Minder kans op hartziekten met positieve instelling
Mensen met een positieve instelling lopen minder kans om hartziekten te krijgen dan zij die negatief door het leven gaan. Patiënten die pas na een hartinfarct depressief worden hebben een grotere kans alsnog te bezwijken dan mensen die hun positieve instelling behouden. Volgens de Amerikaanse neuroloog Alexander Glassmann wijzen recente onderzoeken dat uit.
Depressie
Een depressie verhoogt het risico op een
hartinfarct en omgekeerd: mensen die een hartinfarct hebben gehad lopen de kans om depressief te geraken. Toen de relatie tussen hart- en vaatziekten en depressies duidelijk was aangetoond is verder onderzocht of een gelijktijdige behandeling tegen twee totaal verschillende aandoeningen bij deze laatste groep baat had. In vaktermen heet zo'n gelijktijdige behandeling cormobiditeit. Glassmann bewees dat hartpatiënten die depressief waren geworden na een infarct baat hadden bij zo'n behandeling.
Kransslagader
Volgens Alexander Glassmann kunnen doorbloedingsstoornissen die bij een hartinfarct in de kransslagader ontstaan, leiden tot psychische problemen. Tussen de 17 en 27 procent van de ziekenhuispatiënten met hartziekten lijden tegelijkertijd aan een zware depressie. De kans op een tweede hartinfarct is dan drie keer zo groot.
Bloeddruk
Het zenuwstelsel van depressieve patiënten die klinisch gezond zijn, kan verstoord raken en tot een hogere
bloeddruk leiden. De kans op een hartinfarct wordt groter. Mensen met de diagnose van een depressie die geen hartafwijking hebben lopen verder twee keer meer risico op verschillende vormen van hartziekten als hartfalen en boezemfibrilleren of het krijgen van een beroerte.
Oorzaken hartziekten
Cardiologen hebben het roken en een te hoog cholesterolgehalte altijd gezien als de belangrijkste oorzaken van hart- en vaatziekten. Een depressie werd nooit als een oorzaak gezien. Dat patiënten depressief kunnen worden na een hartinfarct is ook niet eerder voldoende onderkend zodat tijdig maatregelen getroffen konden worden.
Nazorg
Bij een hartinfarct krijgt niet alleen het lichaam, maar ook de geest een forse klap. Daarmee moet in de nazorg rekening worden gehouden. Een patiënt kan depressief of angstig raken en men moet rekening houden met zijn of haar persoonlijkheid. Lichaam en geest gaan hand in hand en kunnen niet los van elkaar gezien worden.
Strategie
Het gebruik van antidepressiva zoals selectieve serotonine heropnameremmers (SSRI's) en tricyclische ntidepressiva (TCA's), lijken het risico op hartfalen niet te verminderen in tegenstelling tot buproprion maar het is te vroeg om daar een definitief antwoord op te geven. Meer onderzoek is vereist om naar de optimale strategie van antidepressiva bij hartfalen te bepalen. Daarbij spelen geslacht en leeftijd van de patiënt een rol.
Karakter
De onderzoekers ontdekten dat patiënten die na een hartinfarct positief bleven ingesteld een grotere meetbare kans op herstel en dus op overleven hadden dan patiënten met depressieve symptomen. Het karakter van de patiënt speelt dus een rol bij het herstel.
Vitamine B-12
Er bestaan wel allerlei therapieën voor mensen met een depressie. In Groningen zijn bevredigende resultaten bereikt met yoga-gerelateerde oefeningen. Vitamine B-12 lijkt naast de antidepressiva wonderen te verrichten. Daarom is het belangrijk dat een cardioloog de gemoedstoestand bij een patiënt herkent en een collega-specialist op het gebied van de psychiatrie inschakelt als blijkt dat de patiënt depressief is.
Tot slot
Mensen die van nature positief zijn ingesteld en minder last hebben van stress, hebben een verlaagd risico op het krijgen van hart- en vaatziekten. Overgewicht en roken nemen dat risico niet weg, ook niet bij positief ingestelde mensen. Daarom zijn lichaamsbeweging, de juiste
voeding net zo belangrijk als de dagelijkse basis aan de kwaliteit van het leven. Al deze factoren spelen een rol bij het voorkomen van hart- en vaatziekten. Het aloude gezegde gaat hier op: een gezonde geest in een gezond lichaam.