Het begin van een bevalling
Het begin van een bevalling is niet altijd makkelijk te herkennen. Je kan te maken krijgen met valse weeën (voorweeën), buikpijn die helemaal niets met de bevalling blijkt te maken te hebben... Hier een overzicht waarmee men te maken kan krijgen wanneer men denkt dat het (eindelijk) zo ver is...
Het begin van de ontsluitingsfase betteknt het begin van de bevalling, het begin van de arbeid. Het is een moeilijk vast te stellen tijdstip. Daarom zegt men:
Het begin van de ontsluitingsfase =
elke regelmatige weeënactiviteit die ontsluiting en verstrijking van de baarmmoederhals tot gevolg heeft . Het einde van de ontsluitingsfase is wanneer de werkelijke bevalling nadert en de volledige ontsluiting (=10cm) bereikt is.
De duur van de ontsluitingsfase hangt van heel wat factoren af.
- de weeënactiviteit
- de ligging van de baby
- het tijdstip van opname (en van wanneer men dan ook alles is beginnen bijhouden)
- ...
De duur kan ook beïnvloed worden door tal van middelen zoals:
- toedienen van medicatie vb.oxytocine (waardoor de ontsluiting vlugger verloopt)
- een vernauwd bekken (waardoor het weer langer duurt omdat de baby er niet door kan)
- ...
Wat wordt gecontroleerd en hoe verzamelt men over deze fase gegevens?
De weeënactiviteit wordt nauwkeurig gecontroleerd
De baarmoedercontracties nemen toe. Ze komen vlugger, worden intenser en duren langer. Op het einde van de ontsluitingsfase komt een volgende wee gemiddeld om de 2 minuten, duren ongeveer 45 seconden en zijn sterk. De beste methode is om de weeën met de hand op de buik te meten maar wordt niet vaak meer in de praktijk toegepast. Veelal gebeurt dit aan de hand van de monitor.
Vaginaal toucher
- Dmv een vaginaal toucher kan men te weten komen of de baarmoederhals reeds rijp (= verstreken) is of er al ontsluiting is.
- Bij een vrouw die haar eerste baby baart, gaat de ontsluiting minder vlug. Ongeveer (1cm/uur). Bij een vrouw die al een baby gebaard heeft, ongeveer 2cm/uur. Maar ook dit is heel uiteenlopend.
- Bij een eerstbarende rijpt eerst de baarmoederhals en vindt dan pas ontsluiting plaats. Bij een meerbarende vinden deze gelijktijdig plaats.
Observatie van klinische tekens
Het gedrag en de gelaatsuitdrukking van de in arbeid zijnde vrouw wordt ook nauwkeurig gadegeslaan. Ook klachten, persdrang, onrust, braken, enz...
In de latente fase van de ontsluitingsperiode (= tot 3cm ontsluiting) kan de vrouw dikwijls nog rondwandelen, communiceren, lezen, zitten... Ze verdraagt goed de pijn.
In de actieve fase van de ontslutiingsperiode (= vanaf 3 cm tot 10 cm)
Tracht de vrouw zich een goede houding te zoeken, ze gaat liggen of net iets anders doen vb de zitbal, een warm bad...
Ze past haar ademhaling aan, heeft geen aandacht voor de omgeving en is volledig geconcentreerd op zichzelf.
Tekens van volledige ontsluiting zijn:
- klagen dat de weeën niet meer overgaan
- onrustig
- braken en braakneigingen
- (lichte) persdrang
- welving van het perineum (het stukje huid tussen vagina en anus)
- een straaltje vruchtwater met bloed vermengt
Observatie van het foetaal welzijn
De foetale harttonen worden gemiddeld bij een normale zwangerschap en bevalling ongeveer om het half uur beluisterd en geëvalueerd. De foetus is tijdens de ontsluitingsfase meestal stiller en minder beweeglijker. Wanneer het vruchtwater een groene kleur heeft (= meconiaal vruchtwater) wil dit zeggen dat de baby in nood is.
Observatie van het moederlijk welzijn
De bloeddruk, polsslag, de temperatuur en ademhaling wordt meermaals gemeten. Regelmatig wordt er ook gevraagd of de vrouw geen aandrang tot plassen heeft omdat een volle blaas dikwijls kan verletten dat de ontsluiitng vlotter en vlugger verloopt. Aandrang tot ontlasting kan betekenen dat het einde van de ontsluitingsfase in zicht is en de baring kan beginnen.