Gifslangen en hun beet
Gifslangen zijn vooral gevaarlijk voor reizigers die in gebieden komen waar gifslangen voorkomen, maar ook voor liefhebbers van gifslangen en deze als huisdier houden. Men onderscheidt bloedgif en zenuwgif. Bij zenuwgif overheerst het verlammende deel in het gif, bij bloedgif juist niet.
Gifslangen
Een gifslang is een slang met speciale doorboorde of gegroefde tanden. Deze tanden zijn verbonden met gifklieren. In deze gifklieren wordt een gif aangemaakt waarin zich stoffen bevinden die het slachtoffer verlammen of doden. Gifslangen zijn vooral gevaarlijk voor reizigers die in gebieden komen waar gifslangen voorkomen, maar ook voor liefhebbers van gifslangen en deze als huisdier houden.
Ongeveer 15 procent van de slangen is giftig voor de mens. In Nederland en België maar leeft er maar één soort giftige slang, dit is de adder. In Nederland voornamelijk in Limburg, Gelderland, Drenthe en Friesland. Overige giftige slangen, die buiten Europa voorkomen, zijn ratelslangen, zeeslangen, cobra's, koraalslangen's, mamba's en verder alle overige uit de familie van de Elapidae, waarin 230 giftige slangen zijn ondergebracht.
Werking van het gif
Wie gebeten is door een gifslang, zal al snel iets merken hieraan. Hoe snel het gif inwerkt en schade toebrengt, hangt af van het soort slang, de plaats van de beet, grootte van de slang, conditie van het slachtoffer en de maatregelen die direct na de beet worden getroffen.
Soort gif
Men onderscheidt bloedgif en zenuwgif. Bij zenuwgif overheerst het verlammende deel in het gif, bij bloedgif juist niet.
De verschijnselen bij zenuwgif zijn: verlamming van de ademhaling, vaak pijn, doofheid, duizeligheid, plaatselijke zwelling, lichte verlamming, bloedingen van de slijmvliezen en uit de wond. De dood treedt na 12 tot 48 uur in.
De verschijnselen bij bloedgif zijn: bloeduitstortingen, bloedoplossend, afsterven van weefsel, pijn, duizeligheid misselijkheid en braken, koorts, zwellingen of oedeem. Ook hier kan de dood intreden.
Slangenkit
Reizigers die in gebieden komen waar giftige slangen verblijven, doen er goed aan een slangenkit mee te nemen, In een slangenkit bevindt zich een touw om het lichaamsdeel mee af te binden, een mesje waarmee men de beetwond kan vergroten en zuignapjes om de wond mee uit te kunnen zuigen. Deze zuignapjes zijn er in verschillende maten.
Behandeling
Bij een beet van een slang, is direct ingrijpen noodzakelijk. Bind het gebeten lichaamsdeel af om te voorkomen dat het gif zich kan verspreiden. Bind altijd de toevoer naar het hart af, dus bij een beetwond in het been, boven de beetwond afbinden en niet eronder, dus in de richting van het hart. Want het bloed word tenslotte rond gepompt door het hart en men moet zien te voorkomen dat het giftige bloed via het hart verder door het lichaam kan gaan. Goed afbinden dus. Snij de wond vervolgens diep uit met een mesje. Zuig nu de wond uit, zodat het gif beperkt wordt. Dit doet men met de wond, of indien het moeilijk bereikbaar is, met de zuignapjes uit de slangenkit. Gif in de mond kan geen kwaad zolang er geen wondjes in de mond zitten. Ook het gif in de maag kan geen kwaad, maar beter is om het uit te spugen.
Ga na het verlenen van deze eerste hulp, zo nel mogelijk op zoek naar een ziekenhuis of arts, om een antiserum toe te dienen. Onthoud goed door welke slang er gebeten is, beschrijf zo duidelijk mogelijk de kleur, tekening en afmeting van de slang, en het gebied waarin deze slang zich bevond. Het plaatselijke ziekenhuis is vaak al bekend met deze slangen.