Prenatale testen
Alle zwangere vrouwen in Nederland worden regelmatig gecontroleerd en in de gaten gehouden door een verloskundige of arts. Dit betreft voornamelijk controle op de normale ontwikkeling. Er kunnen echter nog een aantal prenatale testen uitgevoerd worden om de foetus op afwijkingen te controleren. Dit kan nodig zijn door de medische geschiedenis van de moeder en haar familie, eerdere zwangerschappen, leeftijd en algehele lichamelijke conditie van de moeder.
Bij het eerste bezoek aan de verloskundige of arts zullen een aantal
routine testen uitgevoerd worden, zoals de bloedtest en de echoscopie. De
medische geschiedenis zal doorgenomen worden en aan de hand hiervan krijgt men mogelijk aangepaste leefstijl tips mee. De bloeddruk wordt ook altijd gemeten, dit zal gedurende de gehele zwangerschap een terugkerende meting zijn.
Tot de eerste 28 weken moet u meestal eens per 4 weken een bezoekje brengen aan de verloskundige of arts, tot de 36e week elke 2 weken en aan het einde van de zwangerschap elke week.
Bloedtest
Bij een bloed test worden er enkele druppels bloed van u afgenomen, waarna het bloed getest wordt op onder andere de
bloedgroep, het
hemoglobine gehalte, syfilis, suikerziekte, hepatitis en de
resusfactor. Het bloed kan twee soorten resus factoren hebben: positief + of negatief -. Wanneer de moeder + heeft en het ongeboren kind - zal er tijdens de zwangerschap
anti-D immunoglobine toegediend worden rond de 28 weken van de zwangerschap en direct na de geboorte. Dit om te voorkomen dat het lichaam van de moeder
antistoffen tegen haar ongeboren baby aan gaat maken en het kind
resusziekte krijgt.
Urine onderzoek
In sommige gevallen wordt er ook een urineonderzoek gedaan. Hierbij controleert men op
ketonen (deze verminderen de efficiëntie van het zuurstoftransport),
eiwitten (controle op eclampsie en infectie) en
suiker.
Echoscopie
Een echoscopie kan plaats vinden vanaf 16 tot 18 weken zwangerschap. Bij een echoscopie weerkaatsen
geluidsgolven van hoge frequentie tegen de baby en creëren een elektronische afbeelding van de baby op een scherm. Met behulp van een echo kan met de exacte
conceptiedatum, het aantal vruchten en bepaalde afwijkingen van de placenta vastgesteld worden. Een echo is een pijnloze aangelegenheid en geeft
geen kans op een miskraam.
Speciale prenatale testen
Naast de algemene prenatale testen bestaan er nog een aantal prenatale testen welke men uit kan laten voeren. Deze speciale prenatale tests zijn meestal echter
niet geheel zonder risico. Je moet daarom goed nadenken of de voordelen tegen de mogelijke risico's opwegen.
Vaginale echoscopie
Een vaginale echoscopie is een variant op de gewone echoscopie. Het grote verschil is dat deze test echter al rond de 5-6 weken zwangerschap gedaan kan worden. Met behulp van een sonde creërt men een afbeelding van de ongeboren baby. Deze test geeft
onmiddellijk resultaat, maar stelt de baby wel bloot aan extreem hoge geluidsgolven.
Vlokkentest
Met behulp van de vlokkentest kunnen eventueel aanwezige
chromosomale en genetische afwijkingen bij de ongeboren baby opgespoord worden. Om deze test uit te kunnen voeren wordt tussen de 8 en 12 weken zwangerschap wat
weefsel rondom de placenta weggeschraapt wat vervolgens onderzocht wordt. Deze test geeft zeer betrouwbare resultaten binnen 48 uur, maar
verhoogt de kans op een miskraam naar 1 op de 100.
Nekplooimeting
De nekplooimeting is een
uitwendige prenatale test welke de kans op een miskraam niet verhoogt. Op de echo wordt de dikte van de nekplooi van het ongeboren kind gemeten, hiermee kan men, in combinatie met een bloedtest, voor 80 tot 90% vaststellen of het kindje het
syndroom van Down heeft of niet. Deze test kan men vanaf ongeveer 12 weken zwangerschap uit voeren.
AFP
AFP staat voor
alfafoetoproteïne. Dit is een bloedtest, een controle van de niveau's van eiwit en neurologische defecten (zoals spina bifida) en vindt tussen de 15e en 18e week van de zwangerschap plaats. De
betrouwbaarheid van deze test is echter maar zo'n 50%, omdat afwijkende niveau's van AFP ook bij vrouwen met gezonde baby's voorkomt.
Vruchtwaterpunctie
Bij een vruchtwaterpunctie wordt de vrouw
plaatselijk verdoofd en wordt er door de buikwand heen wat
vruchtwater afgenomen. Deze test controleert of diverse aandoeningen, waaronder het syndroom van Down. De vruchtwaterpunctie kan uitgevoerd worden tussen week 16 en 18 van de zwangerschap en is zeer betrouwbaar. Het geslacht wordt tevens bekend bij de vruchtwaterpunctie. De
kans op een miskraam wordt echter wel sterk verhoogd met de vruchtwaterpunctie.
Wel of niet testen?
Prenatale testen bieden nooit zekerheid, ze geven een kans. En een baby met een kans van 1 op 200 op het syndroom van Down kan de aandoening alsnog óf wel, óf niet hebben. Op dit moment wordt gemiddeld 2 tot 3% van de baby's geboren met een lichamelijke of geestelijke handicap. Met behulp van prenatale testen loopt dit terug tot 2 tot 2,5%. Er zijn namelijk nog ontzettend veel aandoeningen waar nog geen prenatale test voor bestaat.
Lees verder