Van wie is het probleem?
'Het is belangrijk om vast te stellen wie de eigenaar van het probleem is binnen de communicatie', zei Thomas Gordon. Het is een hulpmiddel om te weten welke vaardigheid je in kunt zetten om elkaar beter te begrijpen.
Het gedragsraam
Toen Thomas Gordon, de Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog, zich begon te verdiepen in wat hij noemde de verstoorde ouder-kind relatie, zocht hij naar een kapstok waaraan hij zijn zienswijze kon ophangen. Op een dag keek hij door de deur naar het plein waar gebasketbald werd. De deur had twee ramen met daartussen een dwarsbalk. Toen hij door het bovenste deel keek, zag hij hoe prachtig er gescoord werd, hoe er werd samengespeeld en welke technieken er werden ingezet. Hij genoot. Even later rolde de bal op zijn pas ingezaaide perk. Dat zag hij doordat het zichtbaar werd door het onderste raam. Hij baalde en voelde zijn boosheid opkomen. ‘Hé’ dacht hij, 'als ik door het bovenste raam kijk dat accepteer ik het gedrag en als ik door het onderste raam kijk dat keur ik gedrag af'. Die dwarsbalk is de scheidslijn. Hij noemde die lijn de acceptatielijn. Het gedragsraam was geboren!
Twee velden worden er drie
Het bovenste deel noemde hij het ‘geen probleem gebied ‘in de relatie. Alle partijen hebben het goed. In dat gebied kan een kind zich optimaal ontplooien. Het is een belangrijk stuk voor een kind. Het onderste deel noemde hij het gebied waar ‘ik een probleem heb’. Immers, ik wil iets niet,aan mijn behoeften wordt niet toegekomen, ik heb er last van. 'Dat is', zo zei hij, 'het eigenaarschap; ik ben de eigenaar van het probleem!' Bovenin het groene stuk zette hij de woorden ’Probleem van het kind’. Heel bewust leerde hij ouders en professionals dat je de probleem van kinderen serieus moet nemen, zonder dat je het tot een probleem voor jezelf maakt. Het is van hun! Laat het daar dan ook!
Hebben kinderen problemen?
Jazeker! Kinderen worstelen met het opgroeien en komen dingen tegen in hun leven die ze in verwarring brengen, krenken, kortom: ze ervaren problemen in hun emoties. Die gevoelens zijn van hen, dus het eigenaarschap ligt ook bij hen!
Hoe laten kinderen zien dat ze problemen ervaren?
Kinderen communiceren door middel van het geven van signalen. Huilen, boos zijn, woede aanvallen, in een hoekje kruipen, slaan, schoppen, stil worden of juist heel druk, stotteren en ga zo maar door, zijn gedragingen die vaak onder onze acceptatielijn vallen. Gordon plaatst ze in eerste instantie boven in het gedragsraam! Gedrag = communicatie! Maar zelden kunnen jonge kinderen aangeven wat hen dwars zit. En als ze het al weten kunnen ze vaak niet de juiste woorden vinden om het kenbaar te maken. Soms wel, maar dan zeggen kinderen dingen als: ‘ik wil niet naar dat feestje. Ik ga niet meer met Lotte spelen, ik vind juf niet lief’. Daar ligt vaak een wereld onder. Het is slechts een manier om een onderliggend probleem aan de orde te stellen.
Als je weet waar je bent kun je de juiste vaardigheid inzetten
We kunnen onszelf eigenlijk vier vragen stellen:
- Wat gebeurt er?
- Wat vind ik daarvan? ( is het onder of boven mijn acceptatielijn)
- Wie is de eigenaar van het probleem?
- Welke vaardigheid ga ik inzetten?
Een voorbeeld
Martin komt uit school, gooit zijn tas in de hoek, stampvoet de trap op en even later gaat zijn slaapkamerdeur hard dicht. Waar bevinden we ons in het gedragsraam? Martin laat met gedrag zien dat hij boos is en daaronder zullen nog een scala aan emoties zitten. We bevinden ons bovenin het gedragsraam. Wat zetten we in? Luisteren. Het is zijn emotie, zijn mogelijke frustratie. We hoeven er alleen maar te zijn, hem aan te horen en te bemoedigen om zijn verhaal te vertellen.
Nog een voorbeeld
Sanne wilde perse haar poppenwagentje mee toen ze voorstelde om naar de speeltuin te gaan. Na het spelen, als je terug wilt lopen weigert ze haar poppenwagen mee te nemen. ‘Moet jij doen’, zegt ze dan. Waar bevinden we ons in het gedragsraam? We bevinden ons in het gebied waar IK een probleem heb met het gedrag van Sanne. Haar gedrag zit onder mijn acceptatielijn! Wat ik als vaardigheid ga inzetten is confronteren.
Problemen laten bij wie ze horen!
Thomas Gordon zag in de zestiger jaren dat ouders en professionals de gebieden door elkaar haalden. Dat wat van het kind was, maakten ze tot hun eigen probleem: ‘hou eens op met dat gejank’, en ‘waarom doe jij dat nou weer’? Toen hij ze kon leren wie de eigenaar was, veranderde de communicatie en daardoor de relatie.