Wat zijn de tien vayu’s?
Vayu is een van de voorname goden (god van de wind) in het Hindoeïsme en de spirituele vader van de god Hanuman. Gelijk aan bijvoorbeeld aarde en vuur is het een van de klassieke basiselementen in het Hindoeïsme. De tien Vayu’s - vernoemd naar deze god - zitten verdeeld in het lichaam en kun je trainen (als zou het een sport zijn).
Vayu’s
Naar de god Vayu zijn de tien gebieden in het lichaam vernoemd. Deze gebieden kun je trainen met ademhalingsoefeningen. Je kunt er een bepaalde mate van verlichtheid mee bereiken en fysiek verhoogd het je lenigheid.
Adembeheersing
Binnen yoga is de adembeheersing erg belangrijk, maar dit werkt door naar je hele functioneren. Als je een goede adembeheersing hebt, voel je je sterker, is je bewustzijn groter en help je het lichaam de balans te bereiken of vast te houden. Kortom, een goede adembeheersing is goed voor lichaam en geest.
Opletten
Veel mensen zullen zeggen dat ze goed ademen, tot er iets gebeurt (nervositeit, schrikken, angstig). Pas dan merk je dat je ademhaling niet goed is. Als je een goede adembeheersing hebt, kun je de verschillende ontwikkelingen van je lichaam gemakkelijker opvangen / beheersen.
Welke vayu's zijn er en hoe train je ze?
De vayu’s zijn gebieden in het lichaam die per onderdeel opgepakt moeten worden met ademhalingsoefeningen. Zie het als kleine compartimenten in het lichaam waar je je ademhaling op dat moment op richt en wat je gaat voelen.
Zo zijn er de inwendige en uitwendige vayu’s die aangepakt kunnen worden, te weten:
Inwendige vayu’s
- Parana/Hart, dit stimuleert de bloedsomloop en het hart.
- Apana/Perineum, bevordert de reiniging. Afscheiding van afvalstoffen.
- Samana/Navel, goed voor de doorstroming van het vocht in je lichaam en geeft een warm gevoel.
- Udana/Keel, goed voor het intellect, het geheugen en de spraak.
- Vyana/Gehele lichaam, zie dit als voeding voor het totaalplaatje.
Uitwendige vayu’s
- Naga/ Keel, stimuleert het bewustzijn.
- Kurma/Ogen, stimuleert het zicht.
- Krikara/Neus, stimuleert het reukvermogen.
- Devadata/Gezicht, geeft je energie.
- Dhananjaya/Gehele lichaam, geeft je kracht.
Enkele oefeningen
Enkele oefeningen welke betrekking hebben op het hele lichaam staan hier uitgelegd. Herhaal de oefeningen altijd zo’n 5 keer en ga voor de inwendige vayu gemakkelijk in een kleermakerszit zitten. Lukt dit niet, leg je benen dan voor je en zorg dat je heupen iets hoger liggen dan je benen. Voor de uitwendige vayu’s mag je ook gaan liggen of staan.
Vyana
Adem goed uit en visualiseer dat je via de poriën je lichaam binnenstapt en naar het centrum van je lichaam gaat. Dit voelt raar, maar probeer in het centrum van je lichaam te komen. Even een adempauze van enkele seconde en dan normaal inademen via de neus. Laat de zuurstof nu door heel je lichaam stromen, waarbij sommige mensen het direct voelen in de vorm van een tinteling o.i.d. Is dat niet zo, maakt het niet uit. Maar probeer het gevoel dat de zuurstof zich direct door je hele lichaam verspreid te ervaren (blijf je dus goed focussen). Het voedt als het ware je lichaam.
Dhananjaya
Adem goed in en breng je armen zijwaarts omhoog zover mogelijk boven je hoofd. Maak je wervelkolom recht en maak je zo lang mogelijk. Maar trek je schouders vooral niet op. Maak nu een lichte vuist van je hand, met de handpalm naar binnen en de handrug naar boven gericht. Hou dit even vast en adem dan met een soort “zucht” uit en laat je armen zakken. Laat zo al de energie even uit het lichaam stromen of de oefening vervolgens opnieuw te doen. Als je bent gaan liggen, duw dan je tenen van je af.
Meer info?
Wil je meer weten, het boekje “Yoga and the Ten Vital Winds” is een prima naslagwerk hiervoor.