Hormoontherapie bij borstkanker
Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Gelukkig worden de behandelmethoden voor deze nare ziekte steeds gebruiksvriendelijker en effectiever. Naast de vrij agressieve chemotherapie met diverse nare bijwerkingen is er nu een alternatief: hormoontherapie. Hormoontherapie remt de groei van de tumor in het borstweefsel door het blokkeren van de productie van het vrouwelijke hormoon oestrogeen.
Hormoontherapie is vooral geschikt voor vrouwen die de menopauze reeds gehad hebben. Door hormoontherapie kan de menopauze namelijk (vervroegd) op gang komen. Er zijn echter medicijnen op de markt die deze vervelende bijwerking teniet kunnen doen. Hormoontherapie is minder bekend dan chemotherapie, ondanks dat hormoontherapie eerder op de markt verschenen is. Hormoontherapie is namelijk alleen voor een beperkt aantal vormen van kanker geschikt, chemotherapie voor meerdere soorten kanker.
Borstkanker
- Bij 30% van de vrouwen met kanker betreft het borstkanker
- Er is een kans van 1 op 10 dat een vrouw borstkanker ontwikkelt in haar leven
- In Nederland krijgen jaarlijks circa 10.000 vrouwen de diagnose borstkanker
- 75% van de vrouwen met borstkanker is 50 jaar of ouder
Risicofactoren
Op het moment is niet bekend wat dé oorzaak is van borstkanker. Men heeft wel ontdekt dat er enkele risicofactoren zijn die de kans op borstkanker vergroten. Langdurig pilgebruik, langdurige hormoontherapie tegen overgangsklachten, eerdere diagnose van kanker, 30 jaar of ouder zijn bij de geboorte van het eerste kind, 11 jaar of jonger zijn bij de eerste menstruatie en ouder zijn dan 55 bij het begin van de overgang zijn enkele risicofactoren. Let wel, deze factoren verhogen de káns op borstkanker, ze zijn absoluut géén garantie op het al dan niet krijgen van borstkanker.
Ontdekken van borstkanker
De meeste vrouwen ontdekken dat zij borstkanker hebben doordat zij met een vreemde verdikking op knobbeltje in de borst naar de huisarts stappen en daar vervolgens een onderzoek krijgen. In de meeste gevallen is een dergelijke knobbeltje in de bortst goedaardig. Met behulp van een mammografie, een röntgenfoto, kan men nagaan of er afwijkingen in de weefselstructuur van de borst aanwezig zijn.
Stadium van borstkanker
Wanneer uit onderzoek blijkt dat een knobbeltje in de borst kwaadaardige cellen bevat moet men er achter zien te komen in welk stadium de borstkanker zich bevindt. Men kijkt hierbij onder meer in hoeverre de lymfeklieren in de oksel aangetast zijn en of er elders in het lichaam uitzaaiingen te vinden zijn. Alleen met een dergelijk nauwkeurig onderzoek kan men een prognose geven; een uitspraak over het verdere verloop en de behandeling van de borstkanker.
Borstkanker kan globaal in twee groepen verdeeld worden: carcinoma in situ en invasieve kanker. Carcinoma is situ zij afwijkende cellen in de borst die zich nog niet tot een knobbeltje hebben gevormd en nog geen naastgelegen weefsel aangetast hebben. Invasieve kanker kent vier substadia:
- Vroege ziekte met kleine tumor in de borst, de lymfeklieren zijn niet aangetast
- Grotere tumor met of zonder aangetaste lymfeklieren
- Uitgebreide tumor en/of uitgebreide uitzaaiingen naar de oksellymfeklieren
- Ziekte die is uitgezaaid naar andere plaatsen in het lichaam
Behandeling van borstkanker
In een vroeg stadium van borstkanker probeert men te voorkomen dat de ziekte terugkomt of stelt men dit uit. De kans op genezing in de eerste twee stadiu is aanzienlijk.
In een later stadium is de kans op definitieve genezing een stuk kleiner. Doel van de behandeling is voornamelijk gericht om het vergroten van de levensverwachting en het hoog houden van de kwaliteit van leven. De nadruk ligt op symptoomonderdrukking en onderdrukken van voorschrijding van de kanker.
Over het algemeen zijn er drie soorten behandeling van borstkanker te onderscheiden:
- Een chirurgische ingreep waarbij de kankercellen weggehaald worden
- Bestraling, waarmee men de kankercellen op een bepaalde plaats vernietigd
- Hormoontherapie, het modificeren van de vrouwelijke hormonen oestrogeen en/of progesteron
Hormoontherapie
George Beatson
George Beatson ontdekte in 1896 per toeval de geschiktheid van hormoontherapie, toen hij de eierstokken van een vrouw in een vergevorderd stadium van borstkanker verwijderde. Hij vermoedde namelijk dat de groei van de kankercellen iets te maken had met de functie van de eierstokken. En daar had hij gelijk in.
Hormoongevoelige tumoren
Chemotherapie is de voorkeursbehandeling bij tumoren die niet hormoongevoelig zijn. Sommige tumoren, met name borst-, baarmoeder- en sommige vormen van lymfeklierkanker zijn zogenaamde hormoongevoelige tumoren. Dit houdt in dat de geslachtshormonen de groei van tumoren negatief beïnvloeden. Met behulp van onderzoeken in laboratoria kan men onderzoeken of een tumor hormoongevoelig is. Bij dit onderzoek neemt men een stukje gezwelweefsel af bij de vrouw en zoekt men hierin naar eiwitten die oestrogeen en/of progesteron kunnen binden.
Wanneer hormoontherapie?
Hormoontherapie wordt toegepast wanneer de groei van bepaalde borstkankercellen gestimuleerd wordt door de vrouwelijke geslachtshormonen oestrogeen en progesteron. Bij hormoontherapie verlaagt men de beschikbaarheid van deze vrouwelijke hormonen met behulp van een operatie, bestraling of medicatie.
Hormoontherapie en de overgang
De overgang is een periode in het leven van de vrouw waarin de menstruatie onregelmatiger wordt en geleidelijk aan stopt. Meestal vindt de overgang tussen het 45e en 55e levensjaar van de vrouw plaats. Wanneer men in verband met de behandeling van kanker de nog actieve eierstokken van de vrouw verwijderd of modificeert kan de vrouw in de overgang raken.
De verschillende hormoonbehandelingen van borstkanker
Er zijn verschillende hormoonbehandeling mogelijk. De keuze voor een bepaalde hormoonbehandeling wordt onder meer beïnvloed door de leeftijd van de patiënt, het stadium van de ziekte, de progressie (snelheid) van de ziekte en de plaats van eventuele uitzaaiingen.
Stadium I en II
In de eerste plaats zal gekozen worden voor een chirurgische ingreep, bestraling van de eierstokken of een behandeling met medicijnen welke ervoor zorgen dat de productie van geslachtshormonen verminderd wordt. Wanneer dit niet afdoende is zal men overgaan op een behandeling met anti-oestrogenen. Vaak wordt er gecombineerd met chemotherapie. De behandeling is primair gericht op genezing. Vrouwen die de menopauze reeds doorlopen hebben krijgen vaak een ander soort medicatie, aromatase-remmers; medicijnen die zich op het remmen van oestrogeenproductie buiten de eierstokken richten.
Stadium III en IV
In een later stadium van borstkanker bestaat de behandeling uit een chirurgische ingreep, bestraling of medicijnen. Het primaire doel is het remmen van de geslachtshormoonproductie om zo de symptomen te bestrijden en de kwaliteit van leven te verbeteren. Wanneer er sprake is van uitzaaiingen worden anti-oestrogenen, aromataseremmers of progestagenen ingezet.
Wat doen de medicijnen?
De verschillende medicijnen kunnen de hormoonproductie op meerdere manieren beïnvloeden. Dit kan onder meer via de hersenen, de receptoren, enzymen en progestativa. Progestativa zijn stoffen die qua werking veel op het zwangerschapshormoon progesteron lijken.
Hormoontherapie is vooral geschikt voor vrouwen die de menopauze reeds gehad hebben. Door hormoontherapie kan de menopauze namelijk (vervroegd) op gang komen. Het medicijn tamoxifen, een van de gebruikte medicatie-vormen bij hormoontherapie, veroorzaakt dit niet. Tamoxifen pakt de tumorgroei aan, maar de opbouw van het baarmoederslijmvlies blijft intact, waardoor men na het staken van de behandeling met tamoxifen weer actieve eierstokken krijgt.