Afasie, een door hersenletsel veroorzaakte taalstoornis
Afasie is een taalstoornis die ontstaat als een deel van de hersenen wordt beschadigd. Plaats en omvang van de hersenbeschadiging bepaalt de 'soort' en de ernst van de afasie. Herstel is helaas niet mogelijk. Alleen kort na het ontstaan van de afasie kan door het beter gaan functioneren van hersenweefsel vlakbij de beschadiging, het verdwijnen van vochtophopingen, of door het verbeteren van de bloedtoevoer, spontaan herstel optreden.
Oorzaak afasie
Hersenletsel kan ontstaan door een verwonding, tumoren of een beroerte. Dat hersenletsel kan, als het in een bepaald gebied gelegen is, een taalstoornis tot gevolg hebben. Die taalstoornis wordt afasie genoemd. Mensen met afasie hebben in meer of mindere mate problemen met taal: problemen met het spreken, of problemen met het begrijpen van gesproken taal, of problemen met het schrijven en het lezen van taal.
Soorten afasie
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de
fluent en de
non-fluent afasie. Mensen met een
fluent afasie spreken vlot en redelijk gearticuleerd. Ze hebben vooral problemen met het begrijpen van gesproken of geschreven taal, of met het vinden van de juiste woorden. Mensen met een
non-fluent afasie spreken hakkelend en met een slechte articulatie. Het spreken kost veel inspanning. Ze hebben vooral syntactische problemen (problemen met het op de juiste wijze maken van zinnen).
De afasie van Wernicke, de anomie en de conductie-afasie zijn
fluent afasieën. De afasie van Broca is een
non-fluent afasie.
Fluent afasieën
De afasie van Wernicke
Deze afasie is genoemd naar de Duitse neuroloog Dr. Wernicke, die in 1874 ontdekte in welk deel van de hersenen beschadigingen deze afasie tot gevolg hebben. Het 'Wernicke-gebied' is gelegen in het achterste deel van de eerste slaapwinding, de
temporaal-gyrus.
Mensen met de afasie van Wernicke kunnen lange en ingewikkelde zinnen maken. In die zinnen komen vaak opvallende grammaticale constructies voor die afwijken van de norm. Ze zeggen bijvoorbeeld 'Daar weet ik niets absoluuts van' in plaats van 'Daar weet ik absoluut niets van'. Ook gebruiken ze bij het spreken verkeerde klanken. Ze zeggen bijvoorbeeld 'Wasse doe ik ook wel eens' in plaats van 'Vissen doe ik ook wel eens'. Door het gebruik van verkeerde klanken kan zijn taalgebruik voor luisteraars onbegrijpelijk worden. Er ontstaan communicatieproblemen.
Mensen met de afasie van Wernicke hebben een slecht taalbegrip. Ze begrijpen niet altijd wat de ander zegt. Hun slechte taalbegrip leidt ook tot communicatieproblemen, en tot problemen met het lezen en schrijven.
Anomie
Mensen met deze vorm van afasie hebben vooral problemen met het vinden van de juiste woorden. Ze weten nog wel waarvoor een horloge dient (om te zien hoe laat het is) als hun dat wordt gevraagd, maar de vraag 'Wat is dit' (wijzend op een horloge) kunnen ze vaak niet beantwoorden. Als het woord wordt aangeboden ('Is dit een horloge') wordt meestal wel correct geantwoord.
Opvallend is dus bepaalde woorden niet meer zelf kunnen produceren.
De zinnen van mensen met anomie zijn grammaticaal correct. Ze kunnen problemen hebben met lezen en schrijven (dus niet iedereen). De hersenbeschadiging die de oorzaak is van de genoemde problemen is achter het Wernicke-gebied gelegen, van de tempero-partiaal-kwab tot
gyrus angularis
Conductie-afasie
Mensen met conductie-afasie spreken, net als mensen met de afasie van Wernicke, vloeiend en redelijk gearticuleerd. Soms hebben ze, net als de mensen met anomie, problemen met het vinden van de juiste woorden. Het meest opvallend is echter dat ze vaak problemen hebben met het nazeggen van lange woorden (met veel lettergrepen) en lange zinnen. Ze zijn niet in staat om de juiste klanken te produceren. Omdat ze zich wel bewust zijn van hun fouten zullen ze proberen die te herstellen.
Mensen met conductie-afasie hebben een goed taalbegrip. Ook hebben ze doorgaans weinig problemen met lezen en schrijven. De hersenbeschadiging die conductie-afasie tot gevolg heeft bevindt zich tussen het 'Wernicke-gebied' en het 'Broca-gebied', de
faciculus arcuatus.
Non-fluent afasie
De afasie van Broca
Mensen met de afasie van Broca spreken moeizaam en eentonig. Ze hebben moeite met het uitspreken van hele woorden. Ze spreken met horten en stoten. Ze zeggen bijvoorbeeld 'Ja, ik denk....eh....half jaar.....geleden was eh.....moei.....heel moei....lijk'. Ook is men het vermogen om lange zinnen te maken kwijt, omdat men niet meer beschikt over de benodigde grammaticale kennis. Het gemis van die kennis wordt
agrammatisme genoemd. De structuur van hun zinnen is (noodgedwongen) eenvoudig.
Het
agrammatisme heeft tot gevolg dat ook het schrijven problemen oplevert. Minder problemen zijn er met het begrijpen van taal. Ook het lezen levert weinig problemen op. Het gebied van Broca bevindt zich in de fronaalkwab. Voor rechtshandigen bevindt het zich vaak op de linker hersenhelft, voor linkshandigen soms op de rechterhersenhelft.
Telegramstijl helpt mensen met afasie
Mensen met afasie moeten soms, zoals al eerder opgemerkt, naar woorden zoeken. Dit kan luisteraars ongeduldig maken. Om irritatie te voorkomen passen mensen met afasie hun manier van spreken aan. Ze gebruiken uitsluitend woorden met veel betekenis (inhoudswoorden). Als ze de weg kwijt zij dan zeggen ze bijvoorbeeld: 'Wijs weg....station....weg kwijt.' Door op die manier te spreken, in telegramstijl, kunnen ze toch snel duidelijk maken wat ze bedoelen.
Mensen met afasie kunnen, zoals al eerder opgemerkt, problemen hebben met het begrijpen van taal. Het spreken in telegramstijl, dus in korte zinnen met veel inhoudswoorden, kan veel misverstanden voorkomen.