De geneeskracht van nori

Nori is een van oorsprong Japans product. Het wordt voor het eerst beschreven in een Japans boek uit de achtste eeuw. In heel de wereld wordt de Japanse naam nori gebruikt voor deze zeewiersoort. Nori is zeer voedzaam en wordt op verschillende manieren in de traditionele keuken gebruikt. Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.

Inhoud:

• Nori komt uit Japan
• Vitaminen in nori
• Mineralen in nori
• Nori bevat biobeschikbaar B12
• Vergelijking tussen nori en konbu
• Veel ijzer in nori

Nori komt uit Japan

Nori komt oorspronkelijk uit Japan. Het is onder andere een ingrediënt van sushi en cakes. Nori is het meest bekend als de buitenkant van een sushi. Je kunt zelf een velletje noripapier beleggen met rijst, liefst zilvervliesrijst, avocado en tomaat en koriander om het daarna dicht te rollen en als sushi op te eten. Dat smaakt erg lekker.

Vitaminen in nori

In nori zitten veel vitaminen en mineralen. 100 gram nori bevat 47% van de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH) aan vitamine C en 33% van de ADH aan vitamine A. Verder zit er 37% van de ADH aan zowel foliumzuur (B11) als B2 in. Voorts bevat het 9% van de ADH aan B1 en 7% van de ADH aan vitamine E. Men kan nog niet exact meten hoeveel vitamine B12 er precies in zit, alleen dat de vitamine B12 opslag verbeterd wordt als men nori eet.

Mineralen in nori

De mineralenpercentages voor wat betreft de ADH zijn beduidend lager dan die van vitaminen. IJzer zit met 14% van de ADH in nori. Zink bevat 11% van de ADH. Voor fosfor en kalium geldt beide een ADH-percentage van 8%. Calcium zit met 7% van de ADH in nori. Overige mineralenpercentages zijn lager dan 5%.

Nori bevat biobeschikbaar B12

Een Japans onderzoek uit 2001 toont aan dat B12 in nori biobeschikbaar is. De onderzoekers telden vijf verschillende soorten B12 in nori. Men gaf nori te eten aan ratten die met opzet een B12-tekort waren gegeven. Na negen weken werd het B12-gehalte in de lever van ratten gemeten en zag men dat de ratten geen B12-tekort meer hadden. B12 is een vitamine waarvan je maar zeer weinig nodig hebt. Het overschot aan B12 wordt normaliter opgeslagen in de lever. In de lever kan een ruime voorraad B12 zitten; soms wel genoeg voor een jaar. De onderzoekers zagen dat adenosylcobalamine het beste werd opgenomen door de lever. Omdat ratten een zeer vergelijkbaar spijsverteringssysteem hebben ten opzichte van de mens worden deze dieren meestal ingezet om spijsverteringsonderzoek te doen. Je kan ervan uit gaan dat als B12 uit nori beschikbaar is voor ratten, dit ook beschikbaar is voor mensen.

Vergelijking tussen nori en konbu

Spaans onderzoek uit 2003 heeft de effecten van de algen nori en konbu bestudeerd op ratten. Aanleiding hiervoor was dat mensen steeds meer nori en konbu gaan eten zonder dat er veel bekend is over de nutritieve waarde. De onderzoekers zagen dat ratten die werden gevoerd met deze beide algsoorten een gezonde mineralenhuishouding hadden. De onderzoekers zagen ook dat konbu in principe iets gezonder is dan nori. Op basis van dit onderzoek kan het volgende voedingsadvies worden gegeven. Nori is niet ongezond, verre van zelfs, maar het is beter om de consumptie van deze alg te beperken tot maximaal twee a drie keer per week.

Veel ijzer in nori

Japans onderzoek uit 2015 toont aan dat er zeer veel ijzer in nori zit. Het eiwit ferritine zorgt voor een verbeterde ijzeropslag in nori die bovendien werd behouden na culinaire bereiding van deze alg. Zowel verse, gedroogde als geroosterde nori beschikken over voor de mens relevante hoeveelheden ijzer. Daarom is het eten van nori een uitstekend middel om anemie of bloedarmoede te voorkomen.