. Zo kijken medici en technici heel anders tegen dingen aan. Neem nu de patiënt. De arts is op zoek naar een oplossing voor zijn individuele patiënt. De technicus kijkt echter naar een hele doelgroep. De arts werkt via een technisch protocol, terwijl bij de technicus zijn creativiteit de boventoon voert. Maar ook al kent iedere discipline zijn eigen gewoontes, methode en taal, binnen het samenwerkingsverband moet eenieder zich bewust zijn van deze cultuurverschillen en ze respecteren. Dat leidt voor alle partijen tot een meerwaarde.