Positieve en negatieve symptomen van schizofrenie
Schizofrenie is een mentale stoornis met verscheidene kenmerken. De vele soorten symptomen van schizofrenie zijn in te delen in twee categorieën, namelijk de positieve en negatieve symptomen. De meeste schizofrenie symptomen in de DSM-V vallen onder deze twee categorieën. Iedereen met schizofrenie heeft een combinatie van positieve en negatieve symptomen. De termen “positief” en “negatief” kunnen misleidend zijn. Positieve symptomen verwijzen naar eigenschappen die toegevoegd worden aan een persoon. Bij negatieve symptomen gaan er karakteristieken van de persoon verloren.
Positieve symptomen
Een verschil tussen positieve en negatieve symptomen van schizofrenie is het effect op de persoon. Beide typen beïnvloeden de manier waarop iemand met zijn of haar omgeving omgaat, maar enkel de positieve symptomen creeëren een vertekend beeld van de omgeving.
Delusies
Delusies zijn ideeën die een persoon gelooft, maar die eigenlijk onwaarschijnlijk zijn en vaak onmogelijk. Vooral
persecutory delusions komen het meeste voor: dit houdt in dat mensen geloven dat ze bekeken of lastiggevallen worden door anderen. Daarnaast bestaan ook
delusions of reference (geloven dat willekeurige gebeurtenissen of opmerkingen voor hun bedoeld zijn),
grandiose delusions (geloven dat je een speciaal persoon bent met speciale krachten) en
delusions of thought insertion (geloven dat je gedachten door anderen beheerst worden).
Deze delusies zijn vaak erg complex en uitgebreid en werken samen om een verhaal te vormen. Delusies kunnen ook voorkomen bij depressie of bipolaire stoornis. Bepaalde overtuigingen die onderdeel zijn van een cultuur kunnen niet als delusies worden beschouwd (bijvoorbeeld dat overleden familieleden over je waken), behalve als deze extreem zijn.
Hallucinaties
Om te hallucineren hoef je niet altijd een stoornis te hebben. 15% van mentaal gezonde mensen horen soms stemmen, zoals hun geweten dat hen advies geeft. Deze hallucinaties zijn meestal kort van duur en komen voor bij stress, vermoeidheid of onder invloed van drugs. Hallucinaties van mensen met schizofrenie zijn frequenter, aanhoudender, complexer, bizarder en sluiten aan op de delusies. Geluidshallucinaties komen het meeste voor, hierbij worden vaak negatieve stemmen gehoord. Daarnaast zijn er ook visuele hallucinaties, tactiele hallucinaties (gevoel dat iets gebeurt aan de buitenkant van je lichaam) en somatische hallucinaties (gevoel dat iets gebeurt binnen het lichaam). Ook mensen met depressie of bipolaire stoornis kunnen hallucinaties hebben.
Ongeorganiseerd denken en praten
Het ongeorganiseerd denken van mensen met schizofrenie heet
formal thought disorder. Een belangrijke vorm is de neiging hebben om van het ene naar het andere onderwerp te gaan, die bijna niet gerelateerd aan elkaar zijn. Mannen met schizofrenie laten sterkere verslechtering zien in taal dan vrouwen.
Ongeorganiseerd of catatonisch gedrag
Catatonia is ongeorganiseerd gedrag dat niet reageert op de omgeving. Bijvoorbeeld geen reactie geven op instructies (negativism), ongepast of bizar postuur of geen verbale/motor reacties (mutism). Daarnaast kan er ook sprake zijn van
catatonic excitement: de persoon beweegt dan extreem veel en vaak doelloos.
Negatieve symptomen
Negatieve symptomen heten zo omdat er verlies is van bepaalde kwaliteiten van de persoon, i.p.v. gedrag dat of gedachten die de persoon te sterk uit, zoals bij positieve symptomen. Daarnaast zijn negatieve symptomen sterker geassocieerd met slechte gevolgen omdat deze langer volhouden en moeilijk te behandelen zijn.
Beperkt affect
Bij beperkt affect is er een sterke afname of afwezigheid van emotionele expressie zoals gezichtsuitdrukkingen en oogcontact. De persoon kan een vlakke toon hebben, met weinig verandering in intonatie, ritme, tempo of luidheid om emotie aan te geven. Ook al uiten ze zich minder, dit betekent niet dat ze minder emotie ervaren.
Avolitie/asocialiteit
Avolitie is het niet kunnen volhouden van doelgericht gedrag; de persoon is dan fysiek langzaam en lijkt ongemotiveerd. De persoon kan de hele dag niks doen, en zichzelf niet verzorgen. Dit kan zich uiten in asocialiteit: geen behoefte hebben om met andere mensen te communiceren. Asocialiteit kan op zijn beurt weer leiden tot sociale isolatie.