Bijschildklier: functie en aandoeningen
De bijschildklier of de glandula parathyreoïdea is een zeer klein kliertje ter grootte van een rijstkorrel. De hoogte bedraagt amper een halve centimeter. Ieder mens heeft vier bijschildklieren die zich aan weerszijden en de achterkant van de schildklier bevinden. Deze bijschildklieren produceren hormonen die verantwoordelijk zijn voor de opname van calcium in het bloed, en de uitscheiding van fosfor via de nieren. Wanneer er te veel bijschildklierhormonen wordt aangemaakt, spreken we van hyperparathyreoïdie. Bij te weinig bijschildklierhormonen spreken we van hypoparathyreoïdie. Hier zijn verschillende oorzaken voor, maar vaak gaat het om een goedaardig en soms om een kwaadaardig gezwel.
Wat is de bijschildklier?
De bijschildklier wordt ook wel de glandula parathyreoïdea genoemd. We hebben in totaal vier bijschildklieren. Deze liggen achter of naast de
schildklier. De bijschildklieren en de schildklier vinden we vooraan in de hals. Het ligt hier tegen de luchtpijp aan, vlak onder het strottenhoofd. De bijschildklieren zijn niet groot. Ze zijn ongeveer een halve centimeter groot. De schildklier heeft de vorm van een vlinder, met twee vleugels. Achter elk van deze vleugels liggen twee bijschildklieren.
Functie
De schildklier maakt hormonen aan die zorgen voor een goede werking van de stofwisseling. De bijschildklieren maken het hormoon parathormoon aan. Dit noemen we ook wel het bijschildklierhormoon of PTH. Het bijschildklierhormoon is van belang bij de calcium- en fosfaathuishouding.
Calcium wordt via de voeding vanuit de darmen opgenomen. Hier zorgt het bijschildklierhormoon voor. Calcium hebben we nodig voor de bouw en stevigheid van botten en tanden. Ook de spieren en zenuwen hebben calcium nodig om goed te kunnen werken. Mensen met te weinig calcium krijgen sneller botontkalking: de botten worden broos en breken makkelijk.
Fosfor werkt samen met calcium en zorgt ook voor de opbouw en stevigheid van botten en tanden. Zowel calcium als fosfor vinden we veel in melk en melkproducten zoals kaas en peulvruchten.
De schildklier reguleert het calciumgehalte (kalkgehalte) in het bloed. Dit wordt gedaan door enerzijds de hoeveelheid opname van calcium vanuit de darmen en anderzijds de afscheiding van fosfor via de nieren.
Aandoeningen
Net als bij ieder ander orgaan, kunnen er ook aandoeningen of ziekten van de bijschildklieren ontstaan. Vaak gaat het om een te hoge of een te lage productie van het bijschildklierhormoon. Heel soms ontstaat er bijschildklierkanker. Deze kanker is zeldzaam. Wanneer er sprake is van bijschildklierkanker, maken de bijschildklieren teveel van het hormoon aan. Van alle gevallen waarin er een teveel aan hormoon wordt geproduceerd, gaat het in slechts 1 procent van de gevallen om bijschildklierkanker. In de andere 99 procent van de gevallen gaat het om een gezwel die niet kwaadaardig is.
Bijschildklierkanker is te herkennen door slikklachten. Vaak ontstaat er ook een zichtbare of voelbare zwelling in de hals. Dit is het geval wanneer de tumor verder uitgroeit. Ook zal het gehalte aan calcium in het bloed gaan stijgen, wat weer een aantal klachten met zich meebrengt. De bijschildklier zal operatief verwijderd worden. Soms komt de kanker weer terug, maar hier kan enige tijd overheen gaan. omdat deze vorm van kanker zo zeldzaam is, is er nog weinig duidelijkheid over de behandeling, prognose en vooruitzichten.
Hyperparathyreoïdie: teveel bijschildklierhormonen
De bijschildklieren kunnen teveel van het bijschildklierhormoon gaan produceren. Dit noemen we hyperparathyreoïdie. Het probleem kan in één of in meerdere bijschildklieren zitten. Deze worden groter en/of overactief. De oorzaak is vaak te vinden in een gezwel of tumor. In de meeste gevallen gaat het hier om een goedaardig gezwel. Het groter worden van de bijschildklier noemen we hyperplasie. Waarom dit ontstaat is vaak onduidelijk. Soms is het onderdeel van een onderliggende ziekte, waarbij meerdere organen vergroten.
Er zijn ook andere oorzaken die hyperparathyreoïdie kunnen veroorzaken. Mensen die weinig vitamine D aanmaken of binnenkrijgen, hebben een laag gehalte aan calcium in het bloed. Als reactie hierop gaat de bijschildklier meer hormonen produceren. Wanneer dit lang genoeg blijft voortduren, vergroot de bijschildklier en zal blijvend meer hormonen blijven produceren. Ook een slecht werkende nier kan ervoor zorgen dat de bijschildklieren overactief worden.
Door hyperparathyreoïdie ontstaan er een aantal verschijnselen die kenmerkend zijn. Dit zijn onder andere een hoge bloeddruk, veel dorst hebben, veel urine uitscheiden, vermoeidheid, klachten van de buik en nierstenen. Niet altijd worden deze klachten erkent en soms wordt hyperparathyreoïdie helemaal niet ontdekt. Een hoog gehalte aan calcium in het bloed is een eerste symptoom, die soms bij toeval wordt ontdekt.
Het grootste gevaar van hyperparathyreoïdie is het ontstaan van botontkalking en nierstenen. De meest voorkomende behandeling is verwijdering van de bijschildklier. Hiermee zullen ook de klachten verdwijnen.
Hypoparathyreoïdie, te weinig bijschildklierhormonen
Wanneer er te weinig bijschildklierhormonen geproduceerd worden, spreken we van hypoparathyreoïdie. Dit zien we vooral bij verwijdering van de bijschildklieren. Een tekort aan het hormoon zorgt ervoor dat het calciumgehalte in het bloed daalt. Het calcium kan immers niet meer effectief vanuit de darmen worden opgenomen. Er ontstaan klachten als spiersamentrekkingen (spasmen) en krampen aan de spieren in de handen, voeten, het gezicht en andere lichaamsdelen. Ook ontstaat er een verkalking in diverse botten en het gebit. Vaak is de patiënt overmatig prikkelbaar.
De klachten zijn te verhelpen door extra calcium toe te dienen. Dit moet via een injectie gebeuren, zodat dit rechtstreeks in de bloedbaan terecht komt. Ook is het mogelijk om bijschildklierhormonen toe te dienen, waardoor calcium weer kan worden opgenomen.