Allergiemedicijnen voor behandeling van allergische reactie
Enkele bekende symptomen van een allergie zijn een loopneus, jeukende ogen en huidirritatie. Verschillende soorten medicijnen behandelen allergiesymptomen. Allergiemedicijnen zijn verkrijgbaar als pillen, vloeistoffen, inhalatoren (verstuivers), neussprays, oogdruppels, huidcrèmes en injecties. Deze zijn vrij of op doktersvoorschrift verkrijgbaar. Soms werken bepaalde medicijnen niet of zijn de tekenen ernstig en dan is een bezoek aan de arts gerechtvaardigd. De arts heeft informatie nodig met betrekking tot de aanwezige symptomen, een zwangerschap en eventuele borstvoedingsperiode, een medische aandoening en het medicatiegebruik. De arts kan op basis van deze informatie het meest geschikte medicijn voorschrijven. Mogelijk moet de patiënt wel enkele medicijnen proberen om het meest effectieve medicijn te bepalen wat de minste bijwerkingen geeft.
Wat is een allergische reactie?
Allergieën treden op wanneer het immuunsysteem van het lichaam reageert op een stof die het ten onrechte als een 'indringer' beschouwt wanneer een patiënt deze stof inslikt, inademt of wanneer deze stof in contact komt met de huid of slijmvliezen. Stoffen die het immuunsysteem tot een
allergische reactie uitlokken, staan bekend als allergenen. Het in contact komen met een onschadelijke stof, zoals pollen, huidschilfers van dieren of stuifmeel of een ander allergeen (uitlokkende stof van allergische reactie) zoals
voedsel, een
bijensteek,
medicatie of
latex leidt dan bij patiënten met een allergie tot een allergische reactie. Het immuunsysteem produceert vervolgens stoffen die de veronderstelde indringer zouden moeten bestrijden. Eén van deze stoffen is histamine, dat zenuwen in de
neus stimuleert om niezen te veroorzaken. Histamine zorgt er ook voor dat de neusholtes zich vullen met vocht en cellen waardoor indringers bestreden kunnen worden. Het resultaat: ontstoken slijmvliezen en de aanmaak van (veel)
slijm. Deze aandoening (
allergische rhinitis) kenmerkt zich door een
verstopte neus of
loopneus,
tranende ogen of
jeukende ogen,
niezen,
hoesten en soms
keelpijn.
Allergeen immunotherapie
Bij
immunotherapie wordt geleidelijk de blootstelling aan allergenen (uitlokkende factoren van allergische reactie) verhoogd). Dit is mogelijk bij moeilijk te vermijden allergenen, zoals pollen,
huisstofmijten en
schimmels. Zo wordt het immuunsysteem getraind om niet op deze allergenen te reageren. Immunotherapie is bruikbaar wanneer andere behandelingen niet effectief of te verdragen zijn. Deze behandeling is ook nuttig bij het verminderen van
astmasymptomen bij sommige patiënten.

Biologische medicijnen verlichten mogelijk netelroos /
Bron: Hans, PixabayBiologische allergiemedicijnen
Sommige medicijnen zijn gericht op een specifieke reactie in het immuunsysteem en proberen deze te voorkomen. Deze medicijnen worden gegeven wanneer andere
medicijnen niet helpen. De patiënt krijgt injecties voor het verlichten van allergische huidreacties,
netelroos of astma. Bijwerkingen van biologische medicijnen zijn:
roodheid,
jeuk, oogirritatie en irritatie op de injectieplaats.
Injecties
Mogelijk krijt de patiënt een reeks injecties, meestal één of twee keer per week. De dosis wordt wekelijks of elke twee weken verhoogd op basis van de tolerantie van de patiënt. Injecties met de maximaal verdragen dosis geeft de arts dan het hele jaar door om de twee tot vier weken. Bijwerkingen kunnen zijn irritatie op de injectieplaats en allergiesymptomen zoals niezen, sinuscongestie of netelroos. Zelden veroorzaken allergie-injecties
anafylaxie, een plotselinge levensbedreigende reactie een zwelling in de keel, ademhalingsproblemen en andere ernstige tekenen veroorzaakt.
Sublinguale immunotherapie (SLIT)
Bij sublinguale immunotherapie plaatst de patiënt een tablet onder de tong (sublinguaal) en laat hij deze oplossen. Deze behandeling vermindert een loopneus, congestie,
oogirritatie en andere symptomen die veroorzaakt zijn door hooikoorts. Sublinguale immunotherapie verbetert ook astmasymptomen.
Antihistaminica, blokkeren de chemische stof histamine
Antihistaminica blokkeren histamine, een symptoomveroorzakende chemische stof die door het immuunsysteem wordt vrijgegeven tijdens een allergische reactie.
Neussprays
Antihistamine-
neussprays verlichten niezen, een
jeukende neus of loopneus,
verstopte sinussen en
postnasale infusie (overmatig veel
keelslijmen aan de achterkant van de keel). Bekende bijwerkingen omvatten een
bittere smaak in de mond,
slaperigheid of
vermoeidheid.
Oogdruppels
Antihistamine-
oogdruppels verlichten jeukende ogen,
rode ogen en
gezwollen ogen. Deze oogdruppels bevatten een combinatie van antihistaminica en andere medicijnen. Bijwerkingen zijn
hoofdpijn en
droge ogen. Wanneer de oogdruppels prikken, is het verstandig ze in de koelkast te bewaren of gekoelde
kunsttranen te gebruiken alvorens antihistamine-oogdruppels toe te passen.
Pillen en vloeistoffen
Orale (via de
mond ingenomen) antihistaminica verlichten een loopneus, jeukende of tranende ogen, netelroos, een zwelling en andere tekenen van allergieën. Omdat sommige van deze medicijnen leiden tot slaperigheid en vermoeidheid, is het belangrijk om deze voorzichtig te gebruiken wanneer de patiënt een activiteit uitvoert waarvoor hij alert moet zijn (zoals autorijden).
Bronchodilatoren (luchtwegverwijders) voor de behandeling van astma
Bronchodilatoren (luchtwegverwijders) werken door de gladde
spieren van de luchtwegen van de
longen te ontspannen. Bronchodilatoren zijn inzetbaar om
beklemming op de borst en een
piepende ademhaling te verlichten, wat de directe symptomen van astma zijn. Als een patiënt af en toe last heeft van een piepende ademhaling of beklemming op de borst, zijn bronchodilatatoren veilig als een enkele therapie. Als de symptomen op de borst langer aanhouden, moet de patiënt deze medicijnen gebruiken in combinatie met een inhalator voor corticosteroïden, die de
ontsteking op langere termijn zal behandelen die aan de basis ligt van de terugkerende astma-aanvallen
Corticosteroïden, verlichten ontstekingen door allergieën
Corticosteroïden verlichten de symptomen door allergiegerelateerde ontstekingen te onderdrukken.
Huidcrèmes
Corticosteroïde crèmes verlichten allergische huidreacties zoals jeuk, roodheid of
schilfering. Bijwerkingen kunnen zijn een huidverkleuring en huidirritatie. Het
langdurig gebruik (vooral van sterkere corticosteroïden) veroorzaakt mogelijk een
verdunde huid en
abnormale hormoonspiegels.
Inhalatoren
Geïnhaleerde (ingeademde) corticosteroïden gebruikt een patiënt vaak dagelijks als onderdeel van de behandeling van astma (chronische ontsteking van luchtwegen in de longen) veroorzaakt of gecompliceerd door reacties op allergische uitlokkende factoren in de lucht (allergenen). De bijwerkingen zijn vaak mild en bestaan uit irritatie van de mond en keel en schimmelinfecties aan de mond (
mondspruw). Sommige inhalatoren combineren corticosteroïden met langwerkende luchtwegverwijders.
Neussprays
Corticosteroïde neussprays voorkomen en verlichten
benauwdheid, niezen en een loopneus. Bekende bijwerkingen zijn een
onaangename smaak, irritatie van de neus en een
bloedneus. Voor patiënten die last hebben postnasale infusie of een
onaangename smaak, zijn er ook aerosolformules.
Oogdruppels
Corticosteroïde oogdruppels zijn inzetbaar voor het verlichten van aanhoudende jeukende ogen, rode ogen of tranende ogen wanneer andere behandelen niet effectief zijn. Een oogarts voert regelmatig een
oogcontrole uit wanneer een patiënt deze oogdruppels gebruikt omdat deze het risico op
oogproblemen verhogen, zoals
cataract,
glaucoom en een
ooginfectie.
Pillen en vloeistoffen
Orale corticosteroïden behandelen ernstige symptomen veroorzaakt door alle soorten allergische reacties. Het langdurig van corticosteroïden leidt mogelijk tot staar (cataract),
osteoporose (verlies van botmassa met risico op
botbreuken),
spierzwakte,
maagzweren, een
verhoogde bloedsuikerspiegel (hyperglykemie) en een vertraagde groei bij kinderen. Orale corticosteroïden verergeren eveneens een
hoge bloeddruk.

Decongestiva veroorzaken mogelijk hoofdpijn /
Bron: Geralt, PixabayDecongestiva, medicijnen die zwelling van slijmvliezen in neus verminderen
Decongestiva bieden een snelle, tijdelijke verlichting van een verstopte neus en verstopte sinussen. Ze leiden mogelijk tot
slaapproblemen, hoofdpijn, een
verhoogde bloeddruk en
prikkelbaarheid. Ze zijn niet aanbevolen voor patiënten met een
hoge bloeddruk,
hart- en vaatziekten, glaucoom (oogziekte waarbij een verhoogde oogdruk ontstaat hetgeen mogelijk leidt tot schade aan de
oogzenuw) of
hyperthyreoïdie (overactieve
bijschildklier).
Neussprays en druppels
Decongestivum neussprays en -druppels verlichten een verstopte neus en verstopte sinussen, maar een patiënt mag deze slechts gedurende een korte tijd gebruiken. Herhaaldelijk gebruik van deze medicijnen gedurende meer dan drie opeenvolgende dagen resulteert mogelijk in een cyclus waarin de sinuscongestie terugkeert of verergert.
Pillen en vloeistoffen
Orale decongestiva verlichten een verstopte neus en verstopte sinussen veroorzaakt door hooikoorts (allergische rhinitis). Veel decongestiva zijn vrij verkrijgbaar. Diverse via de mond ingenomen allergiemedicijnen bevatten zowel een decongestivum als een antihistaminicum.
Leukotrieenremmers (antileukotriënen), blokkeren chemicaliën die leiden tot allergie
Een leukotrieenremmer is een door de arts voorgeschreven medicijn dat leukotriënen (symptoomveroorzakende chemicaliën) blokkeert. Dit via de mond ingenomen medicijn verlicht allergiesymptomen, waaronder een verstopte neus, een loopneus en niezen. Ook is dit medicijn inzetbaar voor de behandeling van hooikoorts. Bij sommige patiënten ontstaan
psychologische bijwerkingen zoals
angst, een
depressie, vreemde dromen, slaapproblemen en zelfmoordgedachten of -gedrag.
Mastcelstabilisatoren, blokkeren chemicaliën die leiden tot allergische reacties
Mastcelstabilisatoren blokkeren de afgifte van chemicaliën in het immuunsysteem die bijdragen aan allergische reacties. Deze medicijnen zijn over het algemeen veilig, maar de patiënt moet deze meestal meerdere dagen gebruiken om het volledige effect te bereiken. De arts zet deze medicijnen in wanneer antihistaminica niet werken of wanneer de patiënt antihistaminica niet goed kan verdragen. Deze zijn verkrijgbaar in de vorm van neussprays en oogdruppels. De patiënt gebruikt correcte
oogdruppelrichtlijnen wanneer hij oogdruppels moet gebruiken.
Nood-epinefrine-injecties (adrenaline), behandeling van anafylaxie
Epinefrine-injecties behandelen anafylaxie, een plotselinge, levensbedreigende allergische reactie. De patiënt moet het medicijn zelf injecteren met een spuit en naaldapparaat (auto-injector). Mogelijk moet de patiënt twee auto-injectoren bij zich hebben als de kans bestaat dat hij een ernstige allergische reactie krijgt op een bepaald voedingsmiddel, zoals
pindanoten, of wanneer hij allergisch is voor bijengif of
wespengif. Soms is een tweede injectie nodig. Daarom is onmiddellijk medische noodhulp belangrijk. De patiënt wordt aangeleerd om een adrenaline-auto-injector correct te gebruiken.
Lees verder