Immuniteit en afweer: de T-cel
T-cellen zijn witte bloedcellen die bijdragen aan de afweer: ze voorkomen dat een mens ziek wordt. Zonder T-cellen zou ons lichaam ziekteverwekkers niet aan kunnen vallen. Er zijn verschillende soorten T-cellen in ons lichaam die ons gezond houden. De T-cellen kunnen onderverdeeld worden in vier belangrijke hoofdgroepen.
Afweer: humorale en cellulaire immuniteit
Allereerst is het belangrijk om te weten dat er twee verschillende soorten immuniteit bestaan, namelijk de humorale en de cellulaire immuniteit. Over het algemeen is humorale immuniteit de afweer die verzorgd wordt door B-cellen en de stoffen die zij produceren (antistoffen). De cellulaire immuniteit is de afweer die verzorgd wordt door T-cellen en de stoffen die door T-cellen gemaakt worden (cytokines). De verschillende soorten T-cellen vallen dus onder de cellulaire immuniteit.
T-helpercellen
T-helpercellen geven bepaalde stoffen af die ook wel cytokines genoemd worden. Met deze cytokines kunnen verschillende soorten cellen geactiveerd worden. Er zijn twee soorten T-helpercellen.
Th1-cellen
De eerste soort T-helpercellen (Th1-cellen) bindt aan een ziekteverwekker en scheidt dan cytokines uit die bepaalde cellen activeren. Met de cytokines van Th1-cellen worden bijvoorbeeld macrofagen geactiveerd. Macrofagen kunnen ziekteverwekkers in het lichaam opruimen. Ook kunnen de cytokines van Th1-cellen B-geheugencellen activeren. Deze B-geheugencellen ‘onthouden’ dan welke antistoffen moeten worden aangemaakt tegen de ziekteverwekker. Als een mens dan nog een keer dezelfde ziekteverwekker in het lichaam krijgt, kunnen de antistoffen tegen die ziekteverwekker sneller worden gemaakt.
Th2-cellen
De tweede soort T-helpercellen (Th2-cellen) bindt ook aan een ziekteverwekker, maar deze scheidt andere cytokines uit. Met deze cytokines kunnen ‘naïeve’ B-cellen plasmacellen worden. Deze plasmacellen kunnen dan antistoffen maken tegen de ziekteverwekker.
Cytotoxische T-cellen
Cytotoxische T-cellen zitten in het bloed en in de lymfe. Ze binden aan lichaamscellen. De cytotoxische T-cellen herkennen geïnfecteerde lichaamscellen, omdat er andere eiwitten op de buitenkant van geïnfecteerde lichaamscellen zitten dan bij gezonde lichaamscellen. Als de cytotoxische T-cel een geïnfecteerde lichaamscel herkend heeft, zal deze lichaamscel vernietigd worden via apoptose.
T-remmercellen
Om te zorgen dat een afweerreactie niet uit de hand loopt, bestaan er T-remmercellen. T-remmercellen kunnen cytokines maken die zorgen dat de afweerreactie van het immuunsysteem minder sterk wordt. Hierdoor voorkomen T-remmercellen dat bijvoorbeeld gezonde lichaamseigen cellen niet aangevallen worden door het immuunsysteem. T-remmercellen reguleren dus de sterkte van de afweerreactie.
T-geheugencellen
Als een ziekteverwekker voor het eerst in een lichaam komt, worden er T-geheugencellen gemaakt. Als het lichaam dan nog een keer met dezelfde ziekteverwekker geïnfecteerd wordt, kan de afweerreactie sneller op gang komen. De T-geheugencellen hebben dan onthouden hoe deze ziekteverwekker vernietigd moet worden.
T-cel gerelateerde ziektes
De bekendste ziekte waarbij T-cellen een rol spelen is het humaan immunodeficiëntievirus, oftewel hiv. Dit virus doodt de T-cellen, waardoor de afweer niet meer goed werkt. Het lichaam kan ziekteverwekkers dan niet meer herkennen en aanvallen. Daarom gaan mensen niet dood aan hiv zelf, maar aan de gevolgen ervan.
Ook leukemie kan door T-cellen ontstaan. Als onrijpe T-cellen ongecontroleerd gaan delen, komen er te veel witte bloedcellen in het bloed (leukemie). Dit wordt ook wel een T-cel lymfoom genoemd. Ook volwassen T-cellen kunnen een T-cel lymfoom veroorzaken.
Er bestaan ook verschillende genetische ziektes die als gevolg hebben dat T-cellen een verminderde werking hebben, maar deze ziektes komen niet veel voor.