Factor V Leiden

Factor V Leiden, wat nu? Factor V Leiden is een nog wat onbekende aandoening waarvan redelijk wat mensen in Nederland last hebben. 3 tot 8 op de 100 mensen heeft de milde vorm en 1 op de 1000 heeft de ernstige vorm. Maar wat is dit nou precies? En hoe kan je behandeld worden?

Wat is Factor V Leiden?

Factor V Leiden is een erfelijke bloedstollingsziekte. Als men het heeft over APC Resistentie wordt hetzelfde bedoeld. Bij deze aandoening stolt het bloed van een persoon te snel. Stollen betekent dat bloed hard wordt, hierdoor komt bijvoorbeeld een korstje op een wond. Als bloed sneller stolt dan nodig dan wordt bloed soms onnodig hard, dan kan er ook een bloedpropje ontstaan. Deze bloedpropjes kunnen steeds groter worden totdat ze ergens in het lichaam bloedvaten verstoppen. Factor V Leiden houdt dus in dat je bloed te snel stolt met als gevolg een verhoogde kans op bloedpropjes. Het vervelende aan de aandoening is dat men er eigenlijk geen last van heeft, tot dat je bijvoorbeeld trombose in je been hebt. Dit wordt veroorzaakt door Factor V Leiden. Er is dan een stolsel ontstaan in je been waarna trombose ontstaat. Bij iemand met de heterozygote vorm van de aandoening (de milde vorm) is er een licht verhoogde neiging tot bloedstolling, bij iemand met de homozygote vorm (de ernstige vorm) is er een ernstig verhoogde neiging tot bloedstolling.

Diagnose

De aandoening kan worden vermoed bij trombose. Trombose is een bloedpropje ergens in iemands bloedvaten. Als een patiënt daar last van gaat krijgen en naar het ziekenhuis gaat kan er Factor V Leiden geconstateerd worden. De diagnose kan ook worden gesteld na bloedonderzoek door bijvoorbeeld een bloedprik. Als bij één iemand binnen een familie deze aandoening geconstateerd wordt is het raadzaam om in de hele familie een bloedonderzoek te doen. De aandoening is namelijk erfelijk.

Behandeling

De behandeling van Factor V Leiden lijkt heel erg op de behandeling van trombose. De patiënt moet medicijnen slikken zodat het bloed niet zo snel stolt. Deze medicijnen worden bloedverdunners genoemd. Vrouwen kunnen in combinatie met deze aandoening beter geen anticonceptiepil slikken en er wordt aangeraden bijvoorbeeld steunkousen te dragen tegen trombose in de benen.

Welke vorm kan ik krijgen?

Zoals gezegd is deze aandoening erfelijk. Dat houdt in dat jij de ziekte doorgegeven kan krijgen van één van je bloedverwanten. Of jij de milde of de ernstige vorm krijgt hangt ook nog eens af van je ouders. Als een vrouw de milde vorm van de aandoening heeft en de man niet dan is de kans dat een kind de aandoening krijgt 50 procent. Hetzelfde geldt voor als de man de milde vorm heeft en de vrouw de aandoening niet heeft. Als allebei de ouders de milde vorm hebben is er een kans bij de kinderen op een milde vorm, ernstige vorm of geen van beiden. De kans op de milde vorm bij het kind is het grootst, namelijk 50 procent. Het kind kan de aandoening ook niet krijgen dan is de kans 25 procent, bij de ernstige vorm is de kans ook 25 procent. Hebben allebei de ouders de ernstige vorm dan krijgt het kind ook gegarandeerd de ernstige vorm. Als je wilt weten welke vorm jij hebt of als je benieuwd bent of je deze aandoening hebt is het dus raadzaam om een bloedonderzoek te doen.