Bloedonderzoek: Soorten testen en resultaten van bloedtest
Een bloedonderzoek is een laboratoriumonderzoek van een bloedmonster. Een bloedtest controleert de functie van bepaalde organen (zoals de lever, de nieren, de schildklier en het hart), maar ook de aanwezigheid van infecties en bepaalde genetische aandoeningen, en de algemene gezondheid van een patiënt zijn te beoordelen dankzij een bloedonderzoek. Nadat het monster in het laboratorium is geanalyseerd en de resultaten zijn verzameld, krijgt de arts de resultaten van het bloedonderzoek doorgestuurd. Dit rapport beschrijft de verschillende onderdelen van het bloed en op welk niveau ze aanwezig zijn.
Bloedonderzoek afkortingen
In de onderzoeksresultaten van een
bloedonderzoek staan diverse metrische meetsysteem en verschillende afkortingen vermeld, waaronder:
- cmm: cellen per kubieke millimeter
- fL (femtoliter): fractie van één miljoenste liter
- g / dL: gram per deciliter
- IU / L: internationale eenheden per liter
- mEq / L: milliequivalent per liter
- mg / dL: milligram per deciliter
- ml: milliliter
- mmol / L: millimol per liter
- ng / ml: nanogram per milliliter
- pg (picogrammen): één biljoenste van een gram
Onderdelen van resultaten van bloedtest
Een bloedtest bestaat meestal uit drie hoofdonderzoeken:
- een volledig bloedbeeld
- een metaboolbeeld
- een lipidenbeeld
Volledig bloedbeeld
Het volledige bloedbeeld concentreert zich op de drie soorten bloedcellen: witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes. Door het volume van de bloedcellen te meten, is het mogelijk om de algehele gezondheid van een patiënt te evalueren, en eventuele onderliggende aandoeningen zoals
leukemie en
bloedarmoede op te sporen.
Aantal witte bloedcellen (leukocyten)
Witte bloedcellen vormen een belangrijk onderdeel van het immuunsysteem van het lichaam. Een hoog aantal witte bloedcellen wijst vaak op de aanwezigheid van een infectie, terwijl een lage telling duidt op verschillende aandoeningen, waaronder
hiv / aids en
lupus.
Differentiële hoeveelheid witte bloedcellen
Het laboratorium test de vijf belangrijkste onderdelen van witte bloedcellen en hun verhouding tot elkaar. Als de onderdelen uit balans zijn, duidt dit op een infectie of op verschillende medische aandoeningen. Gezonde verhoudingen voor elk van de witte bloedcellen zijn:
- basofielen: 0,5 tot 1 procent
- eosinofielen: 1 tot 4 procent
- lymfocyten: 20 tot 40 procent
- monocyten: 2 tot 8 procent
- neutrofielen: 40 tot 60 procent van het totaal
Aantal rode bloedcellen
Rode bloedcellen vervoeren zuurstof naar weefsels door het hele lichaam, waardoor ze belangrijk zijn voor een goede werking van het lichaam. Een telling van de rode bloedcellen schat het volume rode bloedcellen bij een patiënt. Als de resultaten een telling boven of onder normale waarden zijn, wijst dit op verschillende medische aandoeningen. Deze testvorm spoort echter de oorzaak van de onregelmatigheden niet op, dus verdere onderzoeken zijn nodig.
Hematocriettest (Hct)
Een Hct-test onderzoekt welk deel van het bloed bestaat uit rode bloedcellen. Dit is nuttig om bloedarmoede en andere medische aandoeningen te diagnosticeren.
Hemoglobinetest (Hgb)
Hemoglobine is een eiwit dat zit in rode bloedcellen die zuurstof uit de longen naar de weefsels van het lichaam stuurt. De hemoglobinetest is ook nuttig bij het diagnosticeren van bloedarmoede. Deze bloedtest geniet de voorkeur boven de hematocriettest.
Gemiddelde corpusculair volume test (MCV)
Deze test meet het gemiddelde volume van rode bloedcellen, of de ruimte die elke rode bloedcel vult. Afwijkende resultaten duiden op anemie (bloedarmoede), het
chronisch vermoeidheidssyndroom, of andere medische aandoeningen
Gemiddelde corpusculaire hemoglobine test (MCH)
Het laboratorium test de gemiddelde hoeveelheid hemoglobine die in elke rode bloedcel aanwezig is. Hoge waarden zijn een mogelijke indicator van bloedarmoede en lage waarden zijn een mogelijk teken van
ondervoeding.
Rode celverdelingsbreedte test (RDW of RCDW)
Deze test kijkt naar de verdeling van rode bloedcellen en niet hun werkelijke grootte. Afwijkend resultaten wijzen op aandoeningen zoals bloedarmoede, ondervoeding en een
leverziekte.
Aantal bloedplaatjes
Bloedplaatjes zijn kleine cellen die het bloed helpen stollen. Deze test meet de hoeveelheid bloedplaatjes die in het bloed aanwezig zijn. Bij een hoge telling is mogelijk sprake van anemie,
kanker of een infectie, terwijl een lage telling duidt op
een langzame wondgenezing en ernstige bloedingen.
Gemiddeld bloedplaatjesvolume (MPV)
Het laboratorium test hierbij het volume bloedplaatjes in het bloed. Een laag aantal bloedplaatjes duidt op onregelmatigheden bij een bloeding, terwijl een hoog aantal bloedplaatjes het risico op een
hartaanval of
beroerte verhoogt.
De uitgebreide metabole paneltest meet de glucosewaarden, de vocht- en elektrolytenbalans, evenals de lever- en nierfunctie van het lichaam. Het bestaat uit een aantal subtesten.
Alanine-aminotransferasetest (ALT)
Alanine-aminotransferase (ALT) is een enzym dat de levercellen meestal produceren. Hoge waarden zijn een aanwijzing voor leverschade.
Albuminetest
Albumine is een eiwit dat de lever aanmaakt. Het volume binnen het orgaan is te meten via deze test. Abnormale waarden duiden op lever- of
nierproblemen.
Alkalische fosfatasetest
Alkalische fosfatase is een enzym dat meestal wordt geproduceerd in lever- en botcellen. Afwijkende resultaten duiden op leverschade en botproblemen zoals
rachitis of
bottumoren.
Aspartaat-aminotransferasetest
Aspartaat-aminotransferase is een enzym dat meestal aanwezig is in rode bloedcellen en spierweefsel, evenals in het hart, het pancreas (alvleesklier), de lever en de
nieren. Deze test meet de waarden van dit enzym. Te hoge waarden duiden op diverse aandoeningen, waaronder sommige soorten kanker, evenals lever-, hart- of nierschade.
Bilirubinetest
Bij een bilirubinetest test het laboratorium op nier- en leverstoornissen, wat nuttig is bij het stellen van de diagnose van aandoeningen zoals
neonatale geelzucht (
geelzucht bij
baby's), bloedarmoede en leveraandoeningen.
Bloed-ureum-stikstoftest (BUN)
Deze test meet het volume stikstof in het bloed. Hoge waarden resulteren uit nierbeschadiging of een ziekte, terwijl een lage waarden een teken zijn van ondervoeding of ernstige leverbeschadiging.
Calciumtest
Deze test meet de calciumspiegels in het bloed. Lage niveaus duiden op kanker, hyperparathyreoïdie (
overmatig actieve bijschildklier),
tuberculose (bacteriële infectie met
longproblemen) en andere aandoeningen, terwijl hoge waarden wijzen op ondervoeding, rachitis en hypoparathyreoïdie (
te traag werkende bijschildklier).
Chloridetest
Deze test meet de chloridewaarden van het lichaam. Een
verhoogd chloridegehalte duidt op
uitdroging, een nieraandoening en een
bijnieraandoening.
Creatininetest
Creatinine is een molecule voor chemisch afval dat belangrijk is voor het creëren van spierenergie. Verhoogde creatininewaarden wijzen op nierstoornissen.
Bloedglucosetest nuchter
Bloedsuikerspiegels veranderen snel door een recente voedsel- of drankinname. De nuchtere bloedsuikertest gebeurt daarom na een minimum van zes uur vasten. Abnormale resultaten wijzen op diabetes mellitus (
suikerziekte) of andere medische aandoeningen.

Een fosfortest spoort mogelijk alcoholmisbruik /
Bron: Jarmoluk, PixabayFosfortest
Het laboratorium test de hoeveelheid fosfor in het bloed. Verhoogde niveaus duiden op problemen met de nieren en de bijschildklieren, ondervoeding of
alcoholmisbruik.
Kaliumtest
Kalium helpt bij de communicatie tussen zenuwen en spieren, reguleert het hart en onderhoudt de spierfunctie. Diuretica (plaspillen) zorgen voor gedaalde kaliumspiegels in het bloed (
hypokaliëmie).
Natriumtest
Natrium is een mineraal dat zenuwprikkels en spiersamentrekkingen ondersteunt, evenals waterniveaus in balans brengt. Afwijkende resultaten duiden op uitdroging, een bijnieraandoening, het gebruik van
corticosteroïden (krachtige ontstekingsremmers die het immuunsysteem onderdrukken) en nier- of leveraandoeningen.
Totale eiwittest
Het laboratorium test de verhouding van twee soorten eiwitten: albumine en globuline. Lage eiwitgehaltes duiden op verschillende aandoeningen, waaronder lever- en nierstoornissen en ondervoeding, terwijl hoge waarden mogelijk een teken zijn van een
ontsteking, een infectie of een beenmergaandoening.
Lipidenpaneel
Het lipidenpaneel bestaat uit verschillende testen dat de arts gebruikt om de verschillende soorten triglyceriden (vetten) en
cholesterol in het bloed te meten.
HDL-cholesteroltest
HDL-cholesterol (high-density lipoproteïne = goede cholesterol), is nuttig bij de bescherming tegen hartziekten. Lage waarden verhogen het risico op hartproblemen.
LDL-cholesteroltest
LDL-cholesterol (lipoproteïne met lage dichtheid = slechte cholesterol) is gekoppeld aan hartaandoeningen en verstopte slagaders (atherosclerose).
Test van de totale cholesterol tot HDL-ratio
Het berekenen van deze ratio helpt om het risico te bepalen op het ontwikkelen van een hartaandoening. Het laboratorium deelt het HDL-cholesterolgehalte door het totale cholesterolgehalte. Hoge niveaus zijn een mogelijke indicator van hartproblemen.
Totale cholesteroltest
Deze test meet de totale LDL-waarden (slechte cholesterol) en HDL-waarden (goede cholesterol) in het bloed.
Triglyceridetest
Deze test meet triglyceriden, een vet dat in het bloed aanwezig is. Afwijkende resultaten duiden op een risicofactor voor
hartaandoeningen en andere medische aandoeningen.
Lees verder