De zwangerschapskaart
Wanneer je je als zwangere vrouw aanmeld bij een verloskundige wordt er een zwangerschapskaart aangemaakt. Op deze kaart worden de resultaten van de onderzoeken bijgehouden, evenals bijzonderheden en je medische voorgeschiedenis. Maar wat betekenen al die termen op je zwangerschapskaart nu precies?
De zwangerschapskaart
Bij je eerste bezoek aan de verloskundige wordt er een zwangerschapskaart ingevuld. Op deze zwangerschapskaart worden alle gegevens die van belang zijn voor de zwangerschap, de bevalling en het kraambed genoteerd. Het is verstandig deze kaart altijd bij je te dragen zodat hulpverleners altijd die informatie bij de hand hebben die zij nodig hebben in geval van nood. Je dient de zwangerschapskaart mee te nemen naar iedere controle en bij je bevalling.
Op de zwangerschapskaart staan naast persoonlijke gegevens van de moeder zoals geboortedatum, lengte, bloedgroep en gewicht nog een heleboel andere zaken. Deze worden dikwijls afgekort.
Afkortingen en begrippen op de zwangerschapskaart
De volgende afkortingen en begrippen kan je op de zwangerschapskaart tegenkomen.
Algemene informatie op de zwangerschapskaart
- Intox. = intoxicatie; eventueel verslavingen van de moeder
- Bldgrp = bloedgroep
- A.T. = A terme, de uitgerekende datum van de bevalling
- Para 0 of 1 = je bent niet eerder bevallen (0) of je hebt reeds één of meerdere bevallingen gehad (1)
- Ond. = naam van de onderzoeker
Gegevens van de moeder
- RR = de bloeddruk van de moeder
- AM.d = duur van de ammenorroe (uitblijven menstruatie), zwangerschapsduur]
- KG = gewicht van de moeder
De baby
- Cort. of cortonen (+ of -) = harttonen van de baby wel (+) of niet (-) gehoord
- DT (+ of -) = met behulp van de doptone (apparaat dat de harttonen meet) zijn de harttonen van de baby wel (+) of niet (-) gehoord
Grootte van de baarmoeder
- Hoogte fundus = hoogte van de baarmoeder (deze wordt aangegeven in het aantal centimeters boven en onder de navel)
- S (symfyse) = schaambot
- N = navel
- X(xyphoid) = puntje van het schaambeen
Wanneer er ½ SN op de zwangerschapskaart staat betekent dit dat de baarmoeder zich halverwege het schaambot en de navel bevindt.
Ligging van de baby in de buik
- Ball - = de baby is nog niet te voelen in de baarmoeder (is nog te klein)
- Ball + = de baby is te voelen in de baarmoeder maar de exacte ligging nog niet
- Cbbbi = caput bewegelijk boven bekken ingang; het hoofdje is nog niet ingedaald
- Cbibi = caput bewegelijk in bekken ingang; het hoofdje is enigszins ingedaald
- Cvibi = caput vast in bekkeningang; hoofdje is volledig ingedaald
- CIF = caput in fundo; stuitligging