De slokdarm (oesofagus)
De slokdarm (Latijn: oesofagus) is de buis die de mond met de maag verbindt. Het is het eerste deel van het spijsverteringsstelsel.
De slokdarm
De slokdarm (Latijn: oesofagus) is de buis die de mond met de maag verbindt. Het is het eerste deel van het spijsverteringsstelsel. Zowel aan de boven- als aan de onderkant van deze gespierde darm bevindt zich een kringspier. Deze kringspieren, ook wel de bovenste en onderste sfincters genoemd, zijn ervoor verantwoordelijk dat de maaginhoud niet ongevraagd naar boven komt. De slokdarm zelf bestaat uit vier lagen: de mucosa (slijmvlies), de submucosa (overgangslaag met slijmproducerende klieren), de de muscularis propria en de buitenwand (adventia). De manier waarop de slokdarm voedsel verplaatst is bijzonder; door het ritmisch samentrekken van de spieren ontstaat een golvende beweging. Deze beweging, ook wel peristaltische beweging genoemd, transporteert het voedsel naar de maag. Eenmaal in de maag aangekomen, wordt het voedsel door het sterk zure maagsap verteerd.
Problemen met de slokdarm
In de slokdarm kunnen diverse problemen zich voordoen. De meest voorkomende hiervan is zogenaamd brandend maagzuur. Deze vervelende kwaal, ook wel refluxziekte of refluxlijden genoemd, ontstaat als de maagpoortspier niet sterk genoeg is om opkomend maagzuur te blokkeren. Het maagzuur stroomt de slokdarm in en tast deze aan. De veroorzaakte irritatie van de slokdarm geeft vervolgens een branderig gevoel achter borstbeen. Om it te bestrijden kunt u zuurremmers of protonpompremmers voorgeschreven krijgen. Bij mensen die veel last hebben van branden maagzuur, kan de darm zich op den duur aanpassen. Er ontstaat een zogenaame Barrett-slokdarm, waarbij de binnenwand van de slokdarm vervangen is door een slijmvlies dat lijkt op dat van de maagwand. Dit slijmvlies is beter bestand tegen maagzuur, maar vanwege de onrustige cellen hebben mensen met een Barrett-sokdarm een sterk verhoogd risico op het ontwikkelen van slokdarmkanker.
Slokdarmkanker
Omdat slokdarmkanker heel lang symptomenvrij voor kan komen, wordt de ziekte vaak te laat ontdekt. De vooruitzichten zijn dan ook meestal grim: slechts 10 tot 15% van de mensen leeft nog vijf jaar na diagnose. Slokdarmkanker komt bij mannen zo'n twee tot drie keer vaker voor dan bij vrouwen. Als bij u de diagnose slokdarmkanker gesteld wordt en er is nog hoop op genezen, zijn er de volgende mogelijkheden tot genezing:
- Operatie: bij een zogenaamde slokdarmresectie wordt de complete slokdarm (of een deel daarvan) weggesneden. Dit is een zware, ingrijpende en risivolle operatie, die lang niet altijd voorgeschreven wordt.
- Chemotherapie: bij chemotherapie krijgt u zware medicijnen toegediend die kankercellen aanvallen en vernietigen. Omdat ook gezond weefsel verloren gaat, zijn de bijwerkingen moeilijk en zwaar (zweren in de mond, haaruitval, braken).
- Radiotherapie: bij radiotherapie (beter bekend als bestraling wordt het tumorweefsel blootgesteld aan radioactieve straling. Hierbij wordt meestal ook gezond weefsel vermietigd, waardoor u ook hier last kunt krijgen van bijwerkingen.
- Slijmvliesresectie: als de tumor zich nog beperkt tot het slijmvlies (en nog niet verder is ingegroeid), kan deze samen met omringend slijmvlies worden weggebrand. Deze methode is nog nieuw en alleen toepasbaar in een zeer vroeg stadium vna de ziekte.
Symptomen en risicofactoren van slokdarmkanker
Slokdarmkanker kan, zoals reeds gezegd, lang zonder symptomen aanwezig zijn. In een later stadium kunnen echter de volgende symptomen verschijnen. Heeft u last van één of meerdere van deze symptomen, steek dan uw kop niet in het zand en ga langs uw huisarts:
- Gevoel van 'brok in de keel'
- Moeite of pijn bij het slikken
- Vermoeidheid
- Verminderde eetlust
- Onverklaarbaar gewichtsverlies
De volgende factoren verhogen het risico op vorming van slokdarmkanker:
- Roken
- Overmatig drinken (met name de combinatie roken-drinken)
- Een slecht voedingspatroon
- Overgewicht
- Leeftijd (ouder dan 60)