Reflex, reactie op prikkel
Een reflex is een reactie op een bepaalde prikkel. Bij baby's wordt vlak na de geboorte bekeken of ze bepaalde reflexen bezitten. Een bekend reflex bij baby's is de Moro-reflex. Andere reflexen die we kennen zijn onder andere de niesreflex, pupilreflex, pijnreflex en de schrikreflex. Stoornissen in een reflex leiden tot een minder sterk, een verhoogd of een abnormaal reflex. De stoornis ligt in de zenuwbaan.
Reflexen stellen het lichaam in staat om het gezond te houden, te reinigen of om te beschermen. Een reflex is aangeboren maar kan verstrekt worden door bepaalde situaties. Bij een onderbreking van de zenuwbanen ontstaat er een verlaagde reflex. Wanneer de reflex verhoogd is, wijst dit vaak op een stoornis in de zenuwbanen. Ook kunnen er reflexen optreden die normaal gesproken in bepaalde situaties niet op zouden moeten treden. Ook nu is er sprake van een stoornis in de zenuwbanen.
Schrikreflex
De schrikreflex of de schrikreactie maakt ons alert op aankomend gevaar en stelt ons in staat om te vechten of te vluchten. Bij schrik worden de schouders omhoog getrokken, draaien de ogen in de richting van het gevaar en knipperen de ogen snel. Wanneer we van te voren zijn blootgesteld aan een angstige situatie, wordt de schrikreflex versterkt. Hier wordt gebruik van gemaakt bij horrorfilms, waar de aanzwellende muziek ervoor zorgt dat de schrikreflex wordt versterkt. De schrikreflex kan ook afgezwakt worden doordat we ons van te voren in een prettige en ontspannen sfeer bevinden.
Moro-reflex
Bij pasgeboren baby's wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van de Moro-reflex. Deze reflex is een voorloper op de latere schrikreflex, dat ontstaat rond de 2 tot 4 maanden. De Moro-reflex ontwikkelt zich bij de foetus rond de 10e week van de zwangerschap. Deze reflex stamt uit de oertijd en is nog wel zichtbaar bij apen. Bij mensen heeft de reflex geen duidelijke functie meer en wordt daarom vervangen door de schrikreflex.
Tijdens de Moro-reflex worden stresshormonen afgescheiden, een grotere hoeveelheid dan tijdens de schrikreflex. Dat heeft te maken met het feit dat de Moro-reflex bedoeld is om zich vast te klampen aan moeder, zoals aapjes doen. De grote hoeveelheid stresshormonen zorgt ervoor dat er voldoende kracht vrijkomt om vast te klampen. Wanneer de baby schrikt, spreidt het de armen en benen. Vervolgens worden de armen en benen om het lichaam heen gevouwen. Aanraking van de handpalm zorgt ervoor dat de baby de vingers sluit.
Slikreflex
De slikreflex is belangrijk om speeksel, voedsel en drank naar de slokdarm te brengen. Slikken gaat onbewust, verschillende spieren zorgen ervoor dat voedsel, speeksel en drank via de mond naar de slokdarm wordt afgevoerd. Tijdens het slikken wordt de luchtpijp afgesloten door het strottenklepje. Wanneer dit niet tijdig of goed gebeurt, ontstaat er verslikken: er komt vloeistof of voedsel in de luchtpijp terecht.
Hoesten
Hoesten kan een gevolg zijn van verslikken. Ook slijm wordt uitgehoest. Door prikkeling van de luchtwegen ontstaat de hoestreflex. Zonder hoestreflex blijft er vuil in de longen achter, met een longontsteking als gevolg. Bij het hoesten ontstaat er een krachtige uitademing, waardoor de luchtwegen in staat zijn zich te reinigen. Zolang de luchtwegen geprikkeld worden, blijft de hoest bestaan. Sommige mensen moeten zo hard of langdurig hoesten, dat de ribben gekneusd raken.
Niezen
Bij de niesreflex gebeurt hetzelfde als bij de hoestreflex. Het neusslijmvlies wordt geprikkeld waarna er een krachtige ademuitstoot via de neus plaatsvindt. Niezen gebeurt met een flinke kracht: de snelheid van de uitgestoten lucht bedraagt tot wel 165 kilometer per uur. Tijdens het niezen komen duizenden bacteriën of virussen vrij. Zij verspreiden zich via de lucht en kunnen zo andere mensen infecteren.
Pupilreflex
De pupilreflex is de meeste wel bekend: de pupil wordt kleiner of groter, afhankelijk van de lichtinval. Bij veel licht vernauwt de pupil zich, bij weinig licht wordt de pupil groter. Ook wordt de pupil nauwer naarmate een voorwerp dichterbij komt. De aanwezigheid pupilreflex wordt gecontroleerd bij ongevallen. Wanneer de pupilreflex niet optreedt of verminder aanwezig is, kan dit duiden op hersendood in het eerste geval of beschadiging van de hersenstam of hersenzenuwen in het tweede geval.
Pijnreflex
De pijnreflex is een belangrijk reflex en stelt ons in staat om het eigen lichaam te beschermen. Een bekend voorbeeld is het voelen van een hete bron, waarna we de hand snel terugtrekken. Ook het prikken aan een scherp voorwerp resulteert in het terugtrekken. De pijnreflex zorgt ervoor dat we het lichaam zo min mogelijk beschadigen. Uitval van bepaalde zenuwen zorgt ervoor dat we geen pijn meer voelen. De pijnreflex treedt dan niet meer op.
Andere belangrijke reflexen zijn:
- Geeuwreflex (gapen)
- Corneareflex (sluiten van de ogen)
- Duikreflex (ademhaling stopt bij onder water gaan)
- Ademhalingsreflex (adem halen)
- Krabreflex (krabben wanneer de huid geïrriteerd raakt)
- Voetzoolreflex (buigen van de tenen bij aanraking van de voetzool)
- Toeschietreflex (het naar buiten spuiten van moedermelk)