Heeft mijn kind echt ADHD?
Volgens schattingen zou zeventig tot tachtig procent van de kinderen met de diagnose ADHD geen ADHD hebben. Deze kinderen kunnen slecht omgaan met de hedendaagse hectiek en komen niet tot rust. Ten onrechte krijgen ze het etiket ADHD opgeplakt. Wanneer een kind ADHD heeft, heeft één van de ouders het waarschijnlijk ook, ADHD is voor tachtig procent erfelijk.
Wanneer heeft iemand ADHD?
Volgens het Trimbos Instituut heeft iemand ADHD wanneer hij of zij meerdere dagen per week zes van de volgende aandachtsproblemen heeft:
- achteloos fouten maken en weinig aandacht voor details
- slecht luisteren
- moeite met aanwijzingen opvolgen en opdrachten afmaken
- slecht kunnen organiseren
- een hekel hebben aan taken die veel geestelijke inspanning vragen
- dingen kwijtraken
- gemakkelijk afgeleid raken
- vergeetachtigheid
Ook hyperactiviteit en impulsiviteit zijn duidelijke kenmerken van een persoon met ADHD. Toch heeft niet iedereen die gediagnosticeerd wordt als ADHD'er daadwerkelijk ADHD. Zelfs de Nederlandse artsenorganisatie KNMG geeft toe dat ADHD te vaak en te snel wordt gediagnosticeerd. Volgens de KNMG hebben artsen vaak te weinig expertise om de diagnose met zekerheid te kunnen stellen. Verder zijn er nauwe banden met de geneesmiddelenindustrie waardoor de artsen makkelijk en vaak ADHD-medicijnen voorschrijven.
ADHD of chronisch slaapgebrek
Vroeger gingen kinderen vroeger naar bed en maakte ze langere nachten. Tegenwoordig wordt er later gegeten en moet er 's avonds nog van alles gebeuren. Hierdoor kunnen kinderen overprikkeld naar bed gaan en slecht in slaap komen. Kinderen met een chronisch slaapgebrek zijn druk en kunnen zich slecht concentreren. Hierdoor kunnen deze kinderen ten onrechte het etiketje ADHD opgeplakt krijgen. Wanneer je zeker wil weten dat dit niet het geval is bij jouw kind kan je het beste voor een aantal maanden terug in de tijd. Zeer consequent zijn met de drie R's (rust, reinheid en regelmaat), ook in het weekend. Dus veel rust in huis, op tijd naar bed, weinig tot geen televisie, lekker buiten spelen. Iedere dag hetzelfde ritme.
ADHD of verkeerde voeding
Er gaan steeds meer stemmen op dat ADHD het gevolg is van de voeding. Speciaal voor ADHD patiënten is er een dieet ontwikkeld door wetenschapper Lidy Pelsser. Het zogenaamde Restricted Elimantion Diet (RED). Dit per persoon aangepaste dieet zou dan vijf weken lang gevolgd moeten worden. Hierna zou de ADHD bij veel patiënten verdwenen zijn. Het is een vrij streng dieet waarbij veel rijst, fruit en groenten gegeten moet worden. Na de vijf weken kan er weer gewoon gegeten worden al zijn er vaak wel zo'n drie tot vijf voedingsmiddelen die het kind zal moeten blijven vermijden. Ook de Northwestern University Medical School heeft vastgesteld dat voeding veel invloed heeft op het gedrag van ADHD'ers. Ze willen nog vervolgonderzoek verrichten, maar tot nu toe lijkt het toch echt zo te zijn dat een gezond voedingspatroon een groot deel van de ADHD'ers kan genezen.
Wel ADHD
Wat overblijft is een percentage van twintig tot dertig procent van de kinderen wat daadwerkelijk ADHD heeft. Wanneer een kind echt ADHD heeft zijn de symptomen al zichtbaar voor het zevende jaar. In Canada is veel onderzoek gedaan naar ADHD. Dit omdat men daar ontdekte dat vroege leerlingen (kinderen die jarig zijn voor oktober) vaker gediagnosticeerd werden als ADHD'er dan late leerlingen. Het leeftijdsverschil van bijna een jaar zorgde dat de leerlingen negatief opvielen in de klas. Ze waren drukker en konden moeilijker stilzitten. Gedrag wat bij de leeftijd hoort, maar omdat de kinderen opvielen in de klas werden de ouders al snel aangesproken op het gedrag en hierop volgde onderzoek met als resultaat het stempeltje ADHD. Toen dit aan het licht kwam zijn ze in Canada zorgvuldiger gaan diagnosticeren. Zij hebben de volgende lijst gemaakt.
Kinderen met ADHD hebben:
- last van overmatige activiteit
- gebrek aan normale angsten
- slaapproblemen
- moeite met stilzitten
- vaker ongelukjes
- enorm veel moeite met op hun beurt wachten
- de neiging om te zwerven tussen hun speelgoed zonder echt te spelen en interesse te tonen in één stuk speelgoed
- de neiging veel en druk te praten (spraakwatervallen)
- de neiging overal aan te beginnen, maar zelden iets af te maken
- last met concentratie, ze dromen veel weg.