Bacteriën en virussen, de verschillen

Onderscheid bacteriën en virussen
Met het blote oog kan je ze niet zien, maar toch weten we dat ze er zijn. Bacteriën en virussen zijn er in de meest uiteenlopende soorten en maten en velen ervan waren er al voordat er groter leven op aarde bestond. Maar de meesten onder ons weten niet wat de twee van elkaar onderscheidt.Bacteriën zijn veel groter dan virussen
Bacteriën en virussen zijn het makkelijkst aan hun grootte te herkennen. Bacteriën zijn tot honderd keer groter dan virussen. De meeste bacteriën hebben een diameter van ongeveer 0,6 tot 1,0 micrometer. Ze zijn nog steeds te zien met een normale lichtmicroscoop. De veel kleinere virussen daarentegen, zijn alleen te zien onder de elektronenmicroscoop.Wat zijn virussen?
Virussen zijn de kleinste ziekteverwekkers. Ze bestaan uitsluitend uit genetisch (erfelijk) materiaal, omgeven door een eiwitmantel. Virussen hebben geen eigen stofwisseling en kunnen zich dus niet zelfstandig voortplanten. Ze hebben daarvoor altijd een gastheer nodig, dat wil zeggen een cel van een levend wezen. Een virus is dus een parasiet. Tijdens een infectie dringt het virus de cel van de gastheer binnen, geeft zijn genetisch materiaal vrij en de cel produceert nieuwe virussen. Ze doen vaak een aanval op de slijmvliezen van bijvoorbeeld de luchtwegen.Virussen zijn moeilijk te bestrijden
Het is erg moeilijk om virussen te bestrijden, omdat men dan de eigen cellen zou moeten bestrijden. Het virus bevindt zich immers in de eigen cellen. Meestal behandelt men alleen de symptomen zoals koorts, pijn, verkoudheid of diarree.Wat zijn bacteriën?
Bacteriën bestaan uit één cel en ze kunnen zichzelf vermenigvuldigen. Ze delen zich daarvoor gewoon in tweeën.Bacteriën zijn echter niet alleen schadelijk voor ons lichaam. In de darm bijvoorbeeld, hebben we ze nodig voor de spijsvertering. Maar nemen ze de overhand of is ons immuunsysteem verzwakt, dan kunnen ze een infectie veroorzaken.
Sommige bacteriën zijn echter altíjd ziekmakend en hebben niets te zoeken in het lichaam en worden dan ook direct tegengewerkt door het immuunsysteem.
Bestrijding bacteriën
Bacteriële ziekten worden meestal behandeld met antibiotica. Antibiotica leggen de stofwisseling van bacteriën stil. Die worden daardoor gedood of hun vermeerdering wordt gestopt. De laatste jaren echter zijn infectieziekten weer duidelijk in opmars. De reden: steeds meer resistente bacteriën die bestand zijn tegen antibioticaBestrijding virussen
Antibiotica zijn niet effectief tegen virussen, want virussen hebben geen stofwisseling. Om die reden is alleen ons eigen immuunsysteem in staat om het virus te bestrijden.Een virale infectie kan worden voorkomen als het immuunsysteem wordt voorbereid om het virus te bestrijden. Om die reden worden dode, verzwakte of zelfs delen van virussen geïnjecteerd. Het lichaam heeft nu de gelegenheid om zich voor te bereiden op dat specifieke virus en om antilichamen aan te maken. Komt het ooit tot een daadwerkelijke infectie, dan kan het lichaam het betrokken virus al meteen vanaf het begin effectief bestrijden voordat de infectie zich kan uitbreiden.
Een probleem met virussen is, dat die zeer flexibel zijn en hun genetische informatie snel kan wijzigen. Om die reden moet bijvoorbeeld bij het griepvaccin het lichaam elk jaar worden voorbereid op andere griepvirussen.
Ben ik besmet met een bacterie of een virus?
Of men ziek is door een bacterie of door een virus, is moeilijk te zeggen. Maar er zijn enkele tekenen die enig houvast kunnen bieden, bijvoorbeeld slijm. Is het slijm uit de neus doorzichtig dan duidt dat doorgaans op een virale infectie. Is er sprake van gele of zelfs groene slijm, dan kan het iets bacterieels zijn.Of zijn er bijvoorbeeld kleine witgele vlekjes op de amandelen te zien, dan wijst dat zelfs op een bepaald type bacteriën: de streptokokken.