Kanker en voedseladditieven en voedselverontreinigers
De problematiek van voedseladditieven en -verontreinigers houdt ons al lang bezig. Wat is hun effect op de incidentie van kanker en wat bedoelt men nu precies met een 'voedseladditief' en een 'voedselverontreininging'? Wat is het verschil tussen de twee? Hierover meer in dit artikel.
Voedseladditieven en kanker
Een
voedseladditief is een chemische stof die opzettelijk aan een voedingsmiddel wordt toegevoegd, om de houdbaarheid te verlengen, het voedsel een aantrekkelijk kleurtje te geven en/of de smaak te verrijken. Alle voedseladditieven moeten voldoen aan een zeer strikte regelgeving en worden voortdurend gemonitord om mogelijke bijwerkingen na menselijke consumptie te detecteren. Voedseladditieven zijn noch kankerverwekkend, noch giftig, op voorwaarde dat hun gebruik voor de desbetreffende categorie van voedingsmiddelen wordt gerespecteerd. Mocht een voedseladditief op een gegeven moment schadelijk blijken voor de gezondheid, wordt het onmiddellijk van de markt gehaald.
De bekendste
voedseladditieven zijn zoetstoffen, waaronder
aspartaam,
cyclamaat en
sacharine. Zij worden voornamelijk gebruikt in light-dranken of in tabletvorm, om toe te voegen aan bijvoorbeeld koffie of thee. Daarnaast vinden we ze terug in vormen die 'klaar zijn voor gebruik' (bijvoorbeeld vloeibaar of in poedervorm) of zijn ze reeds toegevoegd in zoete bereidingen voor diabetespatiënten.
Geen enkele serieuze wetenschappelijke studie heeft een verband gevonden tussen het gebruik van aspartaam en kanker. Daarentegen toonden bepaalde studies bij proefdieren aan dat sacharine en cyclomaatde de incidentie van kanker bevorderen, maar enkel wanneer ze in zeer hoge dosissen worden toegediend. Gezien de enorme hoeveelheden die in deze studies werden gebruikt, zijn de resultaten dus niet direct omzetbaar naar de mens. Overigens beperkt de huidige wetgeving het gebruik van zoetstoffen tot hoeveelheden die naar verwachting niet gevaarlijk zijn.
Voedselverontreinigers en kanker
Voedselverontreinigers zijn substanties die aanwezig kunnen zijn in bepaalde voedingsmiddelen, als gevolg van een toevallige besmetting via de omgeving, de landbouw of het productieproces.
Indien de concentratie ervan een bepaalde drempel overschrijdt, kunnen ze de gezondheid van de mens bedreigen.
Bepaalde voedselverontreinigingen komen van nature voor, door contact met het water, de lucht of de aarde. Terwijl andere een bijproduct zijn van het productieproces. De chemische stof
acrylamide bijvoorbeeld vindt men terug in chips en ontstaat tijdens het koken. Een ander voorbeeld: mycotoxines, zoals aflatoxine. Dit is een gif dat door paddenstoelen wordt geproduceerd en zich op noten en bepaalde graangewassen kan ontwikkelen, wanneer de bewaarmethode niet goed is (schimmelvorming door een te hoge temperatuur en vochtigheid).
Europese regelgeving garandeert dat voedingsmiddelen die in de handel zijn gebracht veilig kunnen worden geconsumeerd en geen voor de mens schadelijke hoeveelheden voedselverontreinigers bevatten.
Verder zijn er maximumgehaltes vastgelegd voor voedselverontreinigers die een gevaar kunnen vormen voor de consument, omwille van hun giftigheid of doordat ze toevallig via de voedselketen in de voeding kunnen terechtkomen. Deze gehaltes worden bepaald op basis van wetenschappelijk bewezen criteria.
Wat men vermoedt
- Het verband tussen voedselverontreinigers en kanker is al bijna twintig jaar een interessant onderwerp voor zowel onderzoekers als het grote publiek. Nochtans is het verband tussen een bepaalde voedselverontreiniger en een bepaald type kanker niet altijd even duidelijk. We gaan hier alvast dieper op enkele toxicologische gegevens in.
- Het verkeerde gebruik van stikstofhoudende meststoffen, zoals nitraten, en hun aanwezigheid in ons water vergroten mogelijk het risico op kanker. Vandaar dat de controle van het nitraatgehalte in drinkwater streng is gereglementeerd.
- Het hormoon oestrogeen, dat wordt gebruikt om de groei van de kalveren te bevorderen en teruggevonden kan worden in consumptievlees, wordt ervan verdacht genitale kankers bij de vrouw te veroorzaken. Uit voorzorg verbiedt de Europese Unie het gebruik van deze groeihormonen in de veeteelt.
- Acrylamide is een potentieel kankerverwekkende stof die vrijkomt bij sterke verhitting van bepaalde zetmeelrijke voedingsmiddelen, zoals aardappels en graangewassen die worden gebakken, gebraden of gekookt in een oven bij een temperatuur van meer dan 120 °C. Momenteel zijn er studies lopende om de manier waarop acrylamide vrijkomt beter te begrijpen en om methoden te vinden om de aanwezigheid ervan in onze voeding te verminderen.
Wat kan gedaan worden
Rekening houdend met de natuurlijke aanwezigheid van
voedselverontreinigers in ons milieu, is het eigenlijk onmogelijk om ze volledig te elimineren. De beste manier om de volksgezondheid te beschermen, is erop toezien dat de concentratie van deze stoffen in onze voeding zo laag mogelijk is.
Net zoals alle andere lidstaten van de Europese Unie, stimuleert onze overheid het op alle niveaus zorgvuldig omgaan met voedsel (tijdens de hele cyclus van productie, opslag, levering en bereiding tot bewaring), teneinde de concentraties aan voedselverontreinigers.tot een minimum te beperken. De concentratie van
patulinein onze voeding is hier een voorbeeld van.
Patuline is een chemische stof die door schimmels wordt geproduceerd en die vaak voorkomt op (half) rotte appels en andere beschimmelde vruchten. Deze giftige stof is licht kankerverwekkend. Daarom heeft de Europese Unie regels opgesteld die de maximumconcentraties aan
patuline bepalen voor appelsap, al dan niet gemixt in andere dranken. Omdat de verwerking en opslag van deze vruchten een weerslag hebben op een mogelijke besmetting met patuline, werd een gebruikscode uitgewerkt voor de appelveredelingsindustrie. Zo bestaan er richtlijnen voor wat betreft het zorgvuldig snoeien van bomen, het voorzichtig hanteren van de vruchten (om ze min mogelijk te beschadigen) en het bewaren van de vruchten in een droge omgeving.