Slikproblemen (dysfagie): Oorzaken van problemen bij slikken
Dysfagie is de medische term voor slikproblemen. Het kost de patiënt dan meer moeite om voedsel van de mond naar de maag te brengen. Om te kunnen slikken, zijn diverse spieren en zenuwen nodig. Meestal is het slikprobleem dan ook het resultaat van spierproblemen of zenuwschade. Ouderen en baby’s hebben het vaakst problemen met het slikken. Dysfagie gaat soms gepaard met andere symptomen zoals pijn, heesheid en keelpijn. Eenmalige of slechts kortstondige slikproblemen zijn wellicht niet ernstig, maar wanneer de problemen vaak optreden, verergeren of langdurig aanwezig zijn, is medisch advies nodig. De behandeling van dysfagie is afhankelijk van de oorzaak.
Terminologie
Een slikprobleem is niet hetzelfde als
pijn bij het slikken (
odynofagie). Het is wel mogelijk dat beide symptomen tegelijkertijd optreden.
Typen dysfagie
Faryngeale dysfagie
Het probleem van dit type bevindt zich in de keel. Wanneer schade ontstaat aan de zenuwen, bijvoorbeeld door de
ziekte van Parkinson (neurologische aandoening met
bevingen), een beroerte,
hersenverlamming (symptomen aan spieren en bewegingen),
multiple sclerose,
myasthenia gravis (symptomen aan
gezicht met name
gezichtszwakte en
spierzwakte aan de ledematen en ogen) of
amyotrofische laterale sclerose, komt faryngeale dysfagie tot stand.
Oesofageale dysfagie
Bij lage dysfagie (oesofageale dysfagie) is er een probleem in de slokdarm aanwezig. Dit is meestal te wijten aan een blokkade of irritatie. Vaak is een chirurgische ingreep vereist voor het verhelpen van dit probleem.
Orale dysfagie
Bij hoge dysfagie (orale dysfagie) ligt het probleem in de mond. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting door zwakte van de tong na een
beroerte (onvoldoende bloedtoevoer naar de hersenen), moeite met het kauwen van voedsel (
kauwproblemen) of problemen bij het transporteren van voedsel uit de mond.
Oorzaken van problemen bij het slikken
Mond en keel
Bij enkele
aandoeningen aan de mond en keel treden kampt een patiënt sneller met problemen bij het slikken:
Neurologische problemen
Moeite met het slikken vloeit soms voort uit
neurologische aandoeningen:
- Amyotrofische laterale sclerose: Amyotrofe laterale sclerose is een progressieve neurodegeneratieve aandoening. Na verloop van tijd verliezen de zenuwen in de wervelkolom en de hersenen geleidelijk hun functie met slikproblemen tot gevolg.
- Beroerte: De hersencellen sterven bij een beroerte af door gebrek aan zuurstof omdat de bloedstroom belemmerd is. Wanneer hersencellen zijn aangetast die verantwoordelijk zijn voor het slikken, resulteert dit in een slikprobleem.
- Multiple sclerose: Het centrale zenuwstelsel wordt aangevallen door het immuunsysteem bij multiple sclerose. Daardoor gebeurt een vernietiging van myeline, dat normaal de zenuwen beschermt.
- Myasthenia gravis: De spieren onder vrijwillige controle zijn snel vermoeid en zwak omdat de zenuwen die de spiersamentrekkingen stimuleren niet goed werken bij myasthenia gravis, een auto-immuunziekte.
- Ziekte van Parkinson en parkinsonisme: De ziekte van Parkinson is een progressieve, degeneratieve neurologische aandoening waarbij de motorische vaardigheden van de patiënt aangetast zijn. Patiënten met parkinsonisme ervaren sommige symptomen van de ziekte van Parkinson en daarnaast nog andere neurologische symptomen.
Slokdarmaandoeningen
Enkele
slokdarmaandoeningen leiden sneller tot slikproblemen:
- Achalasie: De onderste slokdarmspier ontspant niet genoeg bij achalasie, waardoor voedsel niet goed naar de maag kan.
- Diffuse spasmen: De spieren in de slokdarm trekken bij diffuse spasmen op een ongecoördineerde manier samen.
- Eosinofiele oesofagitis: Bij eosinofiele oesofagitis ontstaan ernstig verhoogde eosinofielen (soort witte bloedcellen) in de slokdarm. Deze eosinofielen groeien op een ongecontroleerde manier en vallen het maagdarmstelsel aan, wat leidt tot braken en problemen met het slikken van voedsel.
- Slokdarmkanker: Bij slokdarmkanker, dat meestal ontstaat door overmatig alcoholgebruik, roken of gastro-oesofageale refluxziekte, ontstaan problemen met het slikken.
- Slokdarmring: Een slokdarmring is een abnormale goedaardige overgroeiing van normaal slokdarmweefsel. Dit veroorzaakt met problemen bij het slikken van vast voedsel.
- Slokdarmstrictuur: Een vernauwing van de slokdarm is vaak gerelateerd aan gastro-oesofageale reflux.
Andere oorzaken
Andere oorzaken van dysfagie zijn:
- Aandoeningen die problemen veroorzaken bij het ademhalen, zoals een chronisch obstructieve longziekte (COPD), veroorzaken soms slikproblemen.
- Radiotherapie: Sommige patiënten die radiotherapie aan de nek en het hoofdgebied hebben gehad, hebben mogelijk slikproblemen.
- Sclerodermie: Sclerodermie is een groep zeldzame auto-immuunziekten waarbij de huid en het bindweefsels verharden door een opbouw van littekenweefsel.
Risicofactoren
Patiënten met een neurologische aandoening zijn sneller aangetast door dysfagie. Moeite met slikken komt ook vaker tot stand bij ouderen omdat hun lichaam aan slijtage onderhevig is en bepaalde ouderdomsziekten slikproblemen met zich meebrengen, zoals de ziekte van Parkinson.

Pijn op de borst komt soms voor /
Bron: Pexels, PixabayGeassocieerde symptomen
Symptomen die vaak vergezeld gaan met dysfagie zijn onder andere:
Diagnose en onderzoeken
Vraaggesprek
De arts lokaliseert welk deel van het slikproces verantwoordelijk is voor de problemen met het slikken. De patiënt krijgt eerst vragen over de start en duur van de problemen alsook of de slikproblemen aanwezig zijn voor vloeistof en/of vaste stoffen.
Diagnostisch onderzoek
De arts voert een sliktest uit waarbij de patiënt verschillende consistenties van voedsel en vloeistof moet inslikken. Dit is nodig om te achterhalen wat het slikprobleem veroorzaakt. Ook een video-sliktest is inzetbaar. Bij het observeren van het slikproces kijkt de arts naar de sluiting van de lip en kaak, het kauwen, de tongbewegingen en tongkracht, de speekselafscheiding, de mondholte, de keelholte, … Verder voert de arts soms een
bariumsliktest uit. De patiënt slikt dan een bariumbevattende vloeistof in. Barium verschijnt in
röntgenfoto’s en op die manier kan de arts bepalen wat er in de slokdarm gebeurt bij het slikken. Ook een
endoscopie (inwendig kijkonderzoek van de binnenkant van het lichaam) is een mogelijk onderzoek. De arts gebruikt dan een camera om in de slokdarm naar beneden te kijken. Hij is hiermee ook in staat om een biopsie uit te voeren. Tot slot is soms een
slokdarmmanometrie nodig. Dit onderzoek meet drukveranderingen die optreden wanneer de spieren in de slokdarm werken. De arts voert de manometrie uit wanneer een endoscopie geen afwijkingen onthult.
Behandeling van slikproblemen
De behandeling hangt af van het type dysfagie.
Oesofageale dysfagie (lage dysfagie)
Een chirurgische ingreep is meestal vereist voor oesofageale dysfagie.
- Botulinumtoxine (botox) gebruiken artsen vaak als de spieren in de slokdarm verstijfd zijn (achalasie), zodat een verlamming ontstaat van de stijve spier en de vernauwing verminderd wordt. Hierdoor is het voor de patiënt makkelijker om te slikken.
- Dilatatie: Als de arts de slokdarm moet verwijden (bijvoorbeeld door een strictuur), plaatst hij een kleine ballon die hij vervolgens opblaast om zo de slokdarm te verwijden.
Orofaryngeale dysfagie (hoge dysfagie)
Omdat orofaryngeale dysfagie vaak veroorzaakt is door een neurologisch probleem, is het voor de arts niet altijd eenvoudig om de onderliggende oorzaak goed te behandelen. Voor patiënten met de ziekte van Parkinson is medicatie beschikbaar. Voorts is een logopedist voorhanden die een sliktherapie inzet bij patiënten met slikproblemen. Oefeningen en nieuwe sliktechnieken verbeteren de werking van de spieren. Sommige voedingsmiddelen en/of vloeistoffen zijn gemakkelijker te slikken. De patiënt moet wel zorgen dat hij een
gezonde en evenwichtige voeding eet. Als de patiënt het risico loopt op een longontsteking, ondervoeding of uitdroging, plaatst de arts een neusbuis (nasogastrische buis) of
PEG-sonde (percutane endoscopische gastrostomie). PEG-sondes implanteert de arts rechtstreeks in de maag via een kleine chirurgische insnijding in de buik.
Kanker
Wanneer slokdarmkanker aanwezig is, is een chirurgische verwijdering van de tumor noodzakelijk.
Complicaties van moeite met het slikken
Longproblemen
Patiënten die een probleem bij het slikproces ervaren, kampen sneller met een longontsteking en infecties van de hogere luchtwegen. Vooral
aspiratiepneumonie komt vaker voor bij patiënten met dysfagie. Deze aandoening treedt op wanneer de patiënt iets ‘op de verkeerde manier’ inslikt en dit de longen binnendringt.
Ondervoeding
Patiënten die niet goed weten dat ze lijden aan dysfagie en zich dus niet laten behandelen, krijgen onvoldoende voedingsstoffen binnen voor een goede gezondheid. Zij kampen bijgevolg sneller met
ondervoeding door de slikproblemen.
Uitdroging
Een patiënt die niet goed kan drinken, krijgt onvoldoende vocht binnen in het lichaam. Hierdoor ontstaan
uitdrogingsverschijnselen (dehydratie).
Verstikking
Wanneer een patiënt voedsel inslikt maar dit niet goed lukt, treedt verstikking op. Als voedsel de luchtweg volledig blokkeert en niemand met een succesvolle Heimlich-manoeuvre ingrijpt, komt de patiënt hieraan te overlijden.
Lees verder