Moderne mythen rond eenzaamheid
Eenzaamheid is een onderwerp dat sinds 2010 steeds vaker in de media opduikt. Er zou een groei zijn in het aantal 'eenzamen', vooral omdat het aantal singles toeneemt. Eenzaamheid zou het grootste probleem zijn van oude mensen (en zo'n artikel wordt dan steevast vergezeld van een triest kijkende oudere). Eenzaamheid zou via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) van overheidswege moeten worden aangepakt. Is dat zo?
Eenzaamheid neemt niet toe
Al zo'n veertig jaar wordt in Nederland regelmatig gemeten hoe eenzaam mensen zich voelen. Tal van grote en kleine onderzoeken laten zien dat er een licht dalende tendens is in het aantal mensen dat zich eenzaam voelt. Dat is geen reden tot juichen, want het aantal mensen dat zich ernstig eenzaam voelt ligt ruim boven de anderhalf miljoen. Zij hebben een vorm van eenzaamheid die niet vanzelf overgaat en die de kwaliteit van leven ondermijnt. Er is dus wel degelijk een groot probleem, maar het is onzin te stellen dat dit probleem de laatste jaren groter wordt. Het is wel degelijk zo dat het aantal alleenstaanden toeneemt. Er is dus reden om aan te nemen dat mensen langzamerhand beter leren omgaan met eenzaamheid.
Want er is geen medicijn tegen oud en eenzaam zijn...
Over het leven van ouderen bestaan nogal wat vooroordelen. Een van de misvattingen over ouderdom is dat oud en eenzaam bij elkaar hoort. Het is eerder omgekeerd. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen beter met eenzaamheid kunnen omgaan naarmate ze ouder worden. Het idee dat de meeste ouderen eenzaam zijn is volkomen uit de lucht gegrepen. Wel is het zo, dat naarmate mensen minder mogelijkheden hebben – doordat ze minder financiële armslag hebben, fysiek tot minder in staat zijn en hun netwerk kleiner wordt – de eenzaamheid op zeer hoge leeftijd sterk toeneemt. Van de alleenstaande mannen van 85 jaar en ouder die ongezond zijn en beschikken over een klein netwerk, is een kwart ernstig eenzaam. Maar let wel, de meerderheid is dat dus niet.
Eenzaamheid is een maatschappelijk probleem
Eenzaamheid treft een groot deel van de Nederlandse bevolking. Dat heeft zonder twijfel niet alleen persoonlijke gevolgen voor degenen om wie het gaat. Mensen die zich eenzaam voelen zijn in het algemeen angstiger, achterdochtiger, wantrouwiger en doen minder mee met maatschappelijke activiteiten. Mensen die zowel eenzaam als geïsoleerd zijn hebben geen netwerk waar ze een beroep op kunnen doen in geval van nood. Ze doen dan een beroep op de overheid voor hulp. Deze laatste groep is echter zeer klein, veel kleiner dan de meeste mensen denken. Uit het voorgaande is al gebleken dat het onzin is te veronderstellen dat de meeste ouderen last hebben van eenzaamheid. Het is dan ook zeer de vraag of het verstandig is in het kader van de WMO op alle ouderen in de gemeente af te stappen met de vraag of zij zich eenzaam voelen. Temeer daar werkelijke hulp vrijwel niet voorhanden is.
Kennis is macht
Dat geldt zeker als het gaat om de aanpak van eenzaamheid. Keer op keer blijkt uit onderzoek en peilingen dat de hulp die aangeboden wordt bij eenzaamheid vrijwel niet helpt. Voor iedereen die zich bezighoudt met de begeleiding van cliënten is het verstandig zich te oriënteren op de specifieke aanpak die nodig is om mensen die zich eenzaam voelen echt effectief te helpen. Wie zich baseert op mythes begeeft zich in sprookjesland. Aan werkelijke hulp is enorme behoefte. Het is te hopen dat de deskundigheid over dit onderwerp in de nabije toekomst zal groeien. Want die anderhalf miljoen mensen die zich erg eenzaam voelt, die moeten ergens terecht kunnen voor hulp.