Slikproblemen (dysfagie): Oorzaken van problemen bij slikken
Dysfagie is de medische term voor slikproblemen, waarbij het moeilijk is om voedsel van de mond naar de maag te transporteren. Dit proces vereist de samenwerking van verschillende spieren en zenuwen, en meestal zijn slikproblemen het gevolg van spierzwakte of zenuwschade. Dysfagie komt vaak voor bij ouderen en baby’s, maar kan in alle leeftijdsgroepen voorkomen. Symptomen zoals pijn, heesheid en keelpijn kunnen dysfagie vergezellen. Kortdurende slikproblemen zijn doorgaans onschuldig, maar als de klachten aanhouden, verergeren of regelmatig terugkeren, is medisch advies noodzakelijk. De behandeling van dysfagie is afhankelijk van de onderliggende oorzaak.
Terminologie
Slikproblemen mogen niet worden verward met
pijn bij het slikken (
odynofagie), hoewel beide symptomen tegelijkertijd kunnen optreden.
Epidemiologie
Prevalentie wereldwijd
Slikproblemen, ook wel dysfagie genoemd, komen wereldwijd frequent voor, vooral onder ouderen. Naar schatting lijdt ongeveer 8% van de algemene bevolking aan dysfagie, terwijl de prevalentie toeneemt tot ongeveer 20% bij ouderen. In instellingen voor langdurige zorg en ziekenhuizen kan de prevalentie zelfs oplopen tot 40% onder patiënten met neurologische aandoeningen of na chirurgische ingrepen aan de keel of slokdarm. In ontwikkelde landen, waar vergrijzing een groeiend fenomeen is, wordt dysfagie steeds meer gediagnosticeerd.
Oorzaken en risicofactoren per leeftijdsgroep
Bij jongere patiënten komen slikproblemen vaker voor als gevolg van trauma of anatomische afwijkingen, terwijl bij ouderen neurodegeneratieve aandoeningen, zoals de ziekte van Parkinson en de ziekte van Alzheimer, veelvoorkomende oorzaken zijn. Ook kunnen tumoren in de slokdarm, keel of longen leiden tot slikproblemen, waarbij de incidentie toeneemt met de leeftijd. Medische aandoeningen, zoals gastro-oesofageale refluxziekte (GERD), dragen eveneens bij aan de ontwikkeling van dysfagie.
Regionale variaties
Er zijn regionale verschillen in de prevalentie van slikproblemen, voornamelijk veroorzaakt door variaties in het voorkomen van specifieke risicofactoren. Zo komt dysfagie door infectieuze oorzaken vaker voor in ontwikkelingslanden, terwijl slikproblemen door degeneratieve ziekten vaker in ontwikkelde landen worden vastgesteld, mede door de langere levensverwachting. Deze geografische verschillen benadrukken het belang van aangepaste screeningsprogramma's en bewustwording.
Mechanisme van slikproblemen
Anatomische en fysiologische basis van slikken
Het slikproces is een complexe actie die meerdere structuren en zenuwen in de mond, keel en slokdarm omvat. Tijdens het slikken coördineert het zenuwstelsel verschillende spieren die nodig zijn om voedsel van de mond naar de maag te verplaatsen zonder dat het in de luchtwegen terechtkomt. Stoornissen in een van deze structuren of zenuwen kunnen leiden tot slikproblemen.
Neurologische oorzaken
Neurologische aandoeningen zijn een belangrijke oorzaak van slikproblemen. Bij aandoeningen zoals beroertes, multiple sclerose en de ziekte van Parkinson kan het vermogen om voedsel effectief door te slikken worden verstoord door verminderde spiercontrole of coördinatie. Deze aandoeningen beïnvloeden vaak de spieractiviteit in de keel en slokdarm, wat leidt tot dysfagie.
Structurele oorzaken
Structurele afwijkingen in de keel of slokdarm kunnen ook slikproblemen veroorzaken. Tumoren, littekenweefsel door reflux, of strikturen als gevolg van eerdere infecties of operaties kunnen de doorgang van voedsel blokkeren of belemmeren, waardoor slikken moeilijk en soms pijnlijk wordt. Chirurgische behandeling of endoscopische technieken kunnen soms verlichting bieden bij structurele slikproblemen.
Typen dysfagie
Faryngeale dysfagie
Bij faryngeale dysfagie ligt het probleem in de keel. Deze vorm van dysfagie kan ontstaan door zenuwbeschadiging, vaak als gevolg van neurologische aandoeningen zoals de
ziekte van Parkinson, een beroerte,
hersenverlamming,
multiple sclerose,
myasthenia gravis, of
amyotrofische laterale sclerose.
Oesofageale dysfagie
Oesofageale dysfagie (lage dysfagie) is het gevolg van een probleem in de slokdarm, meestal veroorzaakt door een obstructie of irritatie. Dit type dysfagie vereist vaak chirurgische ingrepen om de oorzaak te verhelpen.
Orale dysfagie
Orale dysfagie (hoge dysfagie) ontstaat door problemen in de mond. Dit kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door zwakte van de tong na een
beroerte,
kauwproblemen, of moeilijkheden bij het transporteren van voedsel vanuit de mond naar de keel.
Oorzaken van slikproblemen
Mond en keel
Diverse
aandoeningen aan de mond en keel kunnen slikproblemen veroorzaken:
Neurologische problemen
Neurologische aandoeningen zijn vaak verantwoordelijk voor slikproblemen:
- Amyotrofische laterale sclerose: Deze progressieve neurodegeneratieve aandoening leidt tot het verlies van zenuwfuncties, wat slikproblemen veroorzaakt.
- Beroerte: Bij een beroerte sterven hersencellen af door zuurstoftekort, wat slikproblemen kan veroorzaken als de betrokken hersengebieden zijn aangetast.
- Multiple sclerose: Deze aandoening vernietigt de beschermende myelinelaag rondom de zenuwen, wat slikproblemen kan veroorzaken.
- Myasthenia gravis: Deze auto-immuunziekte veroorzaakt spierzwakte, wat het slikproces kan verstoren.
- Ziekte van Parkinson en parkinsonisme: Deze degeneratieve neurologische aandoeningen beïnvloeden de motorische vaardigheden en kunnen slikproblemen veroorzaken.
Slokdarmaandoeningen
Enkele
slokdarmaandoeningen die slikproblemen kunnen veroorzaken:
- Achalasie: De onderste slokdarmspier ontspant niet voldoende, waardoor voedsel moeilijk naar de maag kan passeren.
- Diffuse spasmen: Ongecoördineerde spiercontracties in de slokdarm kunnen slikproblemen veroorzaken.
- Eosinofiele oesofagitis: Een overmatige aanwezigheid van eosinofielen in de slokdarm kan leiden tot ontstekingen en slikproblemen.
- Slokdarmkanker: Deze vorm van kanker, vaak gerelateerd aan roken, alcoholgebruik of gastro-oesofageale refluxziekte, kan slikproblemen veroorzaken.
- Slokdarmring: Een goedaardige overgroei van slokdarmweefsel kan leiden tot slikproblemen, vooral bij het eten van vast voedsel.
- Slokdarmstrictuur: Vernauwing van de slokdarm, vaak gerelateerd aan gastro-oesofageale reflux, kan slikproblemen veroorzaken.
Andere oorzaken
Andere oorzaken van dysfagie zijn:
- Chronische obstructieve longziekte (COPD): Deze longziekte kan slikproblemen veroorzaken door ademhalingsmoeilijkheden.
- Radiotherapie: Patiënten die radiotherapie in het hoofd- en nekgebied hebben ondergaan, kunnen slikproblemen ontwikkelen.
- Sclerodermie: Deze zeldzame auto-immuunziekte leidt tot verharding van huid en bindweefsel, wat slikproblemen kan veroorzaken.
Risicofactoren
Leeftijd
Ouderen vormen een belangrijke risicogroep voor slikproblemen. Met de veroudering van de bevolking nemen de incidentie en prevalentie van slikproblemen toe. De veroudering van het zenuwstelsel, samen met anatomische veranderingen in de keel en slokdarm, verhoogt de kans op dysfagie. Bovendien hebben ouderen vaak een verhoogde kans op comorbiditeiten, zoals neurodegeneratieve ziekten, die de slikfunctie kunnen aantasten. Het is essentieel dat zorgverleners bij ouderen alert zijn op deze risico's en tijdig opvolging bieden bij het opmerken van symptomen.
Neurologische aandoeningen
Patiënten met neurologische aandoeningen, zoals de ziekte van Parkinson, multiple sclerose, en beroertes, hebben een aanzienlijk verhoogd risico op slikproblemen. Deze aandoeningen beïnvloeden de spiercoördinatie en -kracht die nodig zijn voor een normaal slikproces. Sliktherapie kan helpen om deze problemen te verlichten, maar vroegtijdige identificatie van slikproblemen is cruciaal voor effectieve behandeling en opvolging.
Anatomische afwijkingen
Structuurafwijkingen in de keel of slokdarm, zoals tumoren, strikturen of aangeboren afwijkingen, vormen ook risicofactoren voor slikproblemen. Tumoren kunnen obstructies veroorzaken die het moeilijk maken om voedsel door te slikken, terwijl strikturen, vaak het gevolg van littekenweefsel of chronische ontsteking, de doorgang van voedsel kunnen belemmeren. Chirurgische ingrepen en endoscopische procedures kunnen in sommige gevallen nodig zijn om deze anatomische problemen aan te pakken.
Medische aandoeningen
Diverse medische aandoeningen, zoals gastro-oesofageale refluxziekte (GERD), diabetes en schildklieraandoeningen, kunnen bijdragen aan het ontstaan van slikproblemen. Bij GERD kan de terugvloei van maagzuur irritatie en ontsteking van de slokdarm veroorzaken, wat kan leiden tot dysfagie. Diabetes kan zenuwschade veroorzaken die de slikfunctie beïnvloedt. Het is belangrijk om deze aandoeningen te beheren om slikproblemen te voorkomen en op te volgen.
Medicatiegebruik
Bepaalde medicijnen kunnen ook slikproblemen verergeren. Anticholinergica, opioïden en sommige bloeddrukmedicatie kunnen de speekselproductie verminderen of de spierfunctie in de keel beïnvloeden, wat leidt tot moeilijkheden bij het slikken. Patiënten dienen hun medicatiegebruik te bespreken met hun zorgverleners om mogelijke bijwerkingen te identificeren en waar nodig alternatieve behandelingen te overwegen.
Levensstijl en voedingspatroon
Een ongezond voedingspatroon, waaronder onvoldoende hydratatie en een tekort aan vezels, kan bijdragen aan slikproblemen. Patiënten die moeite hebben met het eten van vaste voeding kunnen minder geneigd zijn om gezonde, vezelrijke voedingsmiddelen te consumeren, wat kan leiden tot verslechtering van de slikfunctie. Voedingsaanpassingen en begeleiding door diëtisten kunnen nuttig zijn voor patiënten om hun voedingspatroon te verbeteren en slikproblemen te verhelpen.
Psychologische factoren
Psychologische factoren, zoals angst en depressie, kunnen ook een rol spelen bij slikproblemen. Stress kan de slikreflex beïnvloeden en kan leiden tot een verminderde eetlust of vermijding van bepaalde voedingsmiddelen. Therapie kan patiënten helpen om deze psychologische barrières te overwinnen en hun slikproblemen effectiever aan te pakken. Het is belangrijk dat zorgverleners de mentale gezondheid van patiënten in overweging nemen als onderdeel van de behandeling van slikproblemen.
Risicogroepen voor problemen met slikken
Ouderen
Bij ouderen komt dysfagie vaker voor door leeftijdsgebonden veranderingen in de spieren en zenuwen die het slikken reguleren. Bovendien zijn ouderen vaker getroffen door aandoeningen zoals beroertes, neurodegeneratieve ziektes en kanker, wat hen vatbaarder maakt voor slikproblemen. Regelmatige opvolging bij ouderen is essentieel om vroegtijdig symptomen te herkennen en complicaties te voorkomen.
Patiënten met neurologische aandoeningen
Patiënten die lijden aan neurologische aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson, multiple sclerose, of een beroerte, hebben een verhoogd risico op slikproblemen. Deze ziekten verstoren de normale spiercoördinatie die nodig is voor slikken. Neurorevalidatie en sliktherapie kunnen in sommige gevallen helpen om slikproblemen te verbeteren of onder controle te houden.
Kankerpatiënten
Kankerpatiënten, vooral die met tumoren in de keel, slokdarm, of longen, lopen een verhoogd risico op slikproblemen door de aanwezigheid van de tumor zelf of door bijwerkingen van behandelingen zoals bestraling of chirurgie. Deze behandelingen kunnen leiden tot littekenvorming of zenuwbeschadiging die het slikproces verstoort. Voedingsaanpassingen en fysiotherapie kunnen in dergelijke gevallen ondersteuning bieden.
Pijn op de borst komt soms voor /
Bron: Pexels, PixabayGeassocieerde symptomen
Dysfagie kan gepaard gaan met de volgende symptomen:
Alarmsymptomen
Onverklaard gewichtsverlies
Onverklaard gewichtsverlies bij patiënten met slikproblemen kan wijzen op een ernstig onderliggend probleem, zoals een tumor in de slokdarm of keel. Gewichtsverlies ontstaat doordat patiënten minder kunnen eten of moeite hebben met het doorslikken van voedsel. Bij aanwezigheid van dit symptoom is medische controle noodzakelijk om ernstige oorzaken uit te sluiten en voedingsondersteuning te bieden.
Pijn bij het slikken (odynofagie)
Pijn tijdens het slikken, ook wel odynofagie genoemd, kan een teken zijn van een infectie, ontsteking, of zelfs een tumor in de slokdarm of keel. Dit symptoom komt vaak voor bij aandoeningen zoals GERD, slokdarmkanker, of ernstige infecties. Pijn bij het slikken moet altijd serieus genomen worden en vraagt om verder onderzoek door een specialist.
Terugkerende longontstekingen
Slikproblemen die leiden tot aspiratie (het inademen van voedsel of vloeistof in de longen) kunnen terugkerende longontstekingen veroorzaken. Dit is vooral gevaarlijk voor ouderen en patiënten met neurologische aandoeningen, bij wie de reflex om voedsel uit de luchtwegen te verwijderen, verstoord kan zijn. Longontstekingen door aspiratie kunnen levensbedreigend zijn en vereisen directe medische opvolging.
Aanwezigheid van bloed in het speeksel of voedsel
Het opmerken van bloed tijdens het slikken kan duiden op ernstige schade of een tumor in de keel of slokdarm. Dit symptoom kan gepaard gaan met andere klachten, zoals pijn en gewichtsverlies, en vereist onmiddellijk medisch onderzoek. Bloedverlies kan wijzen op een verhoogd risico op verdere complicaties en vraagt om dringende diagnostische onderzoeken.
Diagnose en onderzoeken
Vraaggesprek
De arts probeert te achterhalen welk deel van het slikproces betrokken is bij de problemen. Dit gebeurt door vragen te stellen over het begin en de duur van de symptomen, en of de slikproblemen zich voordoen bij het slikken van vloeistoffen, vaste stoffen of beide.
Diagnostisch onderzoek
De arts voert verschillende tests uit om de oorzaak van het slikprobleem te bepalen. Dit kan onder andere de volgende onderzoeken omvatten:
- Sliktest: De patiënt slikt voedsel en vloeistoffen van verschillende consistenties om te beoordelen hoe het slikproces verloopt.
- Video-sliktest: Hierbij worden röntgenbeelden van het slikproces gemaakt om de bewegingen van de lippen, kaak, tong, speekselafscheiding en de gehele mond- en keelholte te observeren.
- Bariumsliktest: De patiënt slikt een vloeistof met barium, wat zichtbaar wordt op röntgenfoto’s. Dit helpt de arts te zien hoe het voedsel door de slokdarm beweegt.
- Endoscopie: Een camera wordt via de mond ingebracht om de binnenkant van de slokdarm te bekijken. Dit onderzoek maakt het ook mogelijk om weefselmonsters (biopten) te nemen.
- Slokdarmmanometrie: Dit onderzoek meet de drukveranderingen in de slokdarmspieren tijdens het slikken. Dit kan nuttig zijn als een endoscopie geen afwijkingen vertoont.
Behandeling van problemen met slikken
De behandeling van dysfagie hangt af van het type en de oorzaak van de slikproblemen.
Oesofageale dysfagie (lage dysfagie)
Bij oesofageale dysfagie, waarbij de problemen zich in de slokdarm bevinden, zijn vaak de volgende behandelingen nodig:
- Botulinumtoxine (Botox): Dit wordt vaak gebruikt bij aandoeningen zoals achalasie, waarbij de spieren in de slokdarm te strak staan. Botox helpt de spierontspanning te verbeteren, waardoor de vernauwing vermindert en slikken gemakkelijker wordt.
- Dilatatie: Dit houdt in dat een ballon in de slokdarm wordt geplaatst en opgeblazen om de slokdarm uit te rekken, vooral bij een vernauwing (strictuur).
Orofaryngeale dysfagie (hoge dysfagie)
Bij orofaryngeale dysfagie, vaak veroorzaakt door neurologische aandoeningen, kunnen de volgende benaderingen worden toegepast:
- Medicatie: Voor patiënten met aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson zijn er specifieke medicijnen beschikbaar die de symptomen kunnen verlichten.
- Logopedie: Een logopedist kan therapieën en oefeningen aanbieden die gericht zijn op het verbeteren van de sliktechniek en spiercoördinatie.
- Voedingsaanpassingen: Aanpassing van de voeding, zoals het kiezen voor zachte of verdikte voeding, kan het slikken vergemakkelijken.
- Nasogastrische buis of PEG-sonde: Bij risico op ondervoeding, uitdroging of longontsteking kan een nasogastrische buis (door de neus) of een PEG-sonde (door de buik) worden geplaatst voor voedingsinname.
Kanker
Als slikproblemen worden veroorzaakt door slokdarmkanker, is vaak chirurgische verwijdering van de tumor nodig. Dit kan ook gecombineerd worden met andere behandelingen zoals chemotherapie of radiotherapie, afhankelijk van het stadium van de kanker.
Levensverwachting en prognose
De levensverwachting hangt af van de onderliggende oorzaak van de dysfagie. In veel gevallen kan een juiste behandeling de symptomen verlichten en de kwaliteit van leven verbeteren.
Complicaties van moeite met het slikken
Dysfagie kan verschillende complicaties met zich meebrengen:
Longproblemen
Patiënten met slikproblemen lopen een verhoogd risico op longontsteking en infecties van de luchtwegen, vooral
aspiratiepneumonie. Dit gebeurt wanneer voedsel of vloeistoffen per ongeluk in de luchtwegen terechtkomen en de longen binnendringen.
Ondervoeding
Bij onvoldoende behandeling van dysfagie kan de patiënt niet voldoende voedingsstoffen binnenkrijgen, wat kan leiden tot
ondervoeding en verlies van gewicht en kracht.
Uitdroging
Moeite met drinken kan leiden tot onvoldoende vochtinname, wat kan resulteren in
uitdrogingsverschijnselen (dehydratie), een ernstige toestand die medische aandacht vereist.
Verstikking
Verstikking kan optreden wanneer voedsel de luchtwegen blokkeert. Dit kan leiden tot een levensbedreigende situatie als het voedsel niet snel wordt verwijderd, bijvoorbeeld door een Heimlich-manoeuvre. In ernstige gevallen kan verstikking fataal zijn als er geen tijdige interventie is.
Preventie en zelfzorgtips
Hoewel dysfagie soms niet volledig te voorkomen is, kunnen de volgende maatregelen helpen om de symptomen te verlichten en complicaties te voorkomen:
- Eet langzaam en kauw goed: Neem de tijd om voedsel goed te kauwen en slik rustig om het risico op verstikking te verminderen.
- Pas je voedingspatroon aan: Kies voor zachte of gemalen voeding en dik vloeistoffen indien nodig om het slikken te vergemakkelijken.
- Blijf gehydrateerd: Zorg ervoor dat je voldoende vocht binnenkrijgt door regelmatig kleine slokjes water te nemen.
- Houd een goede mondhygiëne: Regelmatig poetsen en het gebruik van mondspoelingen kunnen helpen om infecties te voorkomen.
- Raadpleeg een specialist: Werk samen met een logopedist of diëtist voor advies op maat en therapieën die specifiek zijn voor jouw situatie.
Deze aanvullende informatie helpt om een vollediger beeld te geven van dysfagie, van diagnose en behandeling tot preventie en zelfzorg.
Lees verder