Probleem of stoornis: Fobieën, Specifieke fobie
Het wemelt in de wereld van de specifieke fobieën, maar gewoonlijk zijn die niet hinderlijk, omdat de meeste mensen confrontaties met het gevreesde object of de enge situatie goed kunnen vermijden.
Specifieke fobie
Als u hoogtevrees hebt, gaat u niet als ramenlapper voor een hoge flat hangen. Mensen die bang zijn voor slangen gaan niet rondtrekken door bos en hei. Hebt u enigszins last van claustrofobie, dan vermijdt u volle liften en rijdt ook niet met een ander mee als u daarvoor in een kleine auto achterin moet kruipen.
Mensen met een fobie voor bruggen stippelen hun rit zo uit dat ze zonder al te veel narigheid de rivier over kunnen. In elk van deze situaties heeft de betrokkene een evenwicht bereikt dat althans voor hem aanvaardbaar is. De voordelen van het vermijdingsgedrag (o.a. de angstvermindering) lijken op te wegen tegen de nadelen (beperkingen in het dagelijks leven of de reismogelijkheden).
Men komt gewoonlijk voor behandeling van zijn specifieke fobie nadat het evenwicht door een verandering in levensomstandigheden is verstoord en vermijding onhaalbaar of onhoudbaar wordt. Iemand met hoogtevrees wordt van een kantoorruimte op de begane grond in een buitenwijk overgeplaatst naar de bovenste verdieping van een kantoortoren in de stad. Naast iemand met een hondenfobie komt een gezin wonen met een stoeilustige Ierse wolfshond. Bij iemand die bang is voor injecties wordt kanker vastgesteld, dus moet hij chemotherapie ondergaan. Iemand met een slangenfobie moet verhuizen naar Arizona.
De reactie op een fobische prikkel is zowel voorspelbaar als onmiddellijk wanneer u blootstelling aan het gevreesde object of de enge situatie niet kunt vermijden hevige angst en de wens onmiddellijk de benen te nemen. U blijft zich er volledig van bewust dat uw reactie in geen enkele verhouding staat tot enig werkelijk gevaar maar dit inzicht helpt totaal niet als uw ergste angst werkelijkheid wordt.
De aan de specifieke fobie ten grondslag liggende mechanismen zijn interessant en lopen sterk uiteen. Bij sommige mensen is de fobie niet meer dan een kingsize uitvoering van aangeboren, ethologisch verantwoorde, voor een adequate aanpassing noodzakelijke angsten. De natuurlijke selectie heeft die dieren doen overleven die al bij hun geboorte waren toegerust met het instinct om gevaarlijke situaties te vermijden. Een babychimpansee zal met angst op zelfs maar een afbeelding van een slang reageren, ook al heeft hij nog nooit van zijn leventje contact met slangen gehad. Een baby of een klein hondje zullen vermijden van een hoogte te vallen, ook al zijn ze nog nooit eerder ergens vanaf gevallen.
Onze instincten helpen ons bang te zijn voor die dingen die voor onze voorouders in de wereld van de afgelopen miljoen jaar per definitie het meeste gevaar inhielden. Dit verklaart waarom mensen van nature veel banger zijn voor dieren, het donker, alleen zijn, verstikking, verdrinking, hoogten en onweersbuien dan voor de modernere (nu aanzienlijk fatalere) risico’s van snelle auto’s, drukke kruispunten, stopcontacten, vuurwapens, onveilige seks en drugs. Het verklaart ook waarom dieren die zich zo perfect aan de gevaren van de natuurlijke omgeving hebben aangepast zich zo gemakkelijk dood laten rijden. Onze genen hebben de tijd nog niet gehad om de snel veranderende gevaren van de moderne wereld bij te houden.
Dit type aangeboren fobie ontwaakt gewoonlijk vroeg in de kindertijd en blijft het hele leven bestaan. Ofschoon ze niet hoeft te worden aangeleerd, kan de angst wel degelijk worden versterkt door werkelijk plaatsvindende ervaringen
Fobieën kunnen ook worden aangeleerd door blootstelling aan de pijnlijke gevolgen van een confrontatie met een gevaarlijk object of een riskante situatie. Wat waarschijnlijk begint als adaptieve vermijding bedoeld om verdere aanvaringen van dit soort te voorkomen, wordt tot in het uiterste doorgevoerd, in een extreme en ongenuanceerde generalisering. Het meemaken van een auto-ongeluk kan leiden tot een volledig terugvallen op het openbaar vervoer; een onbetekenende lichte beet van de pup van een Duitse herder leidt tot uitzinnige angst voor alle honden; en een keer vastzitten in een volle lift leidt tot een enorme afschuw van alle besloten ruimten.
Sommige fobieën komen tot ontwikkeling via de minder rechtstreekse weg van het voorbeeld. Dit ziet men het vaakst bij kinderen van ouders die zelf aan ernstige fobieën lijden of leden. Een vrouw van vijfentwintig was zo bang voor honden dat ze niet in woonwijken wilde wonen of er zelfs maar wandelen, uit angst ooit een loslopende hond tegen te komen. Ofschoon ze van haar leven nooit ook maar een soort dier had aangeraakt, kwam ze op een hele logische wijze aan haar angst; haar moeder bestierf het al bij het idee ooit een hond zelfs maar aan de overkant van de straat te zien lopen.
Net zo hebben veel mensen watervrees omdat hun ouders zo doodsbang zijn te zullen verdrinken. Fobieën kunnen zich ook via de media verspreiden. Veel mensen met een morbide vliegangst hebben nooit in een vliegtuig gezeten of in nauwe relatie tot een overlevende van een vliegongeluk gestaan. De levendige verslagen van vliegtuigongelukken die breed uitgemeten in de krant en op de televisie verschijnen, zijn echter voldoende om een irrationele vliegangst verder te versterken.
Mensen die geen enkel risico lopen kunnen een aidsfobie ontwikkelen door de goedbedoelde waarschuwende boodschappen die je de hele dag via de radio om de oren vliegen. Onaangename blootstelling aan dat waar men zo ontzettend bang voor is, is gewoonlijk maar een deel van het verhaal bij het ontstaan van specifieke fobieën niet iedereen die door een hond wordt gebeten, ontwikkelt een hondenfobie. Bepaalde mensen zijn bijzonder geneigd tot het ontwikkelen van fobieën, vooral diegenen die erg prikkelgevoelig zijn en zij die van nature verlegen, geremd en angstvallig zijn en niet graag risico’s nemen.
Het diagnostisch handboek brengt de specifieke fobieën in vier verschillende categorieën onder. Het diertype omvat fobieën voor honden, katten, slangen, spinnen, insekten of knaagdieren. Tot het natuurtype behoren fobieën voor onweer, storm, hoogten of water. Deze in de loop van de evolutie ontstane fobieën beginnen meestal in de kindertijd, zijn hoogst waarschijnlijk ‘ingebakken’ en hoeven meestal niet door een speciale traumatische ervaring te worden aangezwengeld.
Het bloed-injectie-verwonding type treft men aan bij mensen die geen bloed kunnen zien of fobisch opzien tegen elke medische of tandheelkundige ingreep. Bij deze fobie is sprake van een bijzonder opmerkelijk fenomeen. Het zien van bloed, het krijgen van een injectie of het zien dood rijden van een dier kan u licht in het hoofd maken en zelfs doen flauwvallen door een plotselinge verlaging van polsslag en bloeddruk. Dit is precies het tegenovergestelde van de verhoging van hartslag en bloeddruk bij alle andere soorten fobieën. Zoals altijd is de natuur duivels slim. Al de andere fobieën imiteren een ‘vechten of vluchten’ reactie met activering van het hart- en vaatstelsel. Hier zien we een overdrijving van een tegengestelde maar evenzeer op de situatie toegesneden fvsiologische reactie een verlaging van de bloeddruk waardoor het bloedverlies na een verwonding wordt gereduceerd.
De meeste fobieën van het situationele type (niet durven autorijden, alleen zijn of reizen met het openbaar vervoer) beginnen in de vroege volwassenheid en zullen eerder een aangeleerde reactie zijn op een reële traumatische ervaring, zoals het meemaken van een auto-ongeluk of van een misdrijf met geweld. Nog andere vrij veel voorkomende fobieën zijn angst om te moeten overgeven, te zullen stikken of een ziekte zoals aids op te lopen.
Diagnose volgens DSM IV:
- U voelt een onredelijke en excessieve angst voor een bepaald object of een bepaalde situatie.
- U reageert bij blootstelling aan de gevreesde prikkel onmiddellijk en voorspelbaar met grote angst of een paniekaanval.
- U ziet in dat u veel banger voor het object of de situatie bent dan gerechtvaardigd is.
- U doet uw best om deze prikkel te vermijden- of doorstaat de confrontatie anders alleen stijf van angst en ontzetting.
- Uw angst of vermijding van het object of de situatie verstoort of beperkt uw leven significant.