Vier vragen die je leven veranderen
Byron Katie is de inmiddels beroemde schrijver van het boek ‘Vier vragen die je leven veranderen.’ De vragen zijn bedrieglijk simpel, maar kunnen een ware ommekeer in gang zetten. Met name bij het verwijderen van hersenspinsels en stress. Want wie zorgt voor de meeste stress in ons leven? Wijzelf! Geloof het of niet, maar lees verder en probeer het uit.
Je buurvrouw heeft het op je voorzien. Je collega is een luie donder die er de kantjes af loopt. Over een jaar ben je aan de bedelstaf. Je geliefde staat op het punt je te verlaten. Als je deze baan kwijtraakt, kom je nooit meer aan de bak. Enzovoort. Zie hier enkele, waarschijnlijk herkenbare, hersenspinsels. Negatieve gedachtes die stress creëren en je plezier in het leven danig ondermijnen. Het is een mechanisme dat nou eenmaal bij het leven hoort: onzekerheden leiden soms tot doemgedachtes. Die hebben meestal niets te maken met de realiteit. Maar je lijdt er wel onder.
Het probleem is niet het probleem
Byron Katie is de, inmiddels beroemde, schrijver van het boek “Vier vragen die je leven veranderen.” De methode die om die vier vragen draait is bij uitstek geschikt om stresserende en negatieve gedachtes op je werk te lijf te gaan. En het is echt simpel! In de woorden van Byron zelf: “Het is niet het probleem dat ons lijden veroorzaakt, het is onze gedachte over dat probleem.” Neem ter plekke de proef op de som voor jezelf. Kies om te beginnen je ‘favoriete’ (?) negatieve gedachte of overtuiging, en formuleer die zo helder mogelijk voor jezelf. Zet het op papier. Nu ben je klaar om er de vier vragen op los te laten.
Vraag 1: is het waar?
Die vraag moet je nuchter beantwoorden, waarbij je je eigen onzekerheden en emoties even daar probeert te laten. Is het echt waar dat je buren het op je gemunt hebben? Het kan zijn dat je in dit stadium al begint te begrijpen dat je gedachte niet realistisch is. Je hebt misschien kleine kinderen of slaapproblemen, zodat elk geluid uit de hoek van de buren veel meer indruk maakt. Of je bent de laatste tijd gespannen, en dan is de altijd al wat stroeve omgang met die norse buurman je net even te veel.
Vraag 2: kun je absoluut zeker weten dat het waar is?
Zelfs als de hele wereld een idee lijkt aan te hangen, hoef je het niet klakkeloos over te nemen. En er zijn dingen die op het oog echt heel realistisch waar lijken. Dan nog zijn ze niet absoluut waar, maar je moet wellicht wat dieper graven. Stel, je denkt ‘Iemand zou moeten zorgen dat mijn collega harder werken. Hij zit de hele dag te bellen.” Dat kan heel waar lijken. Maar wie velt dat oordeel? Jij. Je collega vindt waarschijnlijk dat hij hard genoeg werkt. Wellicht werkt die collega zo geconcentreerd als hij niet aan de telefoon hangt, dat alle schade wordt ingehaald. Misschien lijkt het een eeuwigheid maar belt die collega, alles bij elkaar, maar een halfuur per dag – en er zijn onderzoeken die stellen dat we van regelmatige pauzes des te productiever worden.
Vraag 3: hoe reageer je als je die gedachte denkt?
Laten we even voortborduren op de gedachte “Iemand zou moeten zorgen dat mijn collega harder gaat werken. Hij zit de hele dag te bellen.” Hoe voel je je bij die gedachte, hoe reageer je? Waarschijnlijk gefrusteerd, machteloos, gestrest, boos, of al die dingen tegelijk. Zelfs al zou je iets denken dat waar is, dan nog ben je jezelf vaak nodeloos aan het opjutten of stresseren. Zeker als je ergens niets aan kunt veranderen, bewijs je jezelf een dienst door de gedachte los te laten. In dit voorbeeld is het waarschijnlijk je baas die je collega eventueel op de huid zou ‘moeten’ gaan zitten. Die doet het blijkbaar niet, en jouw verantwoordelijkheid is dit niet. Jouw verantwoordelijkheid is je eigen werk goed doen. Klaar.
Vraag 4: wie zou je zijn zonder deze gedachte?
Wie zou je zijn zonder de gedachte dat je buren het op je voorzien hebben, dat je collega op zijn luiheid zou moeten worden gewezen, dat je geliefde op het punt staat je te verlaten, dat je financieel volgend jaar het schip ingaat? Het antwoord op zulke vragen is natuurlijk: je zou je lichter kunnen voelen, opgelucht, minder gestrest, begripvoller tegenover anderen en jezelf, milder... je zou zelfs meer bereiken omdat er energie vrijkomt die je anders ‘vertobt.’ Je zou meer plezier hebben. Je zou meer met je eigen leven bezig zijn dan met een ander. Kortom, er is een hele serie verschillende antwoorden mogelijk op vraag 4. Maar negen, of misschien wel tien van de tien keer zijn die antwoorden positief. Conclusie: je hebt onvoldoende reden om die gedachte vast te houden. Je bent beter af zonder. Laat de gedachte radicaal los!
Tot slot
Zelfs Byron Katie schrijft in haar boek, dat het haar niet altijd lukt haar eigen methode te hanteren. Met andere woorden: maak er geen zaak van hangen of wurgen van. Soms lukt het. Soms niet. Maar elke keer dat het je lukt je te bevrijden van negatieve, irrationele gedachten, is een beter gevoel je beloning.
Spelen met de werkelijkheid
Een van de leukste suggesties die Byron Katie doet in ‘Vier vragen die je leven veranderen’, is deze: pak de gedachte die je dwarszit, en ga ermee spelen. Keer het om. Dat helpt je om afstand te nemen, mogelijkheden te ontdekken (ook hele rare), en eventueel los te laten. ‘Ik weiger toe te kijken hoe mijn vriendin haar leven verlummelt’ wordt bijvoorbeeld ‘Ik ben bereid toe te kijken hoe mijn vriendin haar leven verlummelt’, of zelfs ‘Ik zie ernaar uit om morgen toe te kijken hoe mijn vriendin haar leven verlummelt’. Wat is waar? Waar zie je invalshoeken? Waar kun je om jezelf of anderen lachen? De methode is ongewoon, maar over de effecten zou je versteld kunnen staan!