Serumziekte: Aandoening met koorts, uitslag en gewrichtspijn
Serumziekte (overgevoeligheidsreactie type III) is een zelfbeperkte allergische reactie die optreedt na blootstelling aan vreemde eiwitten van niet-menselijke bronnen in antiserums. Het lichaam beschouwt deze stoffen ten onrechte als indringers en gaat ze aanvallen. Hierdoor ontstaan immuuncomplexen, combinaties van antigeen en antilichaam, die zich in kleine bloedvaten nestelen, wat leidt tot de symptomen van serumziekte. De patiënt presenteert zich meestal met koorts, gewrichtspijn en huiduitslag. Het stopzetten van het medicijn is de belangrijkste pijler in de behandeling van serumziekte, maar er zijn ook andere medicijnen beschikbaar om de klachten te verlichten. Meestal is de prognose zeer goed, maar soms kunnen er complicaties optreden.
Epidemiologie
Voorkomen in moderne tijden
Met de afname van het gebruik van dierlijke sera in de geneeskunde is serumziekte in de westerse wereld zeldzaam geworden. Dankzij synthetische alternatieven en geavanceerde behandelingsopties wordt serumziekte meestal alleen nog gezien in gevallen waar specifieke seruminjecties noodzakelijk zijn, zoals bij bepaalde infecties of toxines.
Regionale en historische variaties
Historisch gezien kwam serumziekte veel vaker voor in perioden waarin dierlijke sera wijdverspreid gebruikt werden in vaccinaties en medicatie. In ontwikkelingslanden waar toegang tot moderne alternatieven beperkt is, wordt serumziekte soms nog waargenomen.
Mechanisme
Immuuncomplexvorming
Bij serumziekte reageert het lichaam door immuuncomplexen te vormen tussen antigenen en antilichamen in het bloed. Deze complexen kunnen zich vervolgens in de wanden van bloedvaten afzetten, wat een ontstekingsreactie veroorzaakt en symptomen als koorts en huiduitslag teweegbrengt.
Type III overgevoeligheidsreactie
Dit type reactie, een overgevoeligheidsreactie van het type III, is kenmerkend voor serumziekte. Door de ophoping van immuuncomplexen kunnen weefsels beschadigd raken, vooral in de gewrichten, nieren, en huid.
Oorzaken: Niet-dierlijk eiwit in antiserum
Plasma is het heldere, vloeibare gedeelte van het bloed. Het bevat geen bloedcellen, maar wel veel eiwitten, waaronder antilichamen. Antilichamen worden geproduceerd als onderdeel van de immuunrespons om het lichaam te beschermen tegen infecties. Antiserum wordt geproduceerd uit het plasma van een persoon of dier dat immuniteit heeft tegen een infectie of
giftige stof. Een patiënt kan antiserum krijgen in de volgende gevallen:
- Als de patiënt is gebeten door een slang die een gevaarlijk gif produceert.
- Als de patiënt is blootgesteld aan tetanus of hondsdolheid en nog niet is gevaccineerd tegen deze ziektekiemen. Dit staat bekend als ‘passieve immunisatie’.
Serumziekte is een aandoening die lijkt op een
allergie. Het immuunsysteem reageert op geneesmiddelen die eiwitten bevatten, die worden gebruikt voor de behandeling van immuunziekten. Ook kan het immuunsysteem reageren op antiserum, het vloeibare deel van het bloed dat antilichamen bevat en aan een patiënt wordt gegeven ter bescherming tegen ziektekiemen of giftige stoffen. Het immuunsysteem identificeert ten onrechte een niet-menselijk eiwit in het antiserum als een schadelijke stof (antigeen) en valt daardoor het antiserum aan. Immuunsysteemelementen en het antiserum vormen samen immuuncomplexen die zich nestelen in kleine bloedvaten, wat leidt tot de symptomen van serumziekte.
Risicofactoren
Allergische aanleg
Personen met een voorgeschiedenis van allergieën of overgevoeligheidsreacties lopen een verhoogd risico op serumziekte. Hun immuunsysteem is vaak gevoeliger voor lichaamsvreemde eiwitten.
Herhaalde blootstelling aan dierlijke eiwitten
Degenen die herhaaldelijk worden blootgesteld aan dierlijke eiwitten via behandelingen, zoals antiserum of biologische medicijnen, hebben een verhoogd risico, omdat hun lichaam mogelijk een overgevoeligheidsreactie ontwikkelt.
Risicogroepen
Patiënten die antiserum nodig hebben
Sommige patiënten, zoals mensen die behandeld worden voor bepaalde infecties, hebben soms antiserum nodig, waardoor zij een verhoogd risico lopen op serumziekte.
Personen met immunologische gevoeligheden
Patiënten met een bestaande immunologische gevoeligheid, zoals auto-immuunziekten, kunnen gevoeliger zijn voor immuunreacties zoals serumziekte.
Symptomen: Koorts, gewrichtspijn en huiduitslag
De symptomen van serumziekte ontwikkelen zich doorgaans binnen enkele uren tot drie weken na blootstelling aan het antiserum. De patiënt kan last hebben van:
De huiduitslag bij serumziekte lijkt vaak op
netelroos (urticaria), maar kan soms afwezig zijn of slechts kortdurend aanwezig. Andere mogelijke symptomen zijn:
Alarmsymptomen
Acute allergische reacties
Symptomen zoals plotselinge koorts, uitgebreide huiduitslag, en gewrichtspijn kunnen wijzen op een acute allergische reactie. Deze symptomen vereisen directe medische aandacht.
Systemische reacties en orgaanbeschadiging
In ernstige gevallen kunnen symptomen zoals hypotensie, ernstige zwelling, en ademhalingsmoeilijkheden optreden. Systemische symptomen duiden op een meer ernstige reactie en vereisen spoedeisende zorg.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van serumziekte begint met een grondige
medische geschiedenis en lichamelijk onderzoek. Aansluitend zijn een
bloedonderzoek en
urineonderzoek vereist. Indien nodig, wordt ook een
huidbiopsie uitgevoerd om de aard van de huiduitslag te bepalen.
Bepaalde medicijnen verlichten de klachten /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling
Milde klachten
Bij milde symptomen worden vaak niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (
NSAID’s) ingezet om koorts, gewrichtspijn en
ontsteking te verlichten. Jeuk en huiduitslag kunnen worden behandeld met
antihistaminica.
Ernstige klachten
Bij ernstige gevallen dient de arts een hoge dosis intraveneuze (via een ader)
corticosteroïden toe gedurende drie dagen. Indien er een klinische respons is, wordt daarna een dosis van orale (via de mond ingenomen) steroïden ingezet. Bij gebrek aan respons kan een
plasmaferese (verwijdering en vervangingen van plasma in het bloed) worden toegepast om immuuncomplexen, antilichamen en eiwitten uit het bloed te verwijderen.
Prognose van serumziekte
Serumziekte verdwijnt doorgaans zonder complicaties. De meeste symptomen verdwijnen binnen een week tot zes weken na het stopzetten van het uitlokkende antiserum.
Langetermijnzorg en opvolging
Patiënten die serumziekte hebben doorgemaakt, moeten mogelijk regelmatig worden gecontroleerd om te zorgen dat er geen blijvende effecten of complicaties optreden. Langdurige opvolging kan ook helpen om vroegtijdig problemen te identificeren en te behandelen, wat kan bijdragen aan een betere kwaliteit van leven voor de patiënt.
Complicaties van serumziekte
Hoewel serumziekte meestal goed verloopt, kunnen er sporadisch complicaties optreden. Deze kunnen onder andere omvatten:
Patiënten met serumziekte dienen altijd medische hulp in te roepen bij symptomen van complicaties of bij ernstige klachten. Vroegtijdige diagnose en behandeling kunnen de risico’s op ernstige complicaties verminderen.
Preventie en advies
Hoewel serumziekte meestal het gevolg is van een reactie op antiserum, zijn er enkele maatregelen die kunnen helpen het risico te verminderen:
- Bij het ontvangen van antiserum of andere geneesmiddelen die vreemde eiwitten bevatten, zorg ervoor dat de arts volledig op de hoogte is van je medische geschiedenis en eventuele eerdere reacties op dergelijke behandelingen.
- Overweeg alternatieve behandelingen of vaccins indien beschikbaar om blootstelling aan potentieel allergene antiserums te minimaliseren.
- Blijf alert op vroege symptomen van serumziekte na blootstelling aan antiserum en zoek onmiddellijk medische hulp indien nodig.