Grotere kans op parkinson door zuivel met laag vetgehalte
Wat is de relatie tussen zuivel en de ziekte van Parkinson? Uit meerdere onderzoeken blijkt er een verhoogde kans bij de inname van zuivel en de ziekte van Parkinson. Deze kansen zijn met name verhoogd voor magere zuivelproducten. Hoe groot zijn deze kansen en hoe zit het met bijvoorbeeld halfvolle of volle melk? Is er ook een manier om juist het risico te verlagen op parkinson door de inname van zuivel?
Wat is de ziekte van Parkinson?
De ziekte van Parkinson is een ziekte van de hersenen die kan leiden tot veel symptomen. Er is sprake van degeneratie van zenuwcellen in het centrale zenuwstelsel. De symptomen uiten zich met name in de bewegingen. Veelvoorkomende symptomen zijn trillen oftewel een tremor van de handen, benen, kin of tong. De bewegingen worden vaak trager (bradykinesie) of het wordt moeilijker om bepaalde bewegingen te starten (akinesie). Bij het lopen kan er sprake zijn van freezing. De spieren kunnen stijver worden, oftewel rigiditeit. Er is tevens vaak sprake van gedragsstoornissen en cognitieve problemen. Door deze symptomatologie komt er ook vaak depressie voor. De ziekte kan dus een grote impact op iemand zijn leven hebben.
De relatie tussen zuivel en de ziekte van Parkinson
In 2007 bleek uit onderzoek van Chen et al. al dat zuivel geassocieerd was met een hogere kans op de ziekte van Parkinson. Dit gold met name voor zeer hoge zuivelconsumptie. Een onderzoek uit 2017 dat geplaatst is in Neurology van Hughes et al. onder circa 128.000 mannen en vrouwen heeft ook aangetoond dat er een relatie is tussen de inname van zuivel en de ziekte van Parkinson. Gedurende 25 jaar werd hun gezondheid in de gaten gehouden. De proefpersonen moesten elke 2 jaar een enquête invullen over hun gezondheid. Ze moesten iedere 4 jaar een enquête invullen over hun voedingsgewoonten. In deze enquête werd onder andere de inname van zuivel onderzocht. Zuivelproducten worden door veel mensen geconsumeerd, zoals melk, room, kaas, yoghurt en ijs. Deze zuivelproducten kunnen een verschillend vetgehalte bevatten. Het onderzoek van Hughes et al. (2017) heeft met name onderzocht of er verschil was in het vetgehalte van de zuivel en de kans op de ziekte van Parkinson.
In totaal ontwikkelden 1036 mensen de ziekte van Parkinson. Uit het onderzoek van Hughes et al. (2017) bleek dat er een 34% hogere kans was op de ziekte van Parkinson bij de proefpersonen die ten minste drie porties zuivel met een laag vetpercentage per dag aten ten opzichte van proefpersonen die minder dan één dagelijkse portie magere zuivel aten. Er werd geen duidelijk verband gevonden tussen de ziekte van Parkinson en de consumptie van zuivel met een hoog vetpercentage. Opvallend was dat met name de mensen die magere melk dronken 39% meer kans hadden op het ontwikkelen van de ziekte. Een meta-analyse vond ook een significant verband tussen de totale zuivelinname en de ziekte van Parkinson. Er werd in dit onderzoek geen zuivel gevonden die juist zorgde voor een lager risico op de ziekte van Parkinson.
Grote kans?
Hoewel de kansen op de ziekte van Parkinson dus hoger waren, ontwikkelde nog steeds maar ongeveer 1% van de mensen die ten minste drie porties magere zuivel innamen de ziekte van Parkinson in tegenstelling tot 0,6% van de mensen die minder dan één portie magere zuivel per dag innamen.
Hierbij moet ook vermeld worden dat de proefpersonen bij de eerste symptomen van parkinson mogelijk de vragenlijsten anders invulden of andere voedingsgewoonten kregen. Er is tevens nog meer onderzoek nodig naar de biologische mechanismen zodat er meer verklaard kan worden over de relatie tussen zuivel en de ziekte van Parkinson.