Antihistaminica: Geneesmiddelen tegen allergische reacties
Antihistaminica zijn geneesmiddelen die de arts gebruikt bij de behandeling van overgevoeligheidsreacties. Het geneesmiddel bevat stoffen die de werking van histamine tegengaan waardoor, afhankelijk van de soort antihistaminicum, minder maagzuurproductie plaatsvindt of een allergische reactie wordt bestreden. Bij een orale inname (= inname via de mond) zijn ze beschikbaar in pillen, kauwtabletten, capsules en vloeistoffen. Vele verschillende antihistaminica zijn beschikbaar. Deze medicatie geeft soms wat bijwerkingen en complicaties, al zijn de antihistaminica tegen spijsverteringsaandoeningen over het algemeen veiliger dan de medicatie tegen allergische reacties.
Soorten antihistaminica
H1-antagonisten
Histamine-1-receptor-blokkers (H1-antagonisten) behandelen de symptomen van allergie waardoor de patiënt zich beter voelt overdag en ’s nachts ook beter slaapt.
Deze soort antihistaminica helpen bij volgende symptomen:
Vaak gebruikt de patiënt deze in combinatie met andere geneesmiddelen om de symptomen van een griepje te onderdrukken.
H2-antagonisten
Histamine-2-receptor-blokkers (H2-antagonisten) zijn de groep van medicijnen die de maagzuurafgifte remmen door blokkade van de histamine-2-receptoren in de maagwand (zuursecretieremmers). Een patiënt met spijsverteringsaandoeningen zoals maagdarmzweren en
gastro-oesofageale reflux (brandend maagzuur door maaginhoud die terugvloeit naar slokdarm) is gebaat met histamine-2-receptor-blokkers.
H3-antagonisten
Histamine-3-receptor-blokkers (H2-antagonisten) zijn mogelijk geschikt als behandeling voor;
H4-antagonisten
Histamine-4-receptor-blokkers (H2-antagonisten) leiden tot nieuwe behandelingen voor bepaalde
auto-immuunaandoeningen waarbij
ontstekingsreacties voorkomen.
Tegenindicatie gebruik antihistaminica
In bepaalde omstandigheden is het gebruik van antihistaminica geen goed idee, of anders past de patiënt voorzorgsmaatregelen toe bij het toedienen van de medicatie. Zo is het gebruik van antihistaminica beperkt of afgeraden bij patiënten met een overactieve schildklier (
hyperthyreoïdie), een
prostaatvergroting of
plasproblemen,
epilepsie,
glaucoom (verhoogde oogdruk), hart- en vaataandoeningen of een hoge bloeddruk (hypertensie) en suikerziekte (
diabetes mellitus). Daarnaast vraagt een zwangere of
borstvoeding gevende patiënte aan de arts na of antihistaminica veilig zijn voor haar en het kind.
Gebruik van de medicatie
Wanneer de antihistaminica innemen?
De arts bepaalt de manier waarop de patiënt de antihistaminica inneemt, hetgeen afhankelijk is van de oorzaak van de allergie. Bij sommige aandoeningen is het nodig dat de patiënt de medicatie dagelijks inneemt om de symptomen onder controle te houden. Bij andere aandoeningen is het voldoende om de medicatie in te nemen wanneer de patiënt zich presenteert met symptomen. Daarnaast is het voor patiënten die snel allergische symptomen ontwikkelen bij uitlokkende factoren zoals bij huisdieren of bepaalde plannen, nuttig om het geneesmiddel in te nemen vlak voordat de blootstelling hieraan plaatsvindt. Heel vaak zien artsen dat patiënten het hardst symptomen vertonen tussen 04:00 en 06:00u ’s nachts. Het helpt de patiënt om dan voor het slapengaan een antihistaminicum in te nemen zodat hij beter slaapt en zich ’s morgens beter voelt tijdens het allergieënseizoen.
Hoe de antihistaminica innemen?
Antihistaminica mag de patiënt zeker niet in combinatie met alcohol gebruiken. Verder bewaart de patiënt de medicatie bij kamertemperatuur, weg van hitte, direct licht en vocht. Antihistaminica bevriezen is niet toegestaan. Tot slot bewaart de patiënt alle geneesmiddelen ver buiten het bereik van kinderen.
Welk geschikt antihistaminicum?
Vooral H1-antagonisten (tegen allergische reacties) zijn verkrijgbaar zonder voorschrift, terwijl anderen enkel op doktersvoorschrift te verkrijgen zijn. Sommige antihistaminica zijn niet geschikt voor kinderen, terwijl anderen voor alle patiënten boven de 2 jaar te geven zijn. Ook in de werkzaamheidsduur zijn er verschillen te merken. Een aantal antihistaminica werken 4 tot 6 uur, terwijl anderen 12 tot 24 uur actief zijn. Verder combineert de patiënt mogelijk een antihistaminicum met een
decongestivum (geneesmiddel dat de zwelling van de slijmvliezen van bijvoorbeeld de neus vermindert). Voorts leiden bepaalde antihistaminica tot
slaperigheid en anderen niet. Door de grote variëteit van antihistaminica doet de patiënt er goed aan om zijn arts en/of apotheker om advies te vragen.
Bijwerkingen antihistaminica
De patiënt heeft als bijwerking mogelijk een
verminderde eetlust,
een vieze okselgeur, een droge mond (
xerostomie) en een nerveus,
prikkelbaar of opgewonden gevoel.
Verwardheid,
angst en
delirium (acute verwardheid met wijzigingen in hersenfunctie) evenals
hyperthermie (abnormale hoge lichaamstemperatuur) treden soms ook op. Daarnaast komt
duizeligheid ook voor. Tevens zijn stoornissen in het gezichtsvermogen, zoals een
wazig gezichtsvermogen en gedilateerde (= verwijde) pupillen (
mydriasis) gerapporteerd. Sommige patiënten krijgen te maken met
urineretentie (blaas niet of onvolledig kunnen ledigen). Deze bijwerkingen hebben vooral betrekking op histamine-1-receptor-blokkers, terwijl de histamine-2-receptor-blokkers over het algemeen minder aanleiding tot bijwerkingen geven. Bij de andere histamine-receptor-blokkers is nog meer onderzoek nodig.
Complicaties geneesmiddelen tegen allergische reacties
Een geïrriteerde neus,
neusbloedingen of andere neusgerelateerde symptomen treden mogelijk op na het nemen van een antihistaminicum. Bij sommige patiënten verbeteren de symptomen niet en is een andere behandeling nodig of bekijkt de arts of de patiënt geen onderliggende aandoening heeft.
Lees verder