Serumziekte, allergie
Serumziekte treedt op als allergische reactie op lichaamsvreemde eiwitten. Vaak zien we dat wanneer er een antiserum is toegediend na een slangenbeet of na de beet of steek van een ander giftig dier. Ook na een ATG of AGL kuur kan er serumziekte optreden. Bij deze kuren wordt er paardeneiwit of konijneneiwit het lichaam in gespoten. Deze bevatten antistoffen, waardoor de functie van het lichaam verbeterd wordt. Serum werd vroeger vooral toegediend bij mensen met een ernstig verminderde afweer. De symptomen van serumziekte zijn onder andere koorts en galbulten.
Serum
Een serum (bloedserum of bloedwei) is een vloeistof die overblijft na het stollen van bloed. Eiwitten en stollingsfactoren zijn uit het bloed verwijderd. Een stollingsfactor is een bepaald eiwit dat in bloedplasma voorkomt. Zonder stollingsfactor zou het bloed niet kunnen stollen. Een serum bestaat uit bloed van een ander mens of een dier, met daarin antistoffen. Het dier of de mens is immuun gemaakt of geworden voor een bepaalde infectieziekte, waarna het bloed automatisch antistoffen bevat. Vervolgens wordt van dit bloed met de antistoffen een serum gemaakt. Het serum wordt toegediend aan iemand die de antistoffen nodig heeft. Het wordt ook wel een antiserum genoemd.
ALG en ATG kuur
De meest gebruikte serums zijn de ATG en ALG. ALG staat voor Anti Lymfocyten Globuline en bevat een konijneneiwit. Het meest wordt ATG gebruikt: Anti Thymocyten Globuline. Dit bevat paardeneiwit. Er wordt eerst bloed afgenomen bij de persoon die de ATG-kuur nodig heeft. Dit bloed wordt gezuiverd en ingespoten bij het paard. Het immuunsysteem van het paard herkent de menselijke lymfocyten en zal deze als indringer zien. Er worden antistoffen aangemaakt. Deze antistoffen worden uit het paardenbloed gefilterd en als serum weer toegediend bij de mens. De ingespoten antistoffen zullen de T-cellen van de mens aanvallen.
T-cellen spelen een belangrijke rol in het immuunsysteem, maar zorgen bij sommigen ziekten ook voor afbraak van stamcellen. De afweer wordt door deze behandeling verlaagd, waardoor de kans op infectie groot is. Toch is de behandeling bij bepaalde ziekten wel nodig, zoals bij Aplastische Anemie. Hierbij vernietigen T-cellen de lichaamseigen stamcellen.
Slangenbeten
Serum of antiserum wordt ook ingezet bij de beet van
gifslangen. Ook bij beten of steken van andere giftig dieren wordt antiserum gebruikt. Vaak wordt hiervoor ook paardenbloed gebruikt. Antistoffen in het serum binden zich aan de giftige eiwitten van bijvoorbeeld de slangenbeet, waardoor de eiwitten onschadelijk gemaakt worden. Hierdoor is het mogelijk om soms dodelijke slangenbeten te overleven.
Wat is serumziekte?
Serumziekte is een allergische reactie op de lichaamsvreemde eiwitten die zich in het serum bevinden. De eiwitten worden allergenen genoemd. Het immuunsysteem reageert overdreven op deze allergenen met allerhande reacties. Dit komt omdat het immuunsysteem de allergenen onschadelijk probeert te maken. De eerste keer dat het lichaam in aanraking komt met het serum treedt er niet altijd een allergische reactie op. Pas bij een tweede keer herkent het lichaam de stof als allergeen, en zal de serumziekte optreden. Hoe vaker het serum toegediend wordt, hoe sneller serumziekte optreedt. Toch kan ook na de eerste toediening al serumziekte optreden.
Symptomen
De eerste symptomen treden 8 tot 10 dagen na toediening van het serum op. Het lichaam heeft dan antistoffen tegen het serum aangemaakt. Symptomen zijn galbulten oftewel netelroos, zwelling van de lymfeklieren, pijnlijke en gezwollen gewrichten, koorts en spierpijn. Vaak lijkt het alsof er van een flinke griep sprake is. Galbulten of netelroos zijn rode tot bleke plekken met een vochtophoping.
Tegenwoordig wordt een serum zo grondig bereid, dat er bijna nooit serumziekte optreedt. Antiserum tegen slangengif geeft vaak wel klachten. Toch neemt dit niet weg dat antiserum tegen slangengif van levensbelang is bij een beet van een gifslang. In West-Europa wordt een antiserum weinig gebruikt omdat gifslangen zeldzaam zijn. Er is zelfs een kans dat er helemaal geen antiserum aanwezig is.
Behandeling
Binnen enkele weken verdwijnen de symptomen weer vanzelf. In een enkel geval kan er nierbeschadiging optreden. Vaak worden er tegelijkertijd met het serum steroïden zoals prednison toegediend. Deze onderdrukken het afweersysteem en kunnen serumziekte voorkomen. Omdat het afweersysteem onderdrukt wordt, zal de arts vaak medicijnen als antibiotica voorschrijven om schadelijke bacteriën op te ruimen. Het is belangrijk om de voorschriften van de arts op te volgen. Deze bekijkt welke behandeling noodzakelijk is wanneer serumziekte optreedt.