Chronische diarree
Chronische diarree is een ontlastingsprobleem dat een langere periode aanhoudt. Dit ontlastingsprobleem kan tal van oorzaken hebben. Men dient de oorzaak te kennen alvorens men kan overgaan tot een behandeling. Hiervoor moet men een reeks testen ondergaan.
Chronische diarree
Diarree kan ontstaan bij een verstoring in het spijsverteringsstelsel. Het is een heel dunne ontlasting die meerdere keren per dag voorkomt. Men voelt de nood om dringend en meer dan normaal naar de wc te gaan. Als het ontlastingsprobleem meer dan veertien dagen duurt, spreekt men van chronische diarree. Het kan gaan van een paar weken tot zelfs jaren. Deze vorm van diarree kan gepaard gaan met een onaangenaam en drukkend gevoel in de buik. Men raakt meestal heel snel verzwakt doordat men heel veel vocht op korte tijd verliest. Chronische diarree komt het meest voor bij volwassenen tussen 35 en 45 jaar.
Oorzaken
- Prikkelbare darm
- Voedselallergie
- Voedselintolerantie
- Ontsteking van het darmslijmvlies (ziekte van Crone)
- Stoornissen in de darmfunctie
- Stress
- Aandoeningen galblaas, lever of alvleesklier
- Bijwerking van sommige medicijnen
- Hoge consumptie van zoetstoffen, cafeïne houdende dranken of suiker
Testen
De huisarts verwijst de patiënt naar een maag-en darmspecialist. Deze doet een reeks onderzoeken naar de oorzaak zodat hij de juiste behandeling kan opstarten.
Ademtest
Dit is een heel eenvoudige test. Men krijgt een kit mee met daarin een aantal buisjes. Men dient een mengsel te drinken van een melkpoeder opgelost in water. Na het drinken van dit mengsel blaast men om het half uur in één van de buisjes. Aan de hand van de uitgeademde lucht meet men de hoeveelheid waterstof in de adem. Zo wordt lactose intolerantie bevestigd of uitgesloten. Deze test duurt 3 uur.
Ontlasting
Men dient ook een aantal stalen van de ontlasting binnen te brengen. Hierop doet men een aantal tests om te bepalen of er geen microbe of bloed in zit.
Radiologie
Er wordt een foto genomen van de maag- en darmtransit. Vooraleer men de foto neemt, drinkt men een bariumpap om duidelijkere beelden te krijgen bij deze radiologische testen. De dunne darm wordt in verschillende richtingen zichtbaarder. Ieder kwartier wordt er een foto genomen van het stukje dunne darm waar de bariumpap zich op dat moment bevindt. Om de dunne darm extra in het licht te zetten wordt er bijkomend regelmatig met een compressor op de buik gedrukt. Omdat röntgenfoto’s niet alle afwijkingen zichtbaar maken, volgt er later nog een inwendig onderzoek.
Gastroscopie
Bij een gastroscopie zoekt de arts naar geïrriteerde zones, zweren, ontstekingen of abnormale weefselgroei in de slokdarm, maag of twaalfvingerige darm. Dit gebeurt door middel van een apparaatje dat in het lichaam wordt gebracht. Op de punt van dit apparaatje zit een cameraatje dat via een sterke lichtbron de binnenkant van de wand van de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm kan bekijken. Het toestel wordt via de keel ingebracht en komt zo in de maag. Men bekijkt het hele traject van de maag alsook het eerste stukje van de dunne darm. Met een klein biopsietangetje neemt men ook wat weefsel van het dunnen darmslijmvlies.
Colloscopie
De gevoeligste methode om ziektes in de dikke darm op te sporen is de colloscopie. Het is een uitgebreider onderzoek dan een gastroscopie omdat de dikke darm ongeveer 1 meter langer is dan de dunne darm en in heel veel bochten ligt. De dikke darm dient volledig leeg te zijn om alle delen van deze darm goed te kunnen inspecteren. Een aantal dagen voor het onderzoek (meestal 3) mag men geen vruchten of groenten met pitten meer eten. Kort voor het onderzoek krijgt men ook nog een darmspoeling. Tijdens het onderzoek gaat men lucht inblazen in de dikke darm. Hierdoor kan men gemakkelijk alle delen zorgvuldig onderzoeken. Soms neemt men ook weefselstukjes voor onderzoek of poliepen weg. Dit onderzoek gebeurt net als bij de gastroscopie door het inbrengen van een cameraatje.