Kanker: slokdarmkanker
Slokdarmkanker is een veel voorkomende vorm van kanker. De belangrijkste oorzaak van slokdarmkanker is een combinatie van roken en alcoholconsumptie. Slokdarmkanker is een ernstige vorm van kanker, die helaas vaak te laat wordt ontdekt.
Symptomen van slokdarmkanker
Vaak wordt slokdarmkanker pas in een laat stadium ontdekt. Dit komt omdat de patiënt meestal geen last heeft van de symptomen totdat de kanker vergevorderd is. Het eerste symptoom dat de patiënt zal ervaren is problemen bij het slikken (ook wel dysfagie genoemd). Hij/zij kan het gevoel hebben dat het eten in de slokdarm vast zit. Aanvankelijk heeft de patiënt hier niet zo veel last van, maar naarmate de ziekte vordert, zullen deze klachten ernstiger worden.
Na deze eerste 'ongemakken', krijgt de patiënt last van duidelijkere klachten, zoals:
- Een branderig gevoel ten hoogte van het borstbeen
- Het gevoel van een verstoorde spijsvertering, vaak na het eten (dyspepsie)
- Pijnlijke oprispingen
In het laatste stadium van slokdarmkanker zal de algehele gezondheidstoestand van de patiënt snel achteruitgaan. Daarnaast kan hij/zij last hebben van ademhalingsinfecties, als gevolg van voedsel dat foutief in de luchtpijp terecht is gekomen.
De diagnose
Vroegtijdige vormen van slokdarmkanker worden vaak per ongeluk ontdekt, tijdens andere operaties of behandelingen. Als een patiënt een van de bovenstaande klachten ervaart, en daarmee naar een dokter gaat, kan deze op een aantal manieren de diagnose van slokdarmkanker stellen:
- Uitwendig onderzoek: de arts voelt op de borst naar onregelmatigheden die op kanker zouden kunnen wijzen.
- Slikfoto: de patiënt krijgt een bekertje met contrastvloeistof om op te drinken. Hierna maakt de arts een foto van de slokdarm. Aan de hand van deze foto kan hij zien of er enige onregelmatigheden in de slokdarmwand te zien zijn.
- Gastroscopie: de arts kijkt met behulp van een camera aan het uiteinde van een slangetje in de slokdarm. Bovendien kan hij stukjes weefsel van de slokdarm afnemen voor later onderzoek.
- Echografie: echografie is vooral handig bij het zoeken naar eventuele uitzaaiingen in de lever en de lymfeknopen. De arts kan met behulp van geluidsgolven een beeld creëren van de organen van de patiënt.
De behandeling
Het type behandeling waar voor wordt gekozen hangt onder andere af van de grootte van de tumor(en), de verspreiding van de tumor naar andere organen, en de algehele gezondheidstoestand van de patiënt. Nadat de arts deze factoren in overweging heeft genomen, kan hij overgaan tot een van de volgende behandelingen (of een combinatie ervan):
Chirurgische ingreep
Als de tumor zich alleen in de slokdarm bevindt, is een operatie vaak de meest doeltreffende methode. Tijdens de operatie wordt het gedeelte van de slokdarm waar de tumor zich in bevindt, samen met het gebied boven en onder de tumor, verwijdert. Meestal moet bij deze ingreep de maag naar boven worden geplaatst, omdat het resterende stuk slokdarm anders niet lang genoeg meer is om gehecht te worden.
(gedeeltelijke oesofagectomie)
Als de kanker zich over de gehele slokdarm heeft verspreid, kan het zijn dat de arts besluit om de gehele slokdarm te verwijderen. De slokdarm wordt dan vervangen door het laatste deel van de dikke darm (colon), zodat de patiënt nog wel voeding tot zich kan nemen.
(totale oesofagectomie)
Radiotherapie
Bij deze therapie wordt de patiënt blootgesteld aan bundels straling. Deze bundels vernietigen de cellen waar ze op worden gericht, en kunnen daardoor de tumor verkleinen of geheel verwijderen. Radiotherapie kan de kans op een succesvolle operatie verhogen, omdat het makkelijker is om een kleiner tumor te verwijderen.
Chemotherapie
Tijdens een chemotherapie krijgt de patiënt stoffen toegediend die bedoelt zijn om de kankercellen te vernietigen. Deze behandeling wordt vaak gebruikt om de resultaten van chirurgie en radiotherapie te verbeteren.