Waarom eten we liever fastfood dan groente of fruit?
Zo'n twee miljoen Nederlanders eten minstens één keer per week in een snackbar of ander fastfoodrestaurant. Als tussendoortje nemen we liever een hamburger dan een wortel. Waarom kiezen we eerder voor fastfood dan groente of fruit?
Energie is makkelijk
De belangrijkste reden dat we zo van fastfood houden, is dat het veel energie bevat. Energie uit voedsel is de brandstof die ons lichaam nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Het geeft dan ook een goed gevoel als je je energiebehoefte vervult. Daar komt nog eens bij dat je fastfood heel snel kunt eten. Je hoeft er niet lang op te kauwen, omdat het weinig vezels bevat. Zo krijg je binnen korte tijd veel energie binnen. En dat geeft een extra fijn gevoel.
Hoe komt het dat die hamburgers en frieten zo veel energie bevatten? Die zit vooral in de vetten. De hoeveelheid energie in eten drukken we uit in kilocalorieën aan energie. Zo bevat een gram vet negen kilocalorieën aan energie. Koolhydraten en eiwitten bijna de helft daarvan. Een vette maaltijd bevat dus meer energie dan een vetarme maaltijd. Een portie frieten met een hamburger en cola levert bijvoorbeeld bijna de helft meer calorieën dan een normale portie boerenkoolstamppot met worst.
Vet leren eten
Dat we zo houden van de energie van fastfood is aangeboren, want in de prehistorie aten we zo energierijk mogelijk. Die energie sloeg ons lichaam op voor als er een gebrek aan voedsel was. Maar hoe zit het eigenlijk met de smaak van fastfood? Is onze voorkeur daarvoor ook aangeboren? Het antwoord daarop luidt: nee. Dat we fastfood lekker vinden, is aangeleerd. We zijn geconditioneerd om de smaak te waarderen. De eigenschappen van voedsel worden in de hersenen in verband gebracht met elkaar. Deze combinatie leer je kennen en geeft je een bepaald gevoel. Als je ziek wordt bepaald voedsel kan dat negatief uitpakken. Maar dat gevoel kan ook positief zijn, bijvoorbeeld als het eten je een voldaan gevoel geeft. Zo ga je in het vervolg smaak, geur, uiterlijk en structuur van voedsel associëren met dat gevoel.
Door die koppeling tussen het fijne gevoel en het eten van bijvoorbeeld een hamburger, wil je als je honger hebt weer een hamburger eten. Daarom eten de meeste mensen graag friet en hamburgers. Maar het conditioneren gebeurt ook op andere manieren. Hoe vaker je iets eet, hoe vertrouwder het wordt. Door bepaald voedsel van jongs af aan veel te eten, wen je eraan. Verder speelt de omgeving een belangrijke rol bij het aanleren van voedingskeuze. Als je ziet hoe lekker anderen iets vinden, ga je het zelf ook eerder lekker vinden.
Te weinig groente en fruit
Groente en fruit zijn gezond. Dit weten we allemaal, maar toch eten we het te weinig. Ze leveren de benodigde vitaminen, mineralen en zijn een bron van vezels. Veel mensen vinden het echter knap lastig om dagelijks de aanbevolen hoeveelheid groente te eten. De verklaring hiervoor is dat lekker het eigenlijk altijd wint van gezond. Over het algemeen hebben mensen een voorkeur voor voedingsmiddelen die zoet of hartig, vet en energierijk zijn. Groente is niet vet en bevat weinig energie. We associëren het met niet lekker en denken dat gezond eten niet verzadigt.
Gedrag aanpassen
Velen nemen het zich regelmatig voor: vanaf vandaag neem ik minimaal twee stuks groente per dag. Maar vaak vallen we snel terug in ons oude gedrag. Het is moeilijk om je gedrag te veranderen, omdat veel beslissingen over eten gedachteloos genomen worden. Als we ons gedrag daadwerkelijk willen veranderen, moeten we ons eerst bewust zijn van het eigen gedrag en dat willen aanpakken.