Wat is Fytotherapie?
Fytotherapie betekent letterlijk plantengeneeskunde of kruidengeneeskunde. Fytotherapie is net als homeopathie een natuurgeneeswijze. Fytotherapie onderscheidt zich van homeopathie omdat in er alleen plantaardige stoffen worden gebruikt in de kruidengeneeskunde. Homeopathische medicijnen gebruiken voornamelijk plantaardige stoffen maar ook mineralen, dierproducten zoals honing, gemalen oesterschelpen en zelfs weefsels van ziektes.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Inhoud:
Etymologie Fytotherapie
Het woord fytotherapie is een samenstelling van de Griekse woorden ´fython´ wat plant betekent en ´therapeia´ wat Grieks is voor geneeswijze. De grondlegger van de moderne geneeskunde is de Griek Hippocrates. Hij wordt tegelijk ook als grondlegger van de fytotherapie gezien. In zijn tijd was geneeskunde en fytotherapie een geheel. Ook homeopathie behoorde destijds tot de geneeskunde. Na Hippocrates was Galenus een belangrijk geneesheer die veel over planten wist.
Onderdrukking van kruidenkennis in Middeleeuwen
In de Middeleeuwen werd onder invloed van de Rooms katholieke kerk de kennis van kruiden een stuk minder. De kerk noemde iedereen die zich met kruiden bezig hield een heks of tovenaar en deze mensen werden ernstig vervolgd. Vanaf de 16e eeuw kwam de fytotherapie weer in beeld bij de wetenschappers. De Belgische Nederlander
Rembert Dodoens heeft veel baanbrekend werk verricht op het gebied van kruidenonderzoek. In zijn tijd waren België en Nederland nog een geheel.
Paracelsus
Paracelsus is een zeer belangrijke wetenschapper geweest die geneeskrachtige eigenschappen van kruiden onderzocht. Hij ontwikkelde de signatuurleer waarvan de kern is dat de uiterlijke eigenschappen van planten iets zeggen over de werkzaamheid voor mensen. Een voorbeeld is de brandnetel met zijn haartjes op de bladeren.
Brandnetel werd gebruikt in medicijnen om de haargroei te bevorderen. Een ander voorbeeld van signatuurleer is het
Duizendblad met zijn vele vertakkingen. Dat is goed voor de bloedvaten die immers op dezelfde manier vertakken.
Kneipp en Vogel
Sebastian Kneipp is een fytotherapeut uit de 19e eeuw. Zijn naam is nog steeds een merk voor onder andere badproducten. In de kruidengeneeskunde zijn medicinale baden een belangrijk onderdeel van de therapie. Via de huid worden namelijk de geneeskrachtige stoffen opgenomen. Een andere beroemde kruidentherapeut is
Alfred Vogel. Ook zijn naam is verbonden met geneesmiddelen. Zijn bekendste boek is ´De Kleine Dokter´. Het meest bekende medicijn wat hij ontwikkelde is Echinaforce. Daar zit echinea in oftewel de mooie bloem zonnehoed. Vogel reisde naar Noord-Amerika om bij de indianen onderzoek te doen naar geneeskrachtige planten. De indianen gaven hem zaden van de zonnehoed mee en hij wist deze succesvol te kweken in Europa en tot een medicijn tegen verkoudheid uit te werken.
Geert Verhelst
Dr. Geert Verhelst is een Vlaming. Hij schreef een standaardwerk genaamd
Groot Handboek Geneeskrachtige Planten. Dit is één van de meest complete handboeken over geneeskruiden. Het boek is een naslagwerk en hoort thuis in elke drogist, apotheek en de praktijk van een fytotherapeut. In zijn boek staan honderden monografieën van kruiden. Verhelst raadpleegde diverse wetenschappelijke archieven en bundelt de kennis van geneeskrachtige planten in zijn boek. Dat maakt het tot een waardevol boek voor kruidenartsen.
Overeenkomsten Fytotherapie en reguliere geneeskunde
Wetenschappelijk gezien hebben de medicijnen van de reguliere geneeskunde en fytotherapeutische medicijnen overeenkomsten. Beide gaan uit van het mechanisme dat de symptomen van een ziekte worden opgeheven door een tegengestelde werking van het geneesmiddel ten opzichte van de ziekte. Dit wordt het contraria-principe genoemd. Dit staat in tegenstelling tot homeopathische geneesmiddelen die volgens het similia-principe werken. Dit principe houdt in dat het gebruik van een medicijn bij gezonde personen tot symptomen leidt die kenmerkend zijn voor de ziekte waartegen het medicijn werkt. Dat is overigens een belangrijk verschil tussen de natuurgeneeswijzen fytotherapie en homeopathie.
Afkooksel
Er zijn verschillende bereidingswijzen van medicijnen in de fytotherapie. Daarnaast zijn er verschillende toedieningsvormen. Zo is er het afkooksel. Een plant, of delen ervan worden gekookt in water. Vervolgens wordt dit toegepast in bijvoorbeeld een bad, een kompres of een thee. Het afkooksel kan ook gebruikt worden om een zalf te produceren. Een andere toepassingsvorm is een gorgeldrank.
Aftreksel
In plaats van een afkooksel worden sommige planten getrokken op koud water. Dit wordt een aftreksel genoemd. Verder is er het maceraat. Dat is een aftreksel op alcohol. Een aftreksel op koud water of alcohol kan soms enkele dagen in beslag nemen. Daarnaast is het mogelijk om de plant te drogen. De opgedroogde plant wordt vermalen of gestampt of gewreven tot een fijn poeder. Hier kan dan bijvoorbeeld thee van worden gezet, of er kan een etherische olie van worden gemaakt.
Drogen en gisten
Tegenwoordig vinden we in elke drogist medicijnen op basis van plantaardige stoffen. Overigens komt het woord drogisterij van het feit dat de meeste planten gedroogd worden om tot medicijn te worden verwerkt. Ook worden sommige planten gegist. Drogisterij is dus een samenvoeging van drogen en gisten. Zelfs het Engelse woord drug, wat geneesmiddel betekent komt van het woord droog.
Professioneel advies inwinnen
Een belangrijke advies voor het gebruik van fytotherapeutische medicijnen is dat je ze niet zomaar zonder inwinning van advies moet gebruiken. De drogist is ervoor opgeleid om over de medicijnen die hij of zij verkoopt u voor te lichten. Wanneer u al andere medicijnen gebruikt is het raadzaam om aan de huisarts te vragen of bepaalde medicijnen op kruidenbasis gecombineerd kunnen worden met het medicijn dat u al slikt.