Immunotherapie: Allergie-injecties voor behandeling allergie
Een allergie is een abnormale reactie van het lichaam op een stof die normaal gesproken onschadelijk is. Om allergische reacties te verminderen of te stoppen, krijgt de patiënt regelmatig allergie-injecties gedurende een periode van drie tot vijf jaar. Deze injecties helpen het lichaam wennen aan allergenen, de stoffen die de allergische reactie veroorzaken. Deze therapie, bekend als desensibilisatie of immunotherapie, geneest de allergie niet, maar na verloop van tijd verbeteren de symptomen en ervaart de patiënt minder vaak klachten.
Patiënten met een allergie voor huidschilfers van honden zijn mogelijk gebaat bij immunotherapie. /
Bron: Kim Bols
Indicatie van immunotherapie
Meestal besluit een patiënt om immunotherapie te ondergaan wanneer hij meer dan drie maanden per jaar last heeft van allergische symptomen en de beschikbare medicijnen onvoldoende verlichting bieden. De arts zet een desensibilisatiekuur vooral in voor de behandeling van:
Tegenindicatie van behandeling van allergieën
Patiënten met een
longaandoening of
hartziekte, of patiënten die bepaalde
medicijnen gebruiken, mogen niet altijd allergie-injecties krijgen. De arts bepaalt op basis van de gezondheid van de patiënt en de medicijnen die hij gebruikt of de injecties veilig zijn.
Voor de desensibilisatie
Voorbereiding
De patiënt ondergaat eerst een volledig onderzoek naar de aanwezige allergieën. De arts moet namelijk weten welke stoffen hij moet gebruiken bij de injecties. Het allergieonderzoek gebeurt via een huidpriktest. De arts prikt de huid op de rug of onderarm met diverse allergenen en kijkt dan waarop de patiënt reageert. Verder moet de arts op de hoogte zijn van het gebruik van andere geneesmiddelen of
kruiden en supplementen die de patiënt neemt. Sommige medicijnen interfereren namelijk met de behandeling of verhogen het risico op bijwerkingen. Mogelijk moet de patiënt alle allergie-injecties stopzetten als hij deze medicijnen gebruikt. Zwangere vrouwen of vrouwen die zwanger willen worden, moeten dit ook melden aan de arts.
Het uitvoeren van lichaamsbeweging voor en na de desensibilisatiekuur is nuttig. /
Bron: Skeeze, Pixabay
Dag van de kuur
De patiënt voert het best wat lichaamsbeweging uit twee uur voor en ook twee uur na de immunotherapie. Lichaamsbeweging
bevordert namelijk de bloedtoevoer naar de weefsels, waardoor de allergenen zich sneller door het lichaam verspreiden.
Frequentie van allergie-injecties
Opbouwfase
In het begin krijgt de patiënt een paar keer per week gedurende enkele maanden een injectie. De arts plaatst de injectie in de bovenarm. Deze bevat een klein deel van het allergeen waarop de patiënt allergisch reageert, bijvoorbeeld stuifmeel, huidschilfers van huisdieren, schimmels, huisstofmijt of bijengif. Elke allergie-injectie bevat net voldoende allergenen om het immuunsysteem te stimuleren, maar niet genoeg om een allergische reactie te veroorzaken. De arts verhoogt geleidelijk de dosis totdat de patiënt een onderhoudsdosis kan krijgen.
Onderhoudsfase
Vervolgens krijgt de patiënt elke twee à vier weken een injectie gedurende vier à vijf maanden. Vervolgens verlengt de arts geleidelijk de tijd tussen het geven van de allergie-injecties tot gemiddeld één keer per maand gedurende drie tot vijf jaar. Bij de meeste patiënten verbeteren de allergiesymptomen, en bij sommige patiënten verdwijnen de tekenen. Als de symptomen na één jaar niet verbeteren, overlegt de patiënt best met de arts om eventuele andere behandelingsopties te proberen.
Na de injectie voor de behandeling van een allergische reactie
Nadat de injectie is gegeven, blijft de patiënt meestal nog circa dertig minuten in het kabinet van de arts. De arts volgt dan eventuele bijwerkingen op zoals
jeukende ogen,
kortademigheid, een
loopneus, of
benauwdheid in de keel. Ervaart de patiënt deze tekenen kort nadat hij naar huis is vertrokken, dan keert hij best terug naar de arts of gaat hij naar de afdeling spoedeisende hulp van het ziekenhuis. Roodheid, zwelling,
pijn of irritatie rondom de injectieplaats is normaal. Deze symptomen verdwijnen binnen vier tot acht uur.
Risico’s en bijwerkingen
Het merendeel van de patiënten ervaart geen complicaties door de injecties, maar sommige patiënten krijgen wel te maken met een allergische reactie:
Sommige artsen bevelen een
antihistaminicum aan voor het krijgen van een injectie om het risico op een reactie te verminderen.
Rush immunotherapie
Sommige patiënten krijgen rush immunotherapie. Dit houdt in dat ze sneller een onderhoudsdosis krijgen, maar dit brengt ook risico’s met zich mee. Tijdens het eerste deel van de behandeling krijgt de patiënt dagelijks doses van het allergeen in plaats van om de paar dagen. De arts volgt de patiënt nauwlettend op. In sommige gevallen krijgt de patiënt medicijnen voordat hij de dosis van het allergeen toegediend krijgt, om een eventuele reactie te helpen voorkomen.
Prognose van behandeling voor ongevoelig maken van allergeen
De meeste patiënten halen voordeel uit de desensibilisatiekuur voor allergie-injecties bij allergieën voor bijensteken, pollen, huisstofmijt, schimmels en huidschilfers van huisdieren. Ze werken echter niet altijd voor
voedselallergieën,
medicatie-allergieën of
latexallergieën. Daarnaast hangt de effectiviteit van de behandeling af van de ernst van de symptomen.
Lees verder