De geneeskracht van rozenkransje

Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.

Inhoud:
- Rozenkransje in de geschiedenis
- Rozenkransje kweken
- Voorkomen in Nederland
- Naamgeving
- Zeldzaamheid
- Ziekten waarbij rozenkransje wordt gebruikt
- Inhoudsstoffen en eigenschappen
- Goed bij hoest en bronchitis
- Thee van rozenkransje
- Uitwendig gebruik rozenkransje
- Rozenkransje als gorgeldrank
Rozenkransje in de geschiedenis
Dioscorides, pionier der geneeskunde en kruidenwetenschap, beschreef het rozenkransje reeds. Hij noemde het leontopodium wat vertaald wordt met ´leeuwenvoet´. Galenus deelde deze plant bij de nuttige geneesplanten in. Ook Rembert Dodoens, de baanbrekende kruidenwetenschapper uit de 17e-eeuwse Nederlandse republiek beschreef rozenkransje en noemde het ´klein nagelcruydt´. Dodoens vertelt in zijn boek dat het kruid vroeger om de hals werd gehangen.Rozenkransje kweken
Deze bodembedekker misstaat niet in de siertuin en wordt om deze reden verkocht bij tuincentra. Hij verspreidt zich langzaam maar zijn wortelstelsel is sterk en gaat een tapijt vormen. Rozenkransje kan langzaam een groter gebied in de tuin in beslag nemen, mits hij vooral het eerste jaar goed bijgewied wordt. Rozenkransje groeit uitstekend op een schrale grond zoals droge, kalkarme heidegronden, schrale hooglanden, bergweiden en bermen. De bodem moet voor rozenkransje niet al te vochtig zijn. Je hoeft hem niet bij te mesten. Het is een vrij gemakkelijke plant in de tuin.
Rozenkransje is een ideale plant voor in een medicinale siertuin.
Voorkomen in Nederland
In Nederland zie je het rozenkransje het meest rond Bergen aan zee en op het waddeneiland Schiermonnikoog. Hij staat graag in de buurt van waar konijnen leven omdat deze het gras kort houden zodat het rozenkransje meer groeikans krijgt toebedeeld.Naamgeving
De Latijnse naam van rozenkransje is Antennaria dioica. Zijn Latijnse naam heeft het plantje te danken aan het feit dat de vrouwelijke bloemblaadjes lijken op de antennes van bijen. Dioica betekent ´tweehuizig´, wat slaat op het feit dat de mannelijke en vrouwelijke planten vaak apart in een kolonie wordt gevonden. Bijnamen in het Nederlands zijn: kattenpootje, zevenjaarsbloem en tweehuizig rozenkruid. Het is overigens zo dat enkele andere soorten net als deze plant de naam rozenkransje toebedeeld hebben gekregen: dat zijn Helichrysum arenarium en H. bracteatum. In het Engels wordt de plant pussy toes of catsfoot genoemd, wat beide vertaald kan worden met kattenpootje. De bloemen doen kwa vorm enigszins denken aan kattenvoetjes. Ook in het Duits wordt de plant Katzenpfötchen genoemd. In het Frans heet de plant eveneens hetzelfde: pied-de-chat.Zeldzaamheid
De reden dat het rozenkransje minder vaak voorkomt wordt gevonden in zaken als ontwatering van het land, industrialisatie en overbemesting van landbouwgronden en daarmee vervuiling van de afwateringskanalen. We zouden het rozenkransje kunnen herintroduceren door ten eerste meer biologische landbouw toe te passen en ten tweede het in de eigen tuin aan te planten. Vanuit de tuinen kan de plant wellicht weer zich gaan verspreiden in de natuur. Omdat het in 2014 een zeldzame plant is wordt afgeraden het te plukken. Wie gebruik wilt maken van de geneeskracht van het rozenkransje dient het te kweken in eigen tuin. Het behoort tot de medicinale sierplanten, net als bijvoorbeeld calendula of goudsbloem, lavendel en valkruid.Ziekten waarbij rozenkransje wordt gebruikt
Van oudsher wordt de plant met name ingezet bij bronchitis en galsblaasaandoeningen. Ook bij keelontsteking en de bof kan rozenkransje uitkomst bieden. Verder is het een natuurlijk middel bij leverproblemen zoals geelzucht. Het is een middel bij diarree. Volgens Mrs Grieve die het boek ´A modern herbal´ schreef is het een middel bij beten van giftige reptielen en kan het de ingewanden meer flexibel maken.Inhoudsstoffen en eigenschappen
Van deze plant worden voor medicinaal gebruik de bloemhoofdjes geplukt van mei tot september. In rozenkransje zitten flavonoïden, kampferolieglycoside, bitterstoffen, etherische oliën, resine, olieachtige looistoffen of tanninen en coumarine. Door deze stoffen heeft de plant de volgende medicinale eigenschappen: hoestonderdrukkend, samentrekkend, cholagoog, diuretisch en verzachtend.Goed bij hoest en bronchitis
Rozenkransje wordt soms als extra kruid in een thee gedaan tegen hoest. Je kunt ook een infuus van alleen maar rozenkransje maken als er sprake is van meer ernstige problemen. Mensen met bronchitis hebben last van hoest; daarom is deze plant voor bronchitispatiënten een aanrader. Er zitten veel slijmstoffen in de plant; dat is de reden dat hij goed is voor de longen.Thee van rozenkransje
Je kunt een theelepel bloemen van rozenkransje gebruiken om een kop thee te zetten. Je giet het kokende water erover en laat het 10 minuten trekken. Neem hiervan een half kopje tot één kopje per dag. Andere bronnen vertellen dat een sterkere thee, van 30 gram bloemen bij 500 ml. Dat komt ongeveer neer op 10 gram bloemen per theekopje. De thee kun je eveneens aanwenden voor uitwendig gebruik.