De P-factor: hoe gevoelig ben je voor psychische stoornissen
Een psychische stoornis komt soms niet alleen. Er zijn mensen die last hebben van meerdere psychische stoornissen. Soms zijn dit ook stoornissen die niets met elkaar gemeen hebben. Blijkbaar is de ene persoon gevoeliger voor psychische stoornissen dan de ander. Uit onderzoek (Duke, 2017) bleek een hogere gevoeligheid samen te hangen met opvallende afwijkingen op hersenscans. Zo kwamen de onderzoekers er toe om een P-factor voor ieder individueel proefpersoon te berekenen. De P-factor is een theoretische waarde die aangeeft hoe gevoelig je bent voor psychische stoornissen.
De P-factor
P-factor is een afkorting van van algemene aansprakelijkheidsfactor voor geïdentificeerde psychopathologie. Deze P-factor bestaat uit de factoren angst, denkstoornissen (OCD, psychose, schizofrenie) en externaliserende kenmerken (gedragsproblemen/drugsgebruik). Bij het vaststellen van de hoogte van de P-factor wordt dus gebruik gemaakt van een soort persoonlijkheidstest. Er wordt daarnaast rekening gehouden met de familiegeschiedenis. Ook blijkt dat volwassenen met een hoge P-factor lager scoren op een IQ-test dan leeftijdgenoten met een lagere P-factor.
De hersenen
Vervolgens werden de hersenscans van mensen met een verschillende P-factor met elkaar vergeleken. Hieruit bleek dat mensen met een hogere P-waarde opvallende afwijkingen lieten zien op de hersenscans.
Deze afwijkingen bevonden zich:
- In het cerebellum, waar minder grijze stof zichtbaar was
- In de pons, waar de witte stof beschadigd was.
De witte stof in de pons verbindt het cerebellum met het denkcentrum in de prefrontale cortex. Deze verbinding bestaande uit witte stof in de pons speelt een rol bij de feedback die wij krijgen over onze bewegingen en zo checkt ons brein ook of ons idee van een situatie overeenkomt met de werkelijkheid. De gedachte van de onderzoekers van de universiteit van Duke (2017) is dat deze verbindingen ook feedback geven over onze emoties en onze gedachten. Realiteit en de gedachten en emoties van deze personen hierover komen in dat geval niet geheel overeen.
Wanneer deze gedachte juist is, zou dit kunnen verklaren waarom bij mensen met een hoge P-factor grote afwijkingen zichtbaar zijn in deze gebieden en waarom deze leiden tot psychische stoornissen.
Wat wil dit zeggen?
Er wordt in de psychiatrie steeds meer gedacht dat de meeste psychiatrische stoornissen niet te genezen zijn, maar dat mensen er wel mee kunnen leren leven. Wanneer de afwijkingen in de hersenen inderdaad willen zeggen dat het beeld dat de patiënten met een hoge P-factor hebben van een situatie niet overeenkomt met de werkelijkheid, zullen deze mensen nooit in staat zijn om de werkelijkheid te zien. Ze kunnen hooguit leren dat hun werkelijkheid niet die van andere mensen is en dat ze er dus op een andere manier naar moeten kijken en op een andere manier mee om moeten gaan.
Het kwetsbaarheids-stressmodel
Er wordt al langer een persoonlijkheidsmodel gemaakt van mensen die een psychische kwetsbaarheid hebben. Een voorbeeld hiervan is het kwetsbaarheids-stressmodel. Dit model meet de individuele kwetsbaarheid en de stress die een persoon vanuit zijn omgeving ervaart. Wanneer de draagkracht van deze mensen wordt overschreden worden ze ziek. Ook in dit model wordt er vanuit gegaan dat de individuele kwetsbaarheid van mensen een vaststaand gegeven is. Het is aangeboren en verandert niet. De variabele in deze is de stress waarmee je gedurende je leven te kampen krijgt. Extreem veel stress (een trauma) kan de kans op een psychiatrische aandoening vergroten, zeker wanneer er sprake is van een jeugdtrauma. Het kwetsbaarheids-stress model is iets anders dan de P-factor. Bij de P-factor worden meer kenmerken meegenomen.