Stevia en steviosides, zoetkracht
Stevioside en rebaudioside A, de belangrijkste zoetstoffen in de bladeren van Stevia rebaudiana (Bertoni) Bertoni, smaken ongeveer 300 keer zoeter dan sucrose. Rebaudioside A bevat t.a.v. stevioside nog een glucose-eenheid meer. Alle zoetstoffen uit Stevia worden gezamenlijk aangeduid als steviolglycosiden. Deze zoetstoffen zijn zeer veilig in gebruik en hebben niet de nadelen van suiker.Het is algemeen bekend dat het voorkomen van diabetes type 2, obesitas en hoge bloeddruk (metabool syndroom) zeer sterk stijgen in de moderne samenleving, en dit o.a. te wijten is aan ongezonde voeding met teveel toegevoegde suikers, teveel vetten en zout, samen met het toevoegen van smaakversterkers (bv. glutamaten). Dit alles gaat dan nog gepaard met gebrek aan fysieke inspanning.
Stevioside
Stevioside is een goed alternatief voor suiker. De jaarlijkse kosten voor het behandelen van hoger genoemde ziektesymptomen kan geschat worden op minimaal 5 miljard euro in België, en op meer dan 230 miljard euro in Europa. Dit is zeer veel geld en de som dekt de aankoop van geneesmiddelen, ziekenhuisopname, amputaties, verzorging van oogproblemen gaande tot blindheid, behandeling van hart- en vaatproblemen, speciale diëten, tandverzorging, kosten voor de medische staf enz..Vanaf het begin zou een duidelijk onderscheid moeten gemaakt worden tussen lage doses steviol glycosiden gebruikt om te zoeten, en hoge doses waarbij gunstige farmacologische effecten kunnen optreden, maar die liefst onder medisch toezicht worden toegepast.
Lage dosissen
De voordelen van steviolglycosiden gebruikt als zoetstof of als dieetsupplement (dagelijkse maximale inname lager geschat dan 200 mg per persoon) zijn veelvuldig: ze zijn stabiel, zonder calorieën en ze helpen mee aan een goede tandhygiëne door de suikerinname te beperken. Deze lage doses zijn in alle opzichten veilig voor gezonde mensen, doch ook voor diabetici (type 1 en 2), fenylketonurie-patiënten, Candida-patiënten en personen met overgewicht. Deze lage doses bezitten enkel zoetende effecten zonder farmacologische eigenschappen.Er zijn slechts kleine hoeveelheden nodig zijn om te zoeten vermits stevioside ongeveer 300 x zoeter is dan suiker (0.4% oplossing), stevioside is niet carcinogeen. Integendeel, het is aangetoond dat stevioside het aantal borstkankers sterk reduceert in vrouwtjesratten evenals de huidkankers bij muismodellen (Toyoda et al., 1997; Yasukawa et al., 2002; Konoshima and Takasaki, 2002),
Opname en metabolisme van stevioside werden bestudeerd bij menselijke vrijwilligers (Simonetti et al., 2004; Geuns et al., 2004, 2006). Stevioside wordt niet opgenomen in het spijsverteringskanaal (Geuns et al., 2003; Koyama et al., 2003a). Enkel bacteriën in het colon (dikke darm) breken stevioside af tot steviol, dat gedeeltelijk wordt opgenomen en in de lever omgezet tot steviolglucuronide. Dit wordt volledig uitgescheiden in de urine. Er is dus zeker geen ophoping van steviol in het lichaam.
Farmacologische effecten in hogere dosis
Inname van hoge doses stevioside (250 mg tot 500 mg driemaal dagelijks) kunnen de bloeddruk verlagen in patiënten met hypertensie maar met normale bloedglucose gehalten (Chan et al., 2000; Hsieh et al., 2003). Gemeten parameters in het bloed, waaronder lipiden en glucose, vertoonden geen significante verschillen. Er werden geen negatieve effecten waargenomen en er was een duidelijke toename van de levenskwaliteit. Er werd geen afname van de mannelijke potentie waargenomen (Hsieh et al., 2003).Hoge doses stevioside bezitten ook de mogelijkheid te fungeren in de behandeling van type 2 diabetes. Er werd aangetoond dat orale inname van stevioside een duidelijke verlaging veroorzaakt van het bloed glucosegehalte na een testmaaltijd (Gregersen et al., 2004). De afscheiding van insuline is stevioside-concentratie afhankelijk bij eilandjes van Langerhals uit muis en bij een β-cellijn. Bovendien is hierbij zeer belangrijk het feit dat stevioside actief is in een bloedglucose concentratie afhankelijke manier, i.e. het is inactief bij basale bloedglucose gehalten en het is enkel actief als het glucosegehalte de 5.6 mM overschrijdt. Op deze wijze leidt stevioside niet tot hypoglycaemia (Jeppesen et al., 1996, 2000). Stevioside verhoogt tevens de insuline gevoeligheid en het glucose transport in skeletspieren bij obese Zucker ratten (Lailerd et al., 2004). Stevioside verlaagt tevens de afscheiding van glucagon uit de α-cellijn TC1-6 (Hong et al., 2006). Gezien enkel steviol glucuronide werd teruggevonden in het bloed, werd deze verbinding gesuggereerd als de actieve verbinding die hogergenoemde farmacologische effecten bewerkstelligt.