Het opvoeden van peuters - peuters die niet willen eten
Er is soms veel fantasie, geduld en doorzettingsvermogen voor nodig om een peuter aan het eten te krijgen. Voor vele ouders een dagelijkse marteling. Ouders zijn bang dat hun peuter te weinig goede voedingsstoffen binnenkrijgt. Maar hoe komt het dat een peuter slecht gaat eten? En wat doe je eraan? Over die vragen gaat dit artikel.
Algemene informatie
Een baby groeit in het eerste jaar heel erg veel. Hij groeit van drie naar zeven kilo en gemiddeld 25 centimeter. In het tweede jaar groeit een peuter veel minder snel. Er komt ongeveer twee kilo in gewicht en ongeveer acht centimeter in de lente bij. Een peuter kan in zijn tweede jaar dus best iets minder eten. Een baby kreeg voornamelijk vloeibaar voedsel. Dit lijkt al snel heel veel. Toch is de voedingswaarde van vast voedsel vaak hoger en gevarieerder. De peuter heeft minder nodig en hij gaat experimenteren met eten. Ouders willen liever niet dat hun peuter gaat ‘spelen’ met het eten. Behalve experimenteren gaat de peuter ook zelf eten en proberen met een vorkje of lepeltje te eten
De richtlijn van het Voedingscentrum voor peuters per dag is
- 1-3 sneetjes brood
- 1-2 porties fruit
- 1-2 aardappels of rijst of pasta
- 2-3 bekertjes melk
- 50 gram vlees
- halve plak kaas
- halve plak vleeswaren
- een halve liter tot één liter drinken
Hoe ontstaan de eetproblemen?
De oorzaak van het niet willen eten kun je vanuit vele invalshoeken bekijken.
- Wanneer de peuter in de koppigheidsperiode zit, wil hij zelf de baas zijn over zijn eigen lichaam. Eten, slapen en zindelijkheid zijn de drie gebieden waarop de peuter zijn macht kan uitoefenen. De peuter ontdekt in deze periode dat hij nee kan zeggen tegen eten of dat hij zijn bord een zetje kan geven, zodat het bord van de kinderstoel of tafel af valt en papa en mama boos worden. Dit geeft hem een gevoel van macht. Deze situatie is meestal de aanleiding tot een heftige machtsstrijd en het begin van veel ruzie, geschreeuw en wanhopig toneelspel van de ouders om het kind toch aan het eten te krijgen.
Het blijkt hoe standvastiger de ouders aandringen, des te harder de peuter nee zegt. Hij voelt als ware de spanning aan en maakt daar gebruik van. En daarmee is de machtsstrijd een feit! Ouders kunnen deze machtsstrijd niet winnen. Wat ouders ook zullen proberen, als een kind niet wil eten doet het dat ook niet.
- Een peuter van zestien maanden kan erg veel last hebben van het krijgen van tanden en kiezen. Het eten is pijnlijk, met name het kauwen op brood. Dit kan resulteren in het weigeren van eten. Wel wil de peuter dan vaak veel tussendoor drinken.
- Een peuter krijgt steeds meer tussendoortjes. Gezellig bij de koffie een koekje. Een fruithanpje en nog weer een koekje 's middags. Peuters krijgen vaak veel zoet drinken. Daar zitten suikers in, waardoor de eetlust wordt weggenomen.
- Een peuter is een druk mensje. Hij is daarom gewoon te moe of te gespannen of te boos om te eten. Wachten tot de maaltijd klaar is, duurt soms gewoon te lang. Het tijdstip waarop de andere aan tafel gaan is vaak te laat.
- Peuters willen op onderzoek uit. Dit geldt ook op het terrein van eten. Voor hen is het heel interessant om in een aardappel te knijpen of om te zien of de hutspot nog aan het bord blijft hangen wanneer je het bord omkeert. Net zoals peuters graag voelen hoe zand en water, suiker en koekjes voelen, zo zijn peuters experimenterend bezig met hun eten.
Mogelijke reacties op eetproblemen
- Peuters voelen heel goed aan of de situatie aan tafel spanning geeft bij de ouders. Je gaat als ouder snel aan jezelf twijfelen wanneer je peuter de lekkere maaltijd weigert. Je haalt veel spanning van de situatie weg door er rustiger mee om te gaan. Probeer het gedrag van de peuter in te schatten. Wat is er aan de hand? Is hij moe? Vindt hij het niet lekker? Zijn zijn tanden of kiezen aan het doorkomen of is hij ziek aan het worden?
- Ga in geen geval de machtsstrijd aan. Ga niet tegen alles in het eten in zijn mond proppen. Probeer rustig te blijven. Probeer een situatie te scheppen waarin de peuter eerder geneigd is te gaan eten. Hierbij kun je denken aan: vaste etenstijd en vaste gewoonten rondom het eten. Probeer niet te veel in te gaan op het niet-eten, maar praat over leuke dingen van de dag.
- Wees creatief en kijkt of een eigen vorkje of lepeltje helpt. Een peuter wil graag eens een kijkje nemen in de pannen bij de voorbereiding van de maaltijd.
- Laat je kind niet na-eten. Haal gewoon wanneer iedereen klaar is zijn bordje ook weg. Dreig niet met: 'Als je je bord niet leeg eet dan krijg je geen toetje'.
- Bekijk eens wat je peuter allemaal als tussendoortje heeft gehad. Misschien moet dat wat minder. Ga niet te veel tussendoortjes geven wanneer je merkt dat de maaltijden slecht verlopen.
- Soms helpt het om de maaltijd eerder in de middag te geven. Half zes kan wel eens gewoon te laat zijn.